10.4 Gebruikersprogramma's (Gebruikerscyclus)
De programma-instellingen moeten worden afgestemd op de spoeltechnische eisen en het
gebruikte spoelgoed.
Om de programma-instellingen te kunnen wijzigen, is specifieke machinekennis vereist.
Wijzigingen kunnen daarom alleen door deskundige gebruikers of door de Miele Service worden
uitgevoerd.
t 0 = gedeactiveerd
t 1 = gemiddelde waarde met koud en warm water
t 2 = hoge waarde met koud en warm water
t 3 = gemiddelde waarde met koud en warm water + reinigingsmiddel
t 4 = hoge waarde met koud en warm water + reinigingsmiddel
t 5 = gemiddelde waarde met koud water
t 6 = hoge waarde met koud water
t 7 = gemiddelde waarde met koud water + reinigingsmiddel
t 8 = hoge waarde met koud water + reinigingsmiddel
REV.0.01_COD.100360_A4
LET OP
Bij gevalideerde processen moeten veranderingen in het programma c.q. de
dosering worden gedocumenteerd.
De processen moeten eventueel opnieuw worden gevalideerd.
Houd de toets PRG 5 seconden ingedrukt.
Blader met de toets PRG door het menu totdat de volgende
optie in het display wordt weergegeven:
Druk op de toets START .
Voer het wachtwoord in met behulp van de toetsen KORT en
STANDAARD en bevestig met de toets START .
Selecteer met behulp van de toetsen KORT en
STANDAARD het gebruikersprogramma ("US1", "US2" of
"US3") en bevestig de selectie met de toets START .
Selecteer elke programmafase afzonderlijk met behulp van de
toetsen KORT en STANDAARD en bevestig de keuze met
de toets START .
Selecteer de parameters (zie hieronder "t 0" – "t 8") met behulp
van de toetsen KORT en STANDAARD en bevestig met de
toets START .
Druk op de toets START om de waarden op te slaan.
Met de toets STOP verlaat u het menu zonder wijzigingen op
te slaan.
o
"GEBRUIKERSCYCLUS"
MENU
Pagina 33