Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

elco AURON Series Bedrijfshandleiding pagina 29

Verberg thumbnails Zie ook voor AURON Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbrengen van het montageframe
Vlak dak variant E: liggende montage op plat dak of in tuin
met montageframe zonder instelbare hellingshoek
Voorbereiden en controleren van het dak
Controleer het dak op de volgende pun-
ten
Lekdichtheid en noodzaak tot sane-
ring. Daksanering moet niet voor de
nabije toekomst gepland zijn.
Draagkracht van het dak.
De bevestiging van het montagefra-
me moet in afhankelijkheid van de
draagkracht van het dak worden ge-
realiseerd. Daarvoor zijn geval voor
geval berekeningen van een deskun-
dige nodig, die rekening houdt met de
sneeuw- en windbelasting ter plaatse.
A
Basismodule met uitbreidingsmodule E 15
A
Basismodule met uitbreidingsmodule E 20
Daar bij deze manier van bevestigen
de windlast zeer gering is (plat liggen-
de vacuumbuizen-collectoren bieden
bijna geen vlakken waar de wind
kracht op uitoefent), is het genoeg om
gewone, in de handel verkrijgbare
betonplaten te gebruiken met een
lengte van ongeveer 45 cm en een
dikte van ongeveer 5 cm. De afzon-
derlijke platen mogen echter niet min-
der wegen dan 20 kg. Het dak moet
op deze manier een extra draagver-
mogen opbrengen van 50 kg/m² . Ter
bescherming van het dakoppervlak
moet men constructie-
beschermingsmatten gebruiken.
D
F
B
Zuiden
D
F
B
Zuiden
Als alternatief kunnen de montage-
rails stevig op dragers vastgeschroefd
worden, die de kracht op stvige mu-
ren moeten overbrengen.
Betonplaten, schroeven en pluggen
voor de bevestiging van de montage-
rails zijn niet inbegrepen bij de leve-
ring en moeten op de bouwplaats
worden verzorgd.
Bevestigingspunten bepalen
Houd rekening met de volgende pun-
ten:
Het collectorveld moet op het zui-
den worden gericht, dat wil zeggen
E
dat de as van de buizen in de ri-
chting oost-west staat.
Het collectorveld moet zo mogelijk
schaduwvrij zijn.
De leidingen moeten zo kort moge-
lijk zijn en direct naar de pompgroep
en de warmteopslag worden ge-
legd.
De opstelling moet niet te dicht bij
de dakrand zijn, om de windlast
(zog-werking) zo gering mogelijk te
houden. Minimale afstand: 1,2 m;
Bij hogere gebouwen en blootge-
stelde zones: groter.
De afstand van de bevestigingspun-
ten wordt individueel onder be-
E
schouwing van de gebruikte verza-
melaarlengte,
(AURON 15 = 138 cm)
(AURON 20 = 184 cm) en de positie
van de verbindingsplaat tussen de
verzamelaars en de basisrails bepa-
ald. Let erop, dat in het bereik van
de verbindingsplaat
F = 12 cm
geen bevestiging mogelijk is.
Een overdekking
E: 7 tot 45 cm
en een maximale afstand
A: tot 120 cm
mag niet worden overschreden.
De afstand van de opleggers bedra-
agt:
B = 194 tot 160 cm
(zie bladzijde 21 en bladzijde 22)
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Auron b 15 dfAuron e 15 dfAuron b 20 dfAuron e 20 dfAuron

Inhoudsopgave