Als het einde van het ondertouw bereikt of een touw gebroken is, vallen de verende
touwspanners (1) op de draaihoek (2). Op het terminal klinkt een akoestisch
waarschuwingssignaal en in het display van het terminal verschijnt een foutmelding. Het
akoestisch waarschuwingssignaal kan tijdens het invoeren van het touw worden uitgeschakeld,
zie
Pagina 331.
4.13
Functiebeschrijving touwloopindicator bovendraad
BPG000-099
De bovenste touwloop kan optisch door de beweging van de touwloopindicatie (1) (reflectoren)
worden bewaakt. De touwloopindicaties (1) bevinden zich boven op de machine. Tijdens het
vormen van een baal moeten de touwloopindicaties (1) zich pulserend op en neer bewegen.
Tijdens de normale werking bewegen alle touwloopindicaties (1) zich gelijktijdig op en neer.
Wanneer een storing optreedt, bevindt zich een gestoorde touwloopindicatie (1) van het touw
niet in dezelfde positie t.o.v. de andere touwloopindicaties (1).
Eventuele storingen wanneer de touwloopindicaties (1) boven blijven:
•
Het touw heeft zich om de knoperhaak gewikkeld.
•
De knopernaald heeft het bovenste touw niet gepakt (touw wordt niet doorgesneden).
•
De knoop is aan de knoperhaak blijven hangen (na afloop van het binden blijft een
touwloopindicatie (1) langer onder dan de anderen).
Eventuele storingen wanneer de touwloopindicaties (1) onder blijven:
•
De touwspanning is te laag.
•
De bovenste touwstring is gebroken.
•
De knoperhaak heeft geen knoop gebonden.
4.14
Functiebeschrijving elektrische knopercontrole
1
BPG000-100
De machine is uitgerust met een elektrische knopercontrole. Hierbij wordt elke knoper apart via
een sensor (1) bewaakt. Als een fout bij de knoper optreedt, verschijnt een foutmelding in het
display van het terminal,
BiG Pack 1290 HDP
Originele handleiding 150001371_03_nl
Functiebeschrijving touwloopindicator bovendraad
1
1
zie
Pagina 331.
Machinebeschrijving
4
4.13
71