CTS8000
7.3. Spuien
In de fase "Spuien" is de spuiklep geopend. De eventuele doseerfuncties worden uitgeschakeld.
Het niveau in de circulatie tank kan worden bewaakt door een laag water niveau schakelaar.
Het spuien kan worden gestart op basis van de geleidendheid en / of volume afhankelijk.
Indien gedurende een bepaalde tijd moet worden gespuid (op basis van geleidendheid) en na de
ingestelde tijd is de geleidendheid niet laag genoeg dan kan een alarm worden gegeven op het
spuien. Geprogrammeerd kan worden of het spuien automatisch wordt herhaald of dat het spuien met
de hand moet worden ingeschakeld.
Tevens kan het spuien worden geblokkeerd door middel van een externe schakelaar of door middel
van het instellen van een blokkeertijd op instelbare dagen.
Tijdens bedrijf kunnen diverse meldingen met betrekking tot het starten en / of blokkeren van het
spuien in de onderste balk worden weergegeven (zie § 7.2 "Bedrijf" op blz. 54).
7.3.1. Geleidendheid
Voer hier de spuigrens, van 0,1 – 65.000,0 µS/cm, in voor het spuien op basis van de geleidendheid.
Komt de geleidendheid boven deze waarde dan zal de spuiklep worden geopend.
Na een programmeerbare vertragingstijd van 0 – 9999 seconden, bij een geleidendheidswaarde
boven de ingestelde spuigrens, zal de spuiklep worden geopend.
Met behulp van de hysteresis kan worden bepaald hoever de geleidendheid, na het spuien, onder de
spuigrens moet zijn gezakt, alvorens het spuien wordt beëindigd.
Geef het aantal spuipogingen in (1 – 9).
De besturing kan zo worden geprogrammeerd dat er gedurende een bepaalde tijd wordt gespuid
Koeltoren Unit
Selecteer de geleidendheid meting waarop
dient te worden gecontroleerd.
Indien de geselecteerde geleidendheidmeter
bij de inventarisatie niet meer gekoppeld is
aan hardware dan zal de tekst worden
doorgestreept.
Wanneer de geleidendheidmeter niet meer
geldig is, zal het spuien niet meer afhankelijk
zijn van de (geselecteerde)
geleidendheidmeter.
56