Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koelelemen-
ten van de elektronica zijn voorzien van
een oververhittingsbeveiliging. Voordat
de inductiespoelen en/of de koelele-
menten oververhit raken, leidt de over-
verhittingsbeveiliging tot een van de
volgende reacties:
Inductiespoelen
– Een ingeschakelde booster wordt uit-
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De verwarming van een bereik wordt
automatisch uitgeschakeld. In het ti-
merdisplay knipperen afwisselend
en .
U kunt het bereik gewoon weer in ge-
bruik nemen als de foutmelding is ver-
dwenen.
Koelelement
– Een ingeschakelde booster wordt uit-
geschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
– De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld.
Pas als het koelelement voldoende is
afgekoeld, kunt u de betreffende berei-
ken weer gewoon in gebruik nemen.
In de volgende gevallen kan de overver-
hittingsbeveiliging in werking treden:
– De pan op de kookzone is leeg.
– Vet of olie wordt op een hoge vermo-
gensstand verhit.
– De onderkant van de kookplaat wordt
niet voldoende geventileerd.
– Een heet bereik wordt na een stroom-
storing weer ingeschakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is weggeno-
men, neem dan contact op met Miele.
Beveiligingen
41