5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
5.3
Een extra warmtebron voor
ruimteverwarming in/opstellen
▪ Ruimteverwarming kan worden geleverd door:
▪ De buitenunit
▪ Een op het systeem aangesloten extra (ter plaatse te
voorziene) ketel
▪ Als de kamerthermostaat om verwarming vraagt, zal de buitenunit
of de extra ketel beginnen te werken in functie van de
buitentemperatuur (status van de omschakeling naar een externe
warmtebron). Als de extra ketel de toelating krijgt, wordt de
ruimteverwarming door de buitenunit UIT-geschakeld.
▪ Een bivalente werking is alleen mogelijk voor ruimteverwarming.
INFORMATIE
Om bivalent te kunnen werken heeft het systeem optiekast
EK2CB07CAV3 nodig.
INFORMATIE
▪ Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal de
warmtepomp werken om de gewenste temperatuur te
bereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd,
wordt de watertemperatuur automatisch bepaald op
basis van de buitentemperatuur.
▪ Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extra
ketel werken om de gewenste watertemperatuur te
bereiken die via de bediening van de extra ketel werd
ingesteld.
Opstelling
▪ Integreer de extra ketel als volgt:
a
b
c
d
e
d
f
h
g
a
Buitenunit
b
Warmtewisselaar
c
Pomp
d
Afsluiter
e
Back-upverwarming (optie)
f
Regelkast
g
Gebruikersinterface
h
Optiekast
i
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
j
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
k
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
l
Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
m
Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarming
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
i
k
i
j
l
j
m
FHL1
FHL2
FHL3
OPMERKING
▪ Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het
systeem voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige
situaties in het systeem van de extra ketel.
▪ Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger
is dan 55°C. Om dit te bereiken:
▪ Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extra
ketel in op maximum 55°C.
▪ Plaats
een
aquastatklep
de warmtepomp.
▪ Stel de aquastatklep in om dicht te gaan boven de 55°C en
open te gaan onder de 55°C.
▪ Plaats terugslagkleppen.
▪ Zorg ervoor dat er maar één expansievat in het watercircuit
aanwezig zijn. Een expansievat is al standaard aanwezig in de
buitenunit.
▪ Monteer regelkast EKCB07CAV3 en optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Sluit X8M/3 en X8M/4 (omschakeling naar externe warmtebron)
op optiekast EK2CB07CAV3 aan op de thermostaat van de extra
ketel.
▪ Om
de
warmteafgevers
ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen" op
Configuratie
Via de gebruikersinterface (snelle wizard):
▪ Stel het gebruik van een bivalent systeem in als externe
warmtebron.
▪ Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.
OPMERKING
▪ Zorg ervoor dat de bivalente hysteresis voldoende
differentiaal heeft, zodat er niet veelvuldig tussen de
buitenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.
▪ Aangezien
de
luchtthermistor van de buitenunit gemeten wordt, plaats
de buitenunit in de schaduw, zodat deze NIET door
rechtstreeks zonlicht beïnvloed wordt of erdoor AAN/
UIT wordt gezet.
▪ Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extra
ketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contact
op met de fabrikant van de extra ketel.
Door een hulpcontact besliste omschakeling naar externe
warmtebron
▪ Alleen mogelijk bij regeling met externe kamerthermostaat EN één
aanvoerwatertemperatuurzone (zie
koelingsysteem in/opstellen" op
▪ Het hulpcontact kan zijn:
▪ Een buitentemperatuurthermostaat
▪ Een stroomtarievencontact
▪ Een handmatig bediend contact
▪ ...
▪ Opstelling: verbind de volgende ter plaatse te voorziene
bedrading:
EWAQ+EWYQ006+008BAVP + EK(2)CB07CAV3 +
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
in
het
retourwaterdebiet
op/in
te
stellen,
zie
"5.2 Het
pagina 13.
buitentemperatuur
door
"5.2 Het ruimteverwarmings-/
pagina 13).
EKMBUHCA3V3+9W1
warmtepompen
4P492901-1 – 2017.06
van
de