Het brandstofalarm instellen
De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen
pagina 187). Het niet instellen van akoestische alarmen kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen.
Voordat u een brandstofniveau-alarm kunt instellen, moet u een compatibele brandstofflowsensor aansluiten op
de kaartplotter.
U kunt een alarm laten afgaan wanneer de totale hoeveelheid resterende brandstof aan boord het door u
opgegeven niveau bereikt.
1 Selecteer Instellingen > Alarmen > Brandstof > Totaal brandstof aan boord > Aan.
2 Voer de resterende hoeveelheid brandstof in waarbij het alarm moet afgaan en selecteer OK.
Mijn boot instellingen
OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Mijn boot.
Transducers: Toont alle transducers op het netwerk. Zo kunt u transducers wisselen en diagnostische
informatie bekijken
(Het transducertype selecteren,
Diepte en anker: Hiermee kunt u informatie invoeren over de kiel
anker.
De waarde Ankerhoogte is de hoogte van het anker boven de waterlijn. De waarde Ankerbereik is de
verhouding tussen de gebruikte lengte van de ankerketting en de verticale afstand vanaf de boeg van het
schip tot de bodem. Deze ankerinstellingen worden gebruikt voor het berekenen van het gegevensveld
Ankerkettingdoel.
Temperatuurcorrectie: Hiermee kunt u een correctiewaarde instellen voor de watertemperatuurmeting
via een NMEA 0183 watertemperatuursensor of een transducer met temperatuursensor
watertemperatuurcorrectie instellen,
Vaarsnelheid kalibreren: Hiermee kalibreert u de transducer met snelheidsmeting of de snelheidssensor
toestel voor watersnelheid kalibreren,
Brandstof: Hiermee stelt u de gecombineerde brandstofcapaciteit en resterende brandstof in de brandstoftanks
op uw schip in
(Brandstofinstellingen,
Type boot: Schakelt enkele kaartplotterfuncties in op basis van het boottype.
Overschakelen: Hiermee stelt u de digitale schakelcircuits in, zoals SeaStar
Polaire tabel: Hiermee worden polaire tabelgegevens ingeschakeld wanneer het type vaartuig geen motorboot
is.
Systeemprofielen: Hiermee kunt u uw systeemprofiel opslaan op een geheugenkaart en
systeemprofielinstellingen importeren vanaf een geheugenkaart. Dit kan handig zijn als u meerdere boten
hebt, of als u uw instellingen wilt delen met een vriend.
Hull ID Number: Hiermee kunt u het Hull ID Number invoeren. De HIN is mogelijk aanwezig boven aan de
stuurboordzijde van de spiegel of aan de buitenzijde.
Optimus besturing: Hiermee kunt u de Optimus besturingsparameters aanpassen.
196
VOORZICHTIG
pagina 89).
pagina 198).
pagina 199).
pagina 198).
(Scherm- en geluidsinstellingen,
(De kielcorrectie instellen,
®
en CZone
toestellen.
™
pagina 75) en het
(De
(Een
Toestelconfiguratie