Gebruik
– Verwijder de inbussleutel (1) uit het opberg-
vak aan de rechterzijde naast de bestuur-
dersstoel.
OPMERKING
Bij deze procedure wordt onderscheid gema-
akt tussen de verschillende types bedienings-
elementen.
Bij de uitvoering met joystick 4Plus en de
uitvoering met minihendels (A):
– Schroef met de inbussleutel de nooddaal-
bout (2) in het kleppenblok (5) maximaal
1,5 omwenteling los.
Bij de uitvoering met meerdere hendels (B):
– Schroef met de inbussleutel (1) de nood-
daalbout (4) in het kleppenblok (3) maxi-
maal 1,5 omwenteling los.
WAARSCHUWING
De last daalt!
De daalsnelheid wordt geregeld door de nood-
daalbout los te schroeven.
– Neem de volgende lijst in acht.
Bij beide uitvoeringen:
• Aanhaalmoment:
max. 2,5 Nm
• Iets losgeschroefd:
De last daalt langzaam
• Ver losgeschroefd:
De last daalt snel
Na het dalen:
– Draai de nooddaalbout voor de last weer
vast.
– Breng de inbussleutel weer in zijn bevesti-
gingssteun in het opbergvak aan.
A
5
A
B
56338011808 [NL]
Procedure in noodsituaties
1
Uitvoering met joystick 4Plus en uitvoering
met minihendels:
Uitvoering met meerdere hendels
5
6210_003-108_V2
6210_003-100_V2
2
3
4
B
299