INSTALLATIE
3.3
Stoomaansluiting (optioneel)
De stoomaansluiting vindt plaats met inachtneming van geldende bepalingen en conform het
installatieschema (aansluiting, maximale druk, piekvolumestroom).
Schakel na het aansluiten de stoomverdeling in en open de stoomkranen langzaam. Controleer de
aansluiting op dichtheid.
Leeg de stoomleidingen als volgt:
Sluit de stoomkraan.
Druk op de knop KORT en start.
De reinigingsautomaat wordt met water gevuld en het stoomcircuit loopt leeg. Het systeem
toont een storing.
De verwarmingswijze (elektrisch, stoom of combi) kan worden ingesteld door de Miele Service,
de vakhandel of een hiervoor gekwalificeerde vakman.
REV.0.01_COD.100360_A4
LET OP
Draag tijdens aansluit- en onderhoudswerkzaamheden altijd persoonlijke
beschermingsmiddelen (veiligheidshandschoenen, gezichtsmasker, enz.).
De stoomtoevoer moet door middel van een overdrukinstallatie worden
gezekerd, die overeenkomt met een druk die 1,1 keer de maximale nominale
druk tijdens bedrijf bedraagt.
Handmatig bediende kranen moeten voor alle toevoertypen in de onmiddellijke
nabijheid van de aansluitingen worden geplaatst.
Reduceer voor onderhoudswerkzaamheden de stoomdruk en leeg de
stoomleidingen om verbranding te voorkomen.
Pagina 16