Cameratracking
Als u verbinding hebt met een compatibele camera, kunt u gebruikmaken van geavanceerde cameratracking-
functies.
• Houd de camera op een vaste kompasrichting (Kompasvergrendeling)
• Vergrendel de camera in een vaste hoek ten opzichte van het vaartuig (Vaartuigvergrendeling)
• VolgAIS-, MARPA- of waypointdoelen (ook bekend als slew-to-cue)
Als u de cameratrackingfuncties wilt gebruiken, moet u compatibele sensoren en camera's op de kaartplotter
aansluiten via het Garmin Marine Network of het NMEA 2000 netwerk.
U moet deze sensoren en camera's aansluiten om de functies Kompasvergrendeling en Vaartuigvergrendeling
te ondersteunen:
• Een watersportcamera die geschikt is voor tracking, zoals een nieuwer model FLIR IP-videocamera
• Een GPS-antenne
• Een koerssensor
OPMERKING: Voor de beste cameratracking moet de koerssensor 9-assige gegevens leveren, waaronder
yaw, pitch en roll.
Naast de sensoren en camera's die nodig zijn om Kompasvergrendeling en Vaartuigvergrendeling te
ondersteunen, moet u deze extra toestellen aansluiten op het Garmin Marine Network om AIS- en MARPA-
tracking te ondersteunen:
• Als u doelen wilt volgen met AIS, moet u een compatibele AIS-ontvanger aansluiten.
• Als u doelen wilt volgen met MARPA, moet u een compatibel radartoestel aansluiten.
De camerahoek en -hoogte instellen
Als de camera cameratracking ondersteunt en de vereiste apparatuur is aangesloten, moet u de camerahoek en
-hoogte configureren voor de beste resultaten wanneer u de cameratrackingfunctie gebruikt.
U moet kleine aanpassingen maken totdat het camerabeeld en de prestaties van de cameratracking naar
behoren werken.
• De waarde Camerahoek bepaalt de hoek waarin de voorkant van de camera wijst ten opzichte van de
voorkant van de boot. Een Camerahoek van nul graden betekent dat de voorkant van de camera is uitgelijnd
met de voorkant van de boot.
• De waarde Camerahoogte geeft aan hoe hoog de camera boven de koerssensor is gemonteerd.
• Als u de camerahoek wilt instellen, selecteert u Schip > Video > Opties > Installatie > Camerahoek en voert u
een waarde in.
• Als u de camerahoogte wilt instellen, selecteert u Schip > Video > Opties > Installatie > Camerahoogte en
voert u een waarde in.
Kompasvergrendeling gebruiken
Uw camera met trackingfunctie kan op een kompasrichting worden vergrendeld, ongeacht de voorliggende
koers van het vaartuig. Voor het gebruik van Kompasvergrendeling zijn specifieke sensoren en toestellen vereist
(Cameratracking,
pagina 178).
1 Selecteer zo nodig in het videoscherm Opties > Bron, en selecteer een compatibele camera.
2 Sleep het scherm om de camera in de gewenste richting te richten.
3 Selecteer Opties > Doel volgen > Kompasvergrendeling.
4 Selecteer Terug totdat u terug bent in het videoscherm.
Het camerabeeld wordt automatisch aangepast om de opgegeven richting weer te geven terwijl het vaartuig
beweegt.
5 Sleep indien nodig het scherm om de camerahoek aan te passen.
De Kompasvergrendeling blijft de trackingfunctie gebruiken met de aangepaste camerahoek.
6 Als u wilt stoppen met volgen, selecteert u Opties > Doel volgen > Stop volgen > Terug.
178
Video weergeven