DeviceNet-uitvoering
12.
DEVICENET - UITVOERING
12.1.
Toelichting bij de begrippen
• Het DeviceNet is een veldbussysteem, dat op het CAN-protocol (Controller Area Network) is gebaseerd. Hiermee
is een koppeling van actoren en sensoren (slaves) met overkoepelende besturingen (masters) mogelijk.
• In het DeviceNet is de besturingskop een slave-apparaat overeenkomstig de in de specificatie van DeviceNet
vastgelegde, vooraf gedefinieerde Master/Slave Connection Set. Als I/O-verbindingsvarianten worden Polled I/O,
Bit Strobed I/O en Change of State (COS) ondersteund.
• Bij het DeviceNet maakt men onderscheid tussen cyclisch of gebeurtenisgestuurd overgedragen procesmeldingen
met een hoge prioriteit (I/O Messages) en a-cyclische managementmeldingen met een lage prioriteit (Explicit
Messages).
• Het protocolverloop komt overeen met de DeviceNet-specificatie Release April 2010.
12.2.
Elektrische aansluitmogelijkheid
Afbeelding 21:
Aansluitconcept DeviceNet
12.3.
Specificatie DeviceNet
EDS-bestand
Symbolen
Baudrate
Adres
Procesgegevens
INTELLITOP2.EDS
INTELLITOP2.ICO
125 kbit/s, 250 kbit/s, 500 kbit/s (instelbaar met DIP-schakelaar 7, 8);
Fabrieksinstelling: 125 kbit/s
(zie hoofdstuk "12.10.2. Instelling van de baudrate")
0 ... 63 (instelbaar met DIP-schakelaar 1 ... 6);
Fabrieksinstelling: 63
(zie hoofdstuk "12.10.1. Instelling van het DeviceNet-adres")
2 statische input-eenheden
(input: van IntelliTop 2.0 naar DeviceNet-master/scanner)
1 statische output-eenheid
Kabelschroefverbinding met meerpolige
aansluiting
(M12-stekker conform IEC 61076-2-101, 5-polig)
Aansluiting links:
spanning, signalen
Aansluiting rechts:
externe initiator
nederlands
51