13.2
Tabel van de bedrijfs- en storingsmeldingen
Beschrijving
200
O
Toestel is in cv-modus
201
O
Toestel is in warmwatermodus
202
O
Programma voor bedrijfsoptimalisatie van het
toestel is actief: het tijdsinterval voor het herin-
schakelen van de brander is nog niet verlopen
( servicefunctie 3-b2).
203
O
Toestel bedrijfsgereed, geen warmtevraag.
204
O
De actuele aanvoertemperatuur is hoger dan de
gewenste aanvoertemperatuur. De brander is
uitgeschakeld.
207
–
Systeemdruk te laag
208
O
Het toetstel bevindt zich in servicebedrijf. Het
servicebedrijf wordt na 30 minuten automatisch
uitgeschakeld.
213
B/V
Temperatuurverschil tussen aanvoer en retour
te hoog.
214
V
De ventilator wordt gedurende de veiligheidstijd
uitgeschakeld.
215
V
Ventilator te snel
219
V
Aanvoer- of retourwater te heet
222
V
Onderbreking van de NTC-bekabeling
223
V
224
B
De rookgastemperatuurbegrenzer of de koelli-
224
V
chaamtemperatuurbegrenzer is geactiveerd.
227
B
Vlam wordt niet herkend.
227
V
228
V
Vlamsignaal ondanks uitgeschakelde brander.
1200 HRC – 6721861777 (2023/08)
Storing verhelpen
–
–
–
–
–
▶ Systeem vullen en aftappen
▶ Druksensor indien nodig vervangen
–
Wanneer de blokkerende storing langer aanhoudt, gaat deze over in een vergrendelen-
de storing.
▶ Afsluiters openen.
▶ De waterdruk in het systeem moet minimaal 1 bar zijn.
▶ Max. 1 thermostaatkraan moet zijn geopend.
▶ Retour- en aanvoersensor controleren.
▶ Circulatiepomp controleren.
▶ Ventilator controleren en eventueel vervangen.
▶ Netspanning controleren.
▶ Ventilator vervangen.
▶ De netspanning moet met de standaardwaarde overeenkomen.
▶ Aanvoer- en retourwaterkabel controleren.
▶ Bedrading van de aanvoertemperatuursensor controleren.
Wanneer de blokkerende storing langer aanhoudt, gaat deze over in een vergrendelen-
de storing.
▶ Klepstand in cv-groep controleren, eventueel klep openen.
▶ Waterdruk controleren en eventueel water bijvullen, tot de voorgeschreven druk is
bereikt.
▶ Koellichaamtemperatuurbegrenzer en aansluitkabel op breuk controleren, eventu-
eel vervangen.
▶ Rookgastemperatuurbegrenzer en aansluitkabel op breuk controleren, eventueel
vervangen.
▶ Toestel ontluchten met servicefunctie 4-A1 ( pagina 14).
De blokkerende storing wordt na de 5e ontstekingspoging een vergrendelende sto-
ring.
▶ Controleer, of de gasklep is geopend.
▶ Gasaansluitdruk controleren.
▶ Ionisatiesignaal controleren.
▶ Netaansluiting controleren.
▶ Elektroden samen met kabels controleren, eventueel vervangen.
▶ Rookgasafvoersysteem controleren, eventueel reinigen of repareren.
▶ Controleer de gas-lucht-verhouding, eventueel corrigeren.
▶ Reinig het koellichaam.
▶ Gasklep controleren en eventueel vervangen.
▶ Controleer de branderinstelling, eventueel corrigeren.
▶ Controleer aanwezigheid vlam.
▶ Controleer de elektroden en aansluitkabel, eventueel vervangen.
▶ Gasklep controleren en eventueel vervangen.
▶ Toestelelektronica controleren en eventueel vervangen.
Storingen
49