Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Minimum Debiet Controleren; De Ontluchtingsfunctie - Daikin EWAQ006BAVP Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor EWAQ006BAVP:
Inhoudsopgave

Advertenties

9 Inbedrijfstelling
Proefdraaien.
Stelmotoren proefdraaien.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
9.4.1

Het minimum debiet controleren

1 Controleer naargelang de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen
mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen worden gesloten
(zie vorige stap).
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
proefdraaien" op
pagina 71).
4 Ga naar [6.1.8]:
> Informatie > Sensorinformatie > Debiet
om het debiet te controleren. Tijdens het testen/proefdraaien
van de pomp kan de unit onder dit vereist minimumdebiet
werken.
Omloopklep voorzien?
Ja
Wijzig de instelling van de
omloopklep om het minimum
vereiste debiet + 2 l/min te
bereiken
9.4.2

De ontluchtingsfunctie

Het is heel belangrijk dat bij de inbedrijfstelling en de installatie van
de unit alle lucht uit het watercircuit wordt verwijderd. Als de
ontluchtingsfunctie aan het werken is, werkt de pomp zonder dat de
unit eigenlijk werkt en zal het ontluchten van het watercircuit
beginnen.
OPMERKING
Vooraleer te ontluchten, open de veiligheidskraan en
controleer of het circuit met voldoende water is gevuld. U
kunt de procedure voor het ontluchten pas beginnen
wanneer er water uit de kraan stroomt wanneer u ze
geopend hebt.
Er zijn 2 standen om te ontluchten:
▪ Handmatig: de unit zal werken met een vaste pomp en in een
vaste of een aangepaste stand van de 3-wegklep. De aangepaste
stand van de 3-wegklep is handig om alle lucht uit het watercircuit
te verwijderen in de stand ruimteverwarming. De werksnelheid
van de pomp (traag of snel) kan ook ingesteld worden.
▪ Automatisch: de unit wijzigt automatisch de snelheid van de
pomp.
Typische werkstroom
Het systeem ontluchten bestaat uit het volgende:
1
Handmatig ontluchten
2
Automatisch ontluchten
OPMERKING
De
buitenunit
is
ontluchtingsventiel. De ontluchtingsprocedure vereist een
handmatige handeling.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
70
kunnen
gesloten
worden
"9.4.4  Stelmotoren
Neen
Indien het werkelijke debiet
onder het minimumdebiet ligt,
zijn wijzigingen aan de
hydraulische configuratie vereist.
Verhoog het aantal
ruimteverwarmingslussen die
NIET kunnen worden gesloten of
installeer een drukgestuurde
omloopklep.
voorzien
van
een
handmatig
OPMERKING
Wanneer de unit via het handmatig ontluchtingsventiel
wordt ontlucht, vang al de vloeistof op die uit het ventiel
kan lekken. Indien deze vloeistof NIET wordt opgevangen,
kan zij op inwendige onderdelen druppelen en de unit
beschadigen.
INFORMATIE
▪ Om te ontluchten, gebruik alle ontluchtingsventielen die
in het systeem aanwezig zijn. Dit betekent: ook het
handmatig ontluchtingsventiel van de buitenunit en alle
door
ontluchtingsventielen die ter plaatse werden voorzien.
▪ Indien het systeem een back-upverwarming bevat,
gebruik tevens het ontluchtingsventiel van de back-
upverwarming.
▪ Indien het systeem klepkit EKMBHBP1 bevat, moet u –
tijdens het ontluchten – handmatig aan deze knop
draaien om de stand van de 3‑wegsklep van de klepkit
te wijzigen om te beletten dat er lucht in de by-pass zou
blijven. Voor meer informatie, raadpleeg de montage-
instructies van de klepkit.
INFORMATIE
Begin eerst handmatig te ontluchten. Wanneer haast alle
lucht is verwijderd, ontlucht dan automatisch. Indien nodig,
herhaal het automatisch ontluchten tot wanneer u zeker
bent dat alle lucht uit het systeem werd verwijderd. Tijdens
de ontluchtingsfunctie is beperking [9‑0D] van de
pompsnelheid NIET van toepassing.
Zorg ervoor dat de startpagina van de aanvoerwatertemperatuur en
kamertemperatuur UIT staan.
De ontluchtingsfunctie stopt automatisch na 30 minuten.
Handmatig ontluchten
Voorwaarde:
Zorg
aanvoerwatertemperatuur en kamertemperatuur UIT staan.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau
pagina 49.
2 Stel de ontluchtingsstand in: ga naar [A.7.3.1]
Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling > Ontluchting > Type.
3 Selecteer Handm en druk op
4 Ga naar [A.7.3.4]
> Ontluchting > Ontluchting starten en druk op
ontluchtingsfunctie te starten.
Gevolg: Het handmatig ontluchten start en het volgende
scherm verschijnt.
Ontluchting
Debiet
0.5
Snelheid
Laag
Stop
Aanpassn
5 Gebruikt de knoppen en om naar Snelheid te gaan.
6 Gebruik de knoppen
te stellen.
Gevolg: Laag
Gevolg: Hoog
Automatisch ontluchten
Voorwaarde:
Zorg
aanvoerwatertemperatuur en kamertemperatuur UIT staan.
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
ervoor
dat
de
startpagina
instellen
op
Installateur" 
.
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling
Di
01:18
l/min
en
om de gewenste pompsnelheid in
ervoor
dat
de
startpagina
EWAQ+EWYQ006+008BAVP + EK(2)CB07CAV3 +
EKMBUHCA3V3+9W1
4P492901-1 – 2017.06
van
de
"Het
op
>
om de
van
de
warmtepompen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave