Timer
Automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna de ver-
warming voor een pan wordt uitgescha-
keld. De functie kan voor alle pannen
gelijktijdig gebruikt worden.
De uitschakeltijd wordt steeds inge-
steld op de getallenreeks van de pan
die automatisch moet worden uitge-
schakeld.
Als de geprogrammeerde tijd langer is
dan de maximaal toegestane bedrijfs-
duur, wordt het apparaat door de vei-
ligheidsuitschakeling (zie overeenkom-
stig hoofdstuk) uitgeschakeld.
Als u een pan opnieuw op de kook-
plaat zet en de vermogensstand op-
nieuw instelt, wordt de uitschakeltijd
gewist. U dient de uitschakeltijd op-
nieuw in te stellen.
Stel voor de pan een gewenste ver-
mogensstand in.
Raak sensortoets aan.
Het controlelampje begint te knipperen.
Stel de gewenste tijd in.
Als u een uitschakeltijd voor een extra
pan wil instellen, gaat u te werk zoals
in het voorgaande beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden gepro-
grammeerd zijn, wordt de kortste rest-
tijd weergegeven en knippert het des-
betreffende controlelampje. De andere
controlelampjes branden statisch.
36
Wanneer u de op de achtergrond af-
gelopen resttijden wilt weergeven,
raak dan de sensortoets zo vaak
aan tot het controlelampje voor de
gewenste pan knippert.
Uitschakeltijd wijzigen
Raak de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje voor de ge-
wenste pan knippert.
Stel de gewenste tijd in.
Uitschakeltijd wissen
Raak de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje voor de ge-
wenste pan knippert.
Raak de 0 op het bedieningspaneel
aan.