3 | Uitleg van de symbolen/ Veiligheidsinstructies Uitleg van de symbolen/ Veiligheidsinstructies Uitleg van de symbolen Veiligheidsinstructies Waarschuwingssymbolen Wat te doen bij gasgeur: B gaskraan dichtdraaien. Veiligheidsinstructies worden omkaderd en B ramen openen. aangegeven met een uitroepteken in een ge- B geen elektrische schakelaars bedienen.
Voorschriften | 4 Voorschriften De overheidsnormen moeten in acht worden genomen. CE-conformiteitsverklaring Dit toestel voldoet aan de eisen uit de Europese richtlij- nen 90/396/EEC, 92/42/EEC, 73/23/EEC. 89/336/EEC en komt overeen met de specificaties zoals beschreven in het CE-certificaat. Model Categorie PT, ES, GB, IT, CH, HR II2H3+ II2E3B/P...
Technische gegevens | 8 Zet de hoofdschakelaar ( Afb. 4, pos. 3) op "1" zodat Elektrisch schema het toestel gereed is voor gebruik. Wanneer een warmwaterkraan opengedraaid wordt, wordt de waterdebietsensor ( turbine) geactiveerd en zendt deze een signaal naar de besturingsunit. Dit sig- naal activeert het volgende: •...
Gebruik | 10 Gebruik Afb. 4 resetknop In/uitschakelen geiser temperatuurkiezer hoofdschakelaar brander-LED Inschakelen B Draai de hoofdschakelaar in de positie 1. Het temperatuurkiezer geeft aan tot welke tempera- Bedienen van het toestel tuur het water verwarmd wordt. VOORZICHTIG: B Het opstarten van de geiser moet ge- schieden door de erkende installateur die de klant alle informatie verschaft die nodig is voor correct gebruik.
11 | Gebruik B Draai de temperatuurkiezer op de gewenste waar- Afb. 7 aftappen toestel Afb. 6 B Open daarna een warmwaterkraan. Wanneer u een temperatuur kiest die hoger is dan die mogelijk is met het vermogen van de geiser, dan kan de gekozen temperatuur niet bereikt worden: B In dat geval dient u het uitstroomdebiet te verminderen door de warmwaterkraan...
Rookgasafvoer | 12 Rookgasafvoer Rookgasafvoer accessoires De rookgasafvoer heeft een binnendiameter van 60mm en een buitendiameter van 100mm. Type Benaming Bestelnr. AZ388 Muurdoorvoerset 7 716 050 063 AZ390 Concentrische verlengpijp 350 mm 7 716 050 065 AZ391 Concentrische verlengpijp 750 mm 7 716 050 066 AZ394 Concentrische 45°...
13 | Rookgasafvoer 6.1.2 Montage van adapter en restrictiering Afhankelijk van de rookgasafvoerleiding en de installatie- omstandigheden kan het nodig zijn een restrictiering te monteren ( Afb. 9, pos. 2) onder de adapter ( Afb. 9, pos. 1). De adapter wordt niet met het toestel meegele- verd en dient besteld te worden.
Rookgasafvoer | 14 6.1.3 Horizontale schoorsteen Afb. 11 Aanbevolen vrije ruimte (mm) AZ 388 WT11 WT14 Tabel 9 6.1.4 Montage van adapter en restrictiering Afhankelijk van de rookgasafvoerleiding en de installatie- omstandigheden kan het nodig zijn een restrictiering te monteren ( Afb. 12, pos. 2) onder de adapter ( Afb. Afb.
Pagina 15
15 | Rookgasafvoer Schoorsteen konfiguratie C12 - horizontaal met accesoire AZ388 and AZ395 90° [mm] [mm] WT.11 WT.14 1 x 90° ≤ 1500 4000 Ø 78 Ø 80 1500 - 2500 Ø 78 Ø 83 2500 - 4000 Ø 78 2 x 90°...
Installatie | 16 Installatie GEVAAR: Explosie! Belangrijk B Gaskraan altijd sluiten voordat werk- B Raadpleeg voor het installeren het gasbedrijf en de zaamheden aan gasvoerende delen wor- geldende wetgeving m.b.t. gastoestellen en ventilatie den uitgevoerd. ter plaatse. B Installeer een gaskraan zo dicht mogelijk bij het toe- Opstelling, spanningsaansluiting, gas- en stel.
17 | Installatie maatregelen nodig voor ontvlambare bouwmaterialen of B Zorg dat alle aangegeven onderdelen aanwezig zijn. behuizingen. B Verwijder de pluggen uit de gas- en wateraansluitin- gen. B Klik de afdekplaat voorzichtig van de mantel Minimale afstanden ( Afb. 15, pos. 1). Bepaal de plaats voor de installatie met in achtneming B Draai de twee schroeven uit de mantel ( Afb.
Installatie | 18 B Eenmaal aangesloten moet de leiding geïnspecteerd Gasaansluiting worden en gegarandeerd zijn dat alles goed is afge- dicht. De gasaansluiting moet voldoen aan de GAVO NEN1078. Diameter van de gasleiding volgens GAVO NEN1078 be- palen. B Controlleer of de gasleiding inwendig schoon is. B Monteer de gaskraan.
19 | Elektrische aansluitingen Elektrische aansluitingen GEVAAR: elektrische ontlading! B Voordat gewerkt wordt aan de elektri- sche installatie moet de stroom uitge- schakeld worden. Het toestel is voorzien van een gelabeld netsnoer. Alle wetgeving, controles en beveiligingen zijn goed getest in de fabriek en zijn klaar voor gebruik.
Gasregeling | 20 Gasregeling B Draai de besturingsunit een kwartslag. Fabrieksinstellingen B Hang de besturingskast aan de daarvoor bestemde haken op. Verzegelde onderdelen mogen niet gewij- zigd worden. Aardgas Geisers die ontworpen zijn voor aardgas L (G25) worden in de fabriek verzegeld voor de levering nadat de waar- den op het typeplaatje zijn gecontroleerd.
21 | Gasregeling B Demonteer de brander. Na het afstellen, het toestel tenminste 30 seconden op vollast laten draaien. Minimale gasdebietregeling Hoofdschakelaar in positie 0. De minimale gasdrukinstelling (laaglast) is alleen nodig als de brander vaak uitgaat wanneer het waterdebiet verminderd Afb.
Onderhoud | 22 Onderhoud Om het gasverbruik en de emissie van schadelijke stof- B Indien noodzakelijk: ontkalk het binnenste van de fen zo gering mogelijk te houden, bevelen wij aan, het warmtewisselaar en de aansluitleidingen. toestel jaarlijks te controleren en eventueel te laten on- B Monteer de warmtewisselaar weer met nieuwe pak- derhouden.
23 | Onderhoud keringen defect. Vervang deze als volgt: B Schroef de afdekplaat van de besturingsunit los ( Afb. 23, pos. 1). Afb. 23 besturingsunit B Vervang de defecte zekering(en) ( Afb. 23, pos. 2). B Monteer de afdekplaat en de mantel. B controleer de werking van de geiser.
Storingen en oplossingen | 24 Storingen en oplossingen * Bij herhaling van de storing adviseren wij u contact op te nemen met uw leverancier of fabrikant. Storing Oorzaak Oplossing Er is geen ontsteking in de geiser Geen elektrische voeding. Controleer of de stekker in het stop- en het bedieningspaneel werkt contact steekt.
Milieubescherming | 26 Milieubescherming Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep. Veiligheid, milieuvriendelijkheid en efficiency zijn voor ons doelstellingen met dezelfde waarde bij de ontwikke- ling en fabricage van onze producten. Deze dragen bij aan meer veiligheid en een groter welbe- vinden bij de gebruikers en aan een beter milieu met be- trekking tot herbruikbaarheid en afvoeren.