De gegevensoverlays aanpassen
Hiermee kunt u de gegevens aanpassen in de gegevensoverlays die op het scherm worden weergegeven.
1 Selecteer een optie op basis van het type scherm dat u bekijkt:
• In een volledige schermweergave selecteert u Opties > Wijzig overlays.
• In een combinatiescherm selecteert u Opties > Wijzig combo > Overlays.
• In een SmartMode scherm selecteert u Opties > Wijzig lay-out > Overlays.
TIP: Als u snel gegevens in een overlayvak wilt wijzigen, houdt u het overlayvak ingedrukt.
2 Selecteer een item waarvan u de gegevens en de gegevensbalk wilt aanpassen:
• Als u de gegevensoverlays wilt weergeven, selecteert u Gegevens, vervolgens de
locatie, en daarna Terug.
• Als u de getoonde gegevens in een overlayvak wilt wijzigen, selecteert u het overlayvak
en de nieuwe gegevens die u wilt weergeven. Selecteer vervolgens Terug.
• Als u tijdens het navigeren getoonde informatie wilt aanpassen, selecteert u Navigatie
en selecteert u een optie.
• Als u andere gegevensbalken wilt inschakelen, selecteert u Bovenstang of Onderste
balk en selecteert u de benodigde opties.
3 Selecteer OK.
Lay-out van stations resetten
U kunt de lay-out van dit station herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Stationsgegevens > Reset lay-outs.
Voorinstellingen
Een voorinstelling is een verzameling instellingen waarmee u het scherm of de weergave kunt optimaliseren.
U kunt specifieke voorinstellingen gebruiken om groepen instellingen te optimaliseren voor uw activiteiten.
Zo kunnen bepaalde instellingen ideaal zijn voor het vissen en andere voor het varen. Voorinstellingen zijn
beschikbaar op bepaalde schermen, zoals kaarten, echoloodweergaven en radarweergaven.
Selecteer Opties >
en selecteer de voorinstelling om een voorinstelling te kiezen voor een compatibel
scherm.
Als u een voorinstelling gebruikt en de instellingen of weergave wijzigt, kunt u deze opslaan in de voorinstelling
of een nieuwe voorinstelling maken op basis van de nieuwe aanpassingen.
Voorinstellingen beheren
U kunt de meegeleverde voorinstellingen aanpassen en de voorinstellingen die u hebt gemaakt, bewerken.
1 Selecteer Opties >
2 Selecteer een voorkeuze.
3 Selecteer een optie:
• Als u de naam van de voorinstelling wilt wijzigen, selecteert u Wijzig naam, voert u een naam in en
selecteert u OK.
• Selecteer Wijzigen en werk de voorinstelling bij om de voorinstellingen te bewerken.
• Selecteer Wis om de voorinstelling te verwijderen.
• Selecteer Herstel alles om alle voorinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
De kaartplotter aanpassen
> Beheer in een compatibel scherm.
19