Versnellingsbak/transmissie
Parkeren
WAARSCHUWINGEN
Schakel de parkeerstand alleen in
wanneer de wagen stilstaat.
Trek voordat u de wagen
verlaat de handrem aan en
schakel de parkeerstand in.
Controleer of de keuzehendel is
vergrendeld.
N.B.: Wanneer het bestuurdersportier
worden geopend en u de parkeerstand
niet hebt ingeschakeld, klinkt een
akoestisch signaal.
In deze stand wordt geen aandrijfkracht
op de wielen overgebracht en de
transmissie is geblokkeerd. Wanneer de
keuzehendel in deze stand staat, kunt u
de motor starten.
Achteruit
WAARSCHUWING
Schakel de achteruit alleen in
wanneer de wagen stilstaat en de
motor stationair draait.
Neutraal
In deze stand wordt geen aandrijfkracht
op de wielen overgebracht maar de
transmissie is niet geblokkeerd. Wanneer
de keuzehendel in deze stand staat, kunt
u de motor starten.
Rijden
Schakel de rijstand (D) in om automatisch
gebruik te maken van alle voorwaartse
versnellingen.
Sportmodus en handmatig
schakelen
1
S
2
S
E80837
N.B.: Het schakelen vindt alleen plaats
bij bepaalde rijsnelheden en
motortoerentallen.
N.B.: Wanneer u de stand S kiest,
schakelt de transmissie eventueel,
afhankelijk van de gaspedaalstand in
verhouding tot de rijsnelheid.
Activeer de sportmodus door de
keuzehendel in de stand S te plaatsen.
De sportmodus blijft actief tot u handmatig
op- of terugschakelt.
Selecteer handmatig schakelen om
handmatig gebruik te maken van de
voorwaartse versnellingen. Druk de
keuzehendel naar voren om terug te
schakelen en trek hem naar achteren om
op te schakelen.
Rijmodi
De transmissie kiest de meest geschikte
versnelling voor optimale prestaties
gebaseerd op de omgevingstemperatuur,
het hellingspercentage van de weg, de
belading van de wagen en de informatie
van de bestuurder.
144