1.
Monteer de steunrails en steunbochten. (→ Pagina 26)
2.
Bepaal de totale lengtes van de flexibele verbrandings-
gasleidingen (4) van de bovenkant van de schacht-
monding tot aan de steunbochten .
3.
Maak in eerste instantie enkel een raming van de totale
lengte rekening houdende met de veiligheidstoeslag
per offset.
–
Toeslag: ≥ 500 mm
4.
Snijd de verbrandingsgasleidingen in een gleuf met
een zaag of een schaar pas op de juiste lengte af als
u de verbrandingsgasleidingen in de schachtmonding
bevestigt.
5.
Monteer indien nodig eerst de verbindingselementen.
(→ Pagina 27)
6.
Monteer de beide verbrandingsgasleidingen tegelijk.
–
Afstandhouders tussen flexibele verbrandingsgas-
leiding en schachtwand zijn niet vereist.
7.
Bevestig de montagehulp. (→ Pagina 27)
8.
Breng de verbrandingsgasleidingen van boven in de
schacht in, de kabel van de montagehulp als eerste.
Aanwijzing
Een montagehulp kan volstaan als de ver-
brandingsgasleidingen aan de einden met
een kabelbinder verbonden worden.
De verbrandingsgasleidingen kunnen ook
van onderen naar boven gemonteerd wor-
den als de schachtopening groot genoeg
gekozen wordt.
9.
Als de flexibele verbrandingsgasleidingen helemaal in
de schacht ingebracht zijn, demonteer dan de monta-
gehulpen.
10.
Monteer de afdichtingen (5) in de onderste onbescha-
digde groeven van de verbrandingsgasleidingen.
30
11.
1
2
12.
3
13.
4
14.
15.
16.
5
17.
6
18.
19.
20.
6.5.4
Installatiehandleiding luchttoever- en verbrandingsgasafvoer 0020282330_02
Breng een beetje van het meegeleverde glijmiddel op
de afdichtingen aan. Let er bij de montage op dat de
afdichtingen niet uit de groeven worden gedrukt.
Schuif de onderste einden van de verbrandingsgaslei-
dingen tot aan de aanslag in de insteekelementen (6).
Maak het insteekelement vast met de kliksluitingen.
Steek het insteekelement aan het onderste einde van
de verbrandingsleiding in de steunbocht tot de gren-
delhaken achter de afdichtingsuitsparing van de steun-
bocht vastklikken.
Monteer de afdichtingen (2) in de bovenste onbescha-
digde groef van de verbrandingsgasleidingen.
Schuif de verbindingsstukken met mof (1) over de ver-
brandingsgasleidingen.
Bevestig de verbindingsstukken met de kliksluitingen
boven het montagekruis (3).
◁
De rookgasleidingen hangen in het montagekruis.
Monteer de schachtkap van de flexibele dubbele ver-
brandingsgasleiding ⌀ 60. (→ Pagina 36)
Monteer de schachtaansluiting voor van de omge-
vingslucht afhankelijke werking (→ Pagina 46) of de
schachtaansluiting voor van de omgevingslucht onaf-
hankelijke werking (→ Pagina 47).
Sluit het product op de VLT/VGA aan. (→ Pagina 53)
Flexibele verbrandingsgasleiding ⌀ 80 met
verticale dakdoorvoer monteren
Gevaar!
Brandgevaar door gebruik van een verwij-
derde schacht die niet aan de brandveilig-
heidseisen voldoet!
Alleen als de verwijderde schacht (oude
schoorsteen) niet aan brandveiligheidseisen
moet voldoen, dan mag hij voor de VLT/VGA
gebruikt worden.
▶
Neem de geldende bouwvoorschriften in
acht.