WERKING
De camera is een visueel hulpmiddel bij
achteruitrijden.
WAARSCHUWING
De camera is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
LET OP
Wanneer u een hogedrukspuit
gebruikt om uw wagen te wassen,
spuit dan kort op de camera vanaf
een afstand van niet minder dan 20
centimeter.
Oefen geen druk op de camera uit.
N.B.: Houd de camera vrij van vuil, ijs en
sneeuw. Reinig de camera niet met
scherpe voorwerpen, ontvetter, was of
organische producten. Gebruik alleen een
zachte doek.
Tijdens de bediening worden in de display
hulplijnen weergegeven die de route van
de wagen en de geschatte afstand vanaf
voorwerpen aan de achterzijde
voorstellen.
ACHTERUITKIJKCAMERA
GEBRUIKEN
WAARSCHUWINGEN
De bediening van de camera
varieert afhankelijk van de
buitentemperatuur, de
rij-omstandigheden van de auto en het
type weg.
De in de display weergegeven
afstanden kunnen verschillen van
de werkelijke afstand.
Achteruitkijkcamera
111
WAARSCHUWINGEN
Plaats geen voorwerpen voor de
camera.
De camera is aangebracht op de
achterklep (bij de handgreep).
Achteruitkijkcamera activeren
LET OP
Het kan voorkomen dat de camera
voorwerpen die zich te dicht bij de
auto bevinden niet kan registreren.
Schakel de achteruitversnelling in met
ingeschakeld contact. De afbeelding
wordt weergegeven in de binnenspiegel.
De camera werkt wellicht niet correct
onder de volgende omstandigheden:
•
Donkere gebieden.
•
Fel licht.
•
Als de buitentemperatuur snel toe- of
afneemt.
•
Als de camera nat is (bijvoorbeeld
tijdens regen of een hoge
vochtigheid).
•
Als het zicht van de camera is
geblokkeerd (bijvoorbeeld door
modder).
Display gebruiken
LET OP
Voorwerpen boven de camera
worden niet weergegeven.
Controleer indien nodig het gebied
achter de auto.
Markeringen worden alleen gebruikt
als algemene richtlijn en worden
berekend voor auto's met een
maximale belading op een egaal wegdek.