Inbedrijfstelling
Luchtdrukschakelaar
1
3
3
26
Start het toestel op servicebedrijf
vollast (W2).
Controleer de gasdruk op de inlaat
van de gasklep: de gasdruk mag
nooit onder de vereiste waarde dalen
→ zie de technische gegevens. Sluit
de afsluiter
boiler langzaam, tot de gemeten
gasdruk 75% van de vereiste gasdruk
bereikt. Zet de draaiknop van op de
minimumgasdrukschakelaar (1) totdat
de boiler blokkeert op code 3. Open
na de afstelling de afsluiter van het
gas weer.
Instellen luchtdrukschakelaar
Sluit de manometer aan op de
aangegeven meetpunten op de
luchtdrukschakelaar (3). Start het
toestel op servicebedrijf minimumlast
(W1). Meet vervolgens het
drukverschil over de schakelaar, dit
dient ≈ 0.8 mbar te zijn. Draai de
knop op de luchtdrukschakelaar (4)
linksom tot het einde. Verlaag de
instelling op pameter P17 stapsgewijs
totdat het gemeten drukverschil 0.4
mbar bedraagt. Draai vervolgens de
knop op de luchtdrukschakelaar
langzaam rechtsom totdat het toestel
op storing gaat. Stel P17 weer in op
de originele waarde!! Reset de
storing. Start het toestel vervolgens
weer en controleer of het
luchtdrukschakelaarcontact bij 0.4
mbar sluit (pijltje bij DW in display van
de ketelregelaar) (5). Herhaal
desnoods bovenstaande procedure.
4
van het gas voor de
5