Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruiknameprotocol - elco AURON Series Bedrijfshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AURON Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ingebruikname
Reinigen
Vullen en spoelen van de installatie
Schoonmaak van de installatie
Vóór het vullen van de installatie moe-
ten de
leidingen ontdoen worden van alle re-
sten van productie en montage. Zelfs
de kleinste hoeveelheden vreemde
stoffen kunnen catalytisch op het war-
mtemedium werken en leiden tot de
ontleding hiervan.
Spoel de installatie volledig tot deze
vrij is van alle resten.
Daarna de installatie leeg laten lopen.
Vullen en spoelen van de installatie
De installatie mag pas gevuld en in
bedrijf worden genomen wanneer een
warmte-afname aanwezig is.
Open alle kranen en ontluchtingsmo-
gelijkheden; vooral de ontluchters op
de collectoraansluitingen en (indien
aanwezig) op de luchtpan.
Als warmtemedium mag uitsluitend
Tyfocor LS worden gebruikt. Ook in
een klimaat zonder vorst is gebruik
met alleen water niet toegestaan om-
dat er dan geen bescherming is tegen
corrosie.
Ingebruikname van zonnepomp en
zonneregelaar
Raadpleeg hierbij de betreffende ge-
bruiksaanwijzingen
Bij de ingebruikname moet men de
aangegeven temperaturen op plausi-
biliteit controleren.
Pomp- en regelaarfunctie in het zon-
necircuit controleren.
Regelaar, pomp en eventueel de do-
orstroombegrenzer op de installatie
instellen.
Tyfocor LS is al helemaal klaar in de
juiste mengverhouding en mag niet
met water of andere warmtemedia
worden gemengd.
Bekijk hiervoor de aanwijzingen op
het Gegevensblad voor de veiligheid.
Pomp het warmtemedium met een
drukpomp door de vul- en afvoerkra-
an in de installatie, daarbij de sluit- en
ontluchtingsventielen na elkaar slui-
ten zodra er vloeistof naar buiten
komt. Laat de uit de afvoerkraan
lopende vloeistof in een apart vaatje
lopen, tot het warmtemedium eruit
komt, om het water dat nog in de col-
lectoren zit, eruit te drijven. Onderbre-
ek het vullen en verbind de afvoerkra-
an met de drukpomp.
Spoel de installatie 2 uur lang met 3,5
bar, tot het systeem helemaal luchtvrij
is.
Voordat men het vulproces afsluit,
moet men de installatiedruk instellen
en langzaam de ventielen sluiten.
Doorstroomhoeveelheid instellen
De doorstroomhoeveelheid moet in
overeenkomst met de grootte van het
collectorveld en de aansluitingsvariant
worden ingesteld. Uitgangspunt is hier-
bij het absorbtieoppervlak.
Nominale doorstroomhoeveelheid:
(nodig voor de energieopname uit het
collectorveld bij maximale zonne-
instraling)
80 l/m²h = 1,3 l/m²min
Regeling van het toerental :
Men mag niet onder de volgende mini-
male doorstroomhoeveelheden komen.
Diagonale collectorveldaansluiting:
30 l/m²h = 0,5 l/m²min
Collectorveldaansluiting aan één kant:
45 l/m²h = 0,75 l/m²min
Raadpleeg hiervoor de aanwijzingen in
het hoofdstuk: Hydraulisch ontwerp van
het collectorveld. (Bladzijden 15 -16)
Installatiedruk:
De installatiedruk is afhankelijk van de
hoogte van de installatie en de vuldruk
in het expansievat. (Tabel op bladzijde
13).
Controleer de druk en regel eventueel
bij door openen van ventielen en dru-
kregelaar; bij het bereiken van de
vuldruk moet men de vul- en afvoer-
kraan sluiten.
Controleer door het openen van de
handontluchter op het hoogste punt
van de installatie of inderdaad alle
lucht eruit is. Eventueel herhaalt men
het spoelproces .
Let er bij gebruik van ontluchting met
afstandbediening op, dat minstens de
inhoud van het ontluchtingsbuisje
afgevoerd moet worden: 0,3 cl per
meter ontluchtingsbuisje met 6 mm
doorsnee.
Daarna:
Afdekfolie verwijderen van de collec-
toren
Controleren dat de installatie het go-
ed doet
Ingebruiknameprotocol invullen
Gebruiker wegwijs maken
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Auron b 15 dfAuron e 15 dfAuron b 20 dfAuron e 20 dfAuron

Inhoudsopgave