Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Cirkelvormige Bewakingszone Inschakelen; Een Gedeeltelijke Bewakingszone Inschakelen; Marpa - Garmin GPSMAP 8000 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 8000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Een cirkelvormige bewakingszone inschakelen

Voordat u de grenzen van de zone kunt bepalen, moet u eerst een bewakingszone inschakelen
bewakingszone inschakelen,
U kunt een cirkelvormige bewakingszone definiëren die uw boot volledig omsluit.
1 Selecteer in een radarscherm Opties > Radaropties > Bewakingszone >
2 Selecteer Cirkel.
3 Selecteer de locatie van de cirkel van de buitenste bewakingszone.
4 Selecteer de locatie van de cirkel van de binnenste bewakingszone om de breedte van de bewakingszone te
bepalen.
Een gedeeltelijke bewakingszone inschakelen
U kunt ook de grenzen opgeven van een bewakingszone die uw boot niet volledig omsluit.
1 Selecteer in een radarscherm Opties > Radaropties > Bewakingszone >
2 Sleep de cursor naar de buitenste hoek van de bewakingszone
3 Selecteer Hoek 2.
4 Sleep de cursor naar de binnenste hoek van de bewakingszone
definiëren.
5 Selecteer OK.

MARPA

Deze functie is bedoeld om u meer informatie over uw omgeving te bieden, maar kan aanvaringen niet onder
alle omstandigheden voorkomen. U bent verantwoordelijk voor de veilige en verantwoorde besturing van uw
vaartuig en voor het bewust blijven van obstakels of gevaren in of rond het water. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot een ongeval en kunnen eigendommen beschadigd raken, of kan dit ernstig persoonlijk letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Met Mini-automatic Radar Plotting Aid (MARPA) kunt u doelen identificeren en traceren. De functie wordt
voornamelijk gebruikt om aanvaringen te voorkomen. Om MARPA te kunnen gebruiken moet u eerst een
MARPA-tag aan een object toewijzen. De radar volgt automatisch het gelabelde object en geeft u informatie
over dat object, waaronder het bereik, de peiling, snelheid, GPS-koers, het moment waarop dat object het
dichtst bij u was en het tijdstip daarvan. MARPA geeft de status van elk gelabeld object aan (zoeken, verloren,
volgen of gevaarlijk) en de kaartplotter kan een waarschuwingssignaal geven als het object uw veiligheidszone
binnenkomt.
Voordat u MARPA kunt gebruiken, moet een koerssensor zijn verbonden en moet een actief GPS-signaal
beschikbaar zijn. De koerssensor moet het NMEA 2000 parametergroepsnummer (PGN) 127250 of het NMEA
0183-uitvoertelegram HDM of HDG aanleveren.
Radar
pagina 108).
WAARSCHUWING
.
.
.
om de breedte van de bewakingszone te
(Een
109

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 9000 series

Inhoudsopgave