Elektrische aansluitingen
3. Elektrische aansluitingen
Bij het leggen van de elektrische be-
kabeling moeten de voorschriften
voor het aanleggen van sterkstroom-
installaties conform VDE 0100 en
de bepalingen van de locale autori-
teiten absoluut worden aangehou-
den.
5801
"a"
"e"
e = rechtsdraaiend
a = linksdraaiend
5802
"e"
"a"
e = ingaand
a = uitgaand
Fig. 5 ⋅ Klemmenaansluitingen
8
EB 5801 NL
Stelsignaal
Driepunts
S2
PE
Stelsignaal
analoog
(klepstandsteller)
S2
N
L
12
–
(0)4...20mA
PE
L
N
0(2)...10V
Ingang
stelsignaal
Eindschakelaar
S1
2L
1L
N
e
a
+
–
N
Eindschakelaar
S1
e
a
+
–
11
31
33
13
32
+
+
+
+
–
(0)4...20mA
0(2)...10V
Uitgang
2
1
4
a
e
a
CW
1.31
1.32
1.33
2.31
Potentiometer
2
1
4
a
82
83
2.31
Potentiometer
Veiligheidspositie
e
CW
2.32
2.33
e
CW
2.32
2.33