d) Roll-functie
Met "Roll" wordt de beweging om de lengteas bedoeld, vergelijkbaar met het zijwaarts rollen van een bal (of het zij-
waarts wandelen van een krab). Daardoor beweegt door het optillen van een kant van de quadrocopter onafhankelijk
van zijn voorwaartse beweging naar de zijkant.
Als u de rechter stuurhendel (afbeelding 4, pos. 13) naar links beweegt, zal de quadrocopter in zijn geheel naar links
zweven. Als u de stuurhendel naar rechts beweegt, zal de quadrocopter naar rechts zweven.
Afbeelding 8
e) Vliegmodus
Met de quadrocopter kunt u kiezen tussen twee verschillende vliegmodi, afhankelijk van uw vliegervaring.
U wijzigt de vliegmodus door kort op de knop "vliegmodus" (afbeelding 4, pos. 5) op de zender te drukken.
In de beginnermodus zijn de bedieningsbevelen beperkt in de zin dat u heel gemakkelijk en heel snel kunt leren
vliegen met de quadrocopter. Deze vliegmodus wordt aanbevolen voor piloten die geen of zeer weinig vliegervaring
hebben met een quadrocopter.
De beginnermodus is na ieder inschakelen van de zender de basisconfiguratie.
De geavanceerde modus wordt aanbevolen voor piloten die al ervaring hebben opgedaan met andere quadrocopter-
modellen. In deze modus is de quadrocopter aanzienlijk behendiger in zijn besturingsgedrag dan in de beginnermo-
dus. Om deze modus te activeren, drukt u kort op de knop "Vliegmodus" op de zender (afbeelding 4, pos. 5) totdat u
een dubbele pieptoon hoort.
Door nogmaals op de knop "vliegmodus" te drukken, is de beginnermodus weer actief. Dit wordt gesignaleerd met
een enkele toon.
20