Bediening
Pannen plaatsen
Op deze kookplaat kunt u maximaal 6
pannen gelijktijdig gebruiken.
Tips
– U kunt de pan willekeurig op het
bruikbare kookoppervlak plaatsen.
– We raden aan om eerst de kookplaat
in te schakelen en dan de pan erop te
plaatsen. Zo herkent de inductie de
pannen sneller.
– Als u meerdere pannen gelijktijdig ge-
bruikt, plaatst u ze zo ver mogelijk uit
elkaar. Zo kan de inductie de pannen
duidelijk herkennen.
– Verplaats pannen één voor één, niet
gelijktijdig.
– Als u een pan verplaatst, licht de bij-
behorende getallenreeks op. De inge-
stelde vermogensstand wordt mee-
genomen.
– Pannen met een bodemdiameter van
100–145 mm worden niet op alle
plaatsen herkend.
30
Mogelijke storingen
U plaatst een pan op de kookplaat en
de bijbehorende getallenreeks ver-
schijnt niet.
De pan wordt niet herkend op deze
plaats, omdat hij erg klein is.
Plaats de pan opnieuw op de kook-
plaat. Als ze nog steeds niet wordt
herkend, gebruik dan een andere
pan.
Op de kookplaat bevinden zich meerde-
re pannen. U plaatst nog een pan erbij
en het symbool licht op.
De pannen staan niet ver genoeg uit el-
kaar.
Plaats de pannen opnieuw op de
kookplaat.
Verplaats pannen één voor één, niet
gelijktijdig.
U plaatst een pan opnieuw op de kook-
plaat en de ingestelde vermogensstand
begint te knipperen.
De pan wordt niet herkend.
Raak de knipperende vermogens-
stand aan.
Als de vermogensstand blijft knippe-
ren, plaatst u de pan opnieuw op de
kookplaat.
U plaatst de pan opnieuw op de kook-
plaat, de ingestelde vermogensstand
dooft en 0 licht op.
Stel de vermogensstand opnieuw in.