L
Com
H
Outdoor/Auto/Boiler
A
K1A
K2A
N
B
Ingang boilerthermostaat
TI
A
Hulpcontact (normaal dicht)
H
Vraag om verwarming kamerthermostaat (optioneel)
K1A
Hulprelais om de buitenunit in te schakelen (ter plaatse te
voorzien)
K2A
Hulprelais voor inschakelen van ketel (ter plaatse te
voorzien)
Outdoor
Buitenunit
Auto
Automatisch
Boiler
Ketel
Control box
Regelkast
OPMERKING
▪ Zorg ervoor dat het hulpcontact voldoende differentiaal
of tijdsvertraging heeft, zodat er niet veelvuldig tussen
de buitenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.
▪ Als het hulpcontact een buitentemperatuurthermostaat
is, moet de thermostaat in de schaduw geplaatst
worden, zodat hij niet door de zon beïnvloed of AAN/
UITgeschakeld wordt.
▪ Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extra
ketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contact
op met de fabrikant van de extra ketel.
5.4
De energiemeting instellen
▪ Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens
aflezen:
▪ Geproduceerde warmte
▪ Verbruikte energie
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Voor de ruimtekoeling
▪ Voor de ruimteverwarming
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Per maand
▪ Per jaar
INFORMATIE
De berekende geproduceerde warmte en energieverbruik
zijn
bij
benadering,
gegarandeerd kan worden.
5.4.1
Geproduceerde warmte
INFORMATIE
De sensoren die gebruikt worden om de geproduceerde
warmte te berekenen, worden automatisch geijkt.
INFORMATIE
Indien er geen glycol in het systeem is ([E‑0D]=1]), zal de
geproduceerde warmte NIET worden berekend en zal
deze niet op de gebruikersinterface verschijnen.
▪ Toepasbaar op alle modellen.
▪ De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:
▪ De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur
▪ Het debiet
EWAQ+EWYQ006+008BAVP + EK(2)CB07CAV3 +
EKMBUHCA3V3+9W1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
warmtepompen
4P492901-1 – 2017.06
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Control box
B TI
X2M
1 4
X Y
K1A
K2A
daar
de
nauwkeurigheid
niet
▪ Instelling en configuratie: geen bijkomende apparatuur vereist.
5.4.2
Verbruikte energie
U kunt de verbruikte energie op de volgende manieren bepalen:
▪ Door het te berekenen
▪ Via metingen
INFORMATIE
U kunt deze manieren niet combineren: de verbruikte
energie berekenen (voor de back-upverwarming, bijv.) en
de verbruikte energie meten (voor de buitenunit, bijv.) gaat
dus
niet.
Als
u
dat
energiegegevens fout zijn.
De verbruikte energie berekenen
▪ De verbruikte energie wordt intern berekend op basis van:
▪ Het werkelijk opgenomen vermogen van de buitenunit
▪ De ingestelde capaciteit van de optionele back-upverwarming
▪ De spanning
▪ In/opstelling en configuratie: om juiste energiegegevens te
bekomen, meet de capaciteit (door de weerstand te meten) en stel
de capaciteit via de gebruikersinterface in voor de optionele back-
upverwarming (stap 1 en stap 2).
De verbruikte energie meten
▪ Deze manier heeft de voorkeur omdat ze nauwkeuriger is.
▪ Op/instelling en configuratie:
▪ Vereist optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Ze vereist wel externe energiemeters.
▪ Wanneer elektrische-energiemeters gebruikt worden, stel het
aantal
pulsen/kWh
voor
gebruikersinterface.
INFORMATIE
Wanneer u het elektrische-energieverbruik meet, zorg
ervoor dat de elektrische-energiemeters de VOLLEDIGE
energietoevoer naar het systeem meten.
5.4.3
Elektrische voeding met normaal kWh-
tarief
Algemene regel
Eén energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende.
Opstelling
▪ Monteer regelkast EKCB07CAV3 en optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Sluit de energiemeter aan op X2M/7 en X2M/8 van optiekast
EK2CB07CAV3.
Energiemetertype
Indien...
Back-upverwarming gevoed via
een monofasig raster (d.w.z. dat
het model van de back-
upverwarming *3V of *9W is en
dat deze op een monofasig
raster is aangesloten)
In andere gevallen (d.w.z. een
*9W-model van back-
upverwarming aangesloten op
een driefasig raster)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
toch
zou
doen,
zullen
de
elke
energiemeter
in
via
Gebruik een... energiemeter
Monofasig
Driefasig
19
de