Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Netwerktopologie Van Een Devicenet-Systeem; Configureren Van Devicenet-Adres/Baudrate - Pentair SUDMO INTELLITOP 2.0 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DeviceNet-uitvoering
12.9.

Netwerktopologie van een DeviceNet-systeem

Bij de installatie van een DeviceNet-systeem moet op een correcte eindweerstand van de dataleidingen worden
gelet. Deze eindweerstand voorkomt dat er storingen ontstaan als gevolg van signaalreflecties op de dataleidingen.
De hoofdkabel moet daarvoor aan beide uiteinden met weerstanden van elk 120 Ω en een verliesvermogen van
1/4 W worden afgesloten (zie "Afbeelding 24").
"Afbeelding 24" bevat een lijn met een hoofdkabel (Trunk Line) en meerdere nevenkabels (Drop Lines). Hoofd- en
nevenbekabeling bestaan uit identiek materiaal.
V +
V –
CAN_H
CAN_L
Afsluit-
weerstand
120 Ω
¼ W
Afbeelding 24:
Netwerktopologie

12.10. Configureren van DeviceNet-adres/baudrate

Voor de configuratie zijn 8 DIP-schakelaars aanwezig:
• DIP-schakelaar 1 tot 6 voor het DeviceNet-adres
• DIP-schakelaar 7 tot 8 voor de baudrate
Afbeelding 25:
Stand van de DIP-schakelaars
Nevenbekabeling
(Drop Lines)
DeviceNet-kabel,
max. 6 m lang
T1
Deelnemer 1 (knooppunt 1)
nederlands
Hoofdkabel (Trunk Line)
DeviceNet-kabel
Tn
Deelnemer n (knooppunt n)
Afsluit-
weerstand
120 Ω
¼ W
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave