Onderhoud,verhelpenvanstoringen
19.3.
Onderhoud / Service
Als de besturingskop IntelliTop 2.0 volgens voorschrift wordt gebruikt, werkt deze onderhouds- en storingsvrij.
Voor servicewerkzaamheden worden bepaalde onderdelen of componenten als reserveonderdelensets aangeboden
(zie hoofdstuk "21. Reserveonderdelen" op pagina 97). Reparaties aan de besturingskop voor gebruik in een
Ex-atmosfeer mogen echter alleen door de fabrikant worden uitgevoerd.
Bij een actieve servicefunctie (zie hoofdstuk "6.7. Fabrieksinstellingen van de firmware" op pagina 24) volgt een
onderhoudsverzoek - aangegeven door een "knipperpatroon" in de storingskleur (1 s AAN, 3 s UIT) - zie hoofdstuk
"17.2. Knipperpatroon/Signaleren van fouten" op pagina 81.
19.4.
Reiniging
AANWIJZING!
Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het materiaal beschadigen!
• Veeg de besturingskop ter voorkoming van elektrostatische opladingen uitsluitend schoon met een vochtige
of antistatische doek.
• Voor het reinigen van de buitenzijde kunnen in de branche gebruikelijke reinigingsmiddelen en schuimrei-
nigers worden gebruikt. Het is echter raadzaam, voor gebruik van de reinigingsmiddelen eerst de verdraag-
zaamheid van het behuizingsmateriaal en afdichtingen te controleren.
→
De besturingskop reinigen en grondig met schoon water afspoelen, zodat er geen resten in de groeven en
holtes achterblijven.
De concentratie van onvoldoende afgespoeld reinigingsmiddel kan door verdamping van het wateraandeel
duidelijk tot boven de toepassingsconcentratie stijgen. Daardoor wordt het chemische effect met een
veelvoud versterkt!
Neem de aanwijzingen van de fabrikant en toepassingsadviezen van de reinigingsmiddelenfabrikant in acht!
19.5.
Storingen
Indien ondanks een deskundige installatie toch storingen optreden, moet de in onderstaande tabel beschreven
storingsanalyse worden uitgevoerd:
Omschrijving van de storing Mogelijke storingsoorzaak
Geen terugmeldingssignaal
Instelling van het trajectmeet-
systeem (Teach-In) past niet bij de
spindelpositie
Instelling van de externen initiatoren
is onjuist
Niet of onjuist aangesloten terug-
meldingssignalen of externe initiator
Target is niet aan de spindel van de
procesklep gemonteerd c.q. target
is defect
Verhelpen van de storing
Teach-In-proces uitvoeren/herhalen
(zie hoofdstuk "16.1. Instellen van het
trajectmeetsysteem (Teach-In)")
Externe initiator conform bijbehorende
bedieningshandleiding instellen.
Maak de aansluitingen in orde conform
de in deze bedieningshandleiding
(voor de betreffende spannings- of com-
municatievariant) weergegeven PIN- of
stekkerbezettingen.
Controleer de target op correcte
montage c.q. gesteldheid (zie hoofdstuk
("6.6. Gegevens trajectmeetsysteem")).
nederlands
89