2
Veiligheid
2.4
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld
Aangekoppelde en aangebouwde machines veranderen de rijeigenschappen van de trekker. De
rijeigenschappen zijn ook afhankelijk van de bedrijfstoestand en van de ondergrond. Wanneer
de bestuurder geen rekening houdt met veranderde rijeigenschappen, kan hij ongevallen
veroorzaken.
Neem de maatregelen voor het rijden op de weg en in het veld in acht,
Gevaren bij niet-correct voorbereide machine voor het rijden op de weg
Wanneer de machine niet correct voor het rijden op de weg wordt voorbereid, kunnen ernstige
ongevallen in het wegverkeer hiervan het gevolg zijn.
Telkens voor het rijden op de weg de machine hiervoor voorbereiden,
Gevaren bij het rijden door bochten met aangehangen machine en door de totale
breedte
Door het uitzwenken van de machine bij het rijden door bochten en door de totale breedte
kunnen ongevallen worden veroorzaakt.
De totale breedte van de trekker-machine-combinatie in acht nemen.
Rekening houden met het grotere zwenkbereik bij het rijden door bochten.
De rijsnelheid bij het rijden door bochten aanpassen.
Bij het afbuigen bedacht zijn op personen, tegenliggend verkeer en hindernissen.
Gevaar bij de werking van de machine op een helling.
De machine kan bij de werking op een helling kantelen. Daardoor kunnen ongevallen worden
veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.
Alleen op een helling werken en rijden als de bodem van de helling vlak is en wanneer
gegarandeerd is dat de banden grip hebben op de bodem.
De machine met geringe snelheid omkeren. Een grote bocht rijden bij het omkeren.
Dwars op de helling rijden vermijden omdat vooral door de extra lading en het uitvoeren van
machinefuncties het zwaartepunt van de machine wordt veranderd.
Vermijd rukachtige bewegingen op de helling.
Parkeer de machine niet op een helling.
Brandgevaar
Door vaak afremmen bij het rijden op de weg, bijv. bij afdalen van een berg, kan het tot een
sterke warmteontwikkeling aan de rem komen.
Stof, verontreinigingen en oogstresten kunnen zich aan de hete oppervlakken van de rem
ontvlammen en personen door brand ernstig verwonden of doden.
Een te sterke warmteontwikkeling aan de rem door vooruitziend rijden in het wegverkeer
voorkomen.
De machine in het bereik rond de rem tijdens de werkdag regelmatig controleren en
reinigen.
24
zie
Pagina 264.
zie
Pagina 265.
BiG Pack 1290 HDP
Originele handleiding 150001371_03_nl