N.B.: Als het systeem bij lage
buitentemperaturen in de auto modus
staat, wordt de lucht zolang de motor
koud is naar de voorruit en de zijruiten
geleid.
Temperatuur instellen
E102706
U kunt de temperatuur tussen 16 ºC en
28 ºC met stappen van of 0,5 ºC instellen.
In de stand LO (lager dan 16 ºC) schakelt
het systeem over op continu koelen, in
de stand HI (hoger dan 28 °C) op continu
verwarmen en wordt de temperatuur niet
geregeld.
Ventilator
E102731
De ventilatorinstelling wordt op het display
weergegeven.
Druk om terug te keren naar de auto
modus op de AUTO toets.
Luchtverdeling
Druk op de gewenste toets om de
luchtverdeling in te stellen. Iedere
combinatie van instellingen kan
tegelijkertijd worden geselecteerd.
Klimaatregeling
E70308
Wanneer u voorruit ontdooien en
ontwasemen kiest schakelen A, B en C
automatisch uit en wordt de
airconditioning ingeschakeld. Buitenlucht
stroomt nu het interieur in. U kunt de
recirculatiestand niet selecteren.
Voorruit ontdooien en
ontwasemen
E91392
Druk de toets voorruit ontdooien en
ontwasemen in. Buitenlucht stroomt nu
het interieur in. De airconditioning wordt
automatisch ingeschakeld. Zolang de
luchtverdeling in deze stand blijft staan,
kunt u de recirculatiestand niet selecteren.
Het ventilatortoerental en de
temperatuurregeling werken automatisch
en kunnen niet met de hand worden
bediend. De aanjager draait met een hoog
toerental en de temperatuur wordt op HI
ingesteld.
Wanneer u voorruit ontdooien en
ontwasemen selecteert, schakelt de
voorruitverwarming automatisch in en na
korte tijd weer uit.
Druk om terug te keren naar de auto
modus op de AUTO toets.
78
A
B
A
Beenruimte
B
Hoofdniveau
C
Voorruit
C