CTS8000
6.8. Relatieve geleidendheid
6.8.1. Eigenschappen relatieve geleidendheid
6.8.2. Bewaking minimale relatieve geleidendheid
Ter bewaking van de relatieve geleidendheid kan een minimale grenswaarde van 0,1 tot 100,0 %
ingegeven worden.
Verder kan er een vertraging worden ingevoerd (1-9999 sec). De berekende waarde dient gedurende
deze vertraging onder de grenswaarde te liggen voordat een alarm wordt gegeven of de installatie
eventueel wordt uitgeschakeld.
Of de installatie daadwerkelijk wordt uitgeschakeld, kan worden ingesteld ("Uitschakelen").
Is de bewaking niet ingeschakeld ("Bewaking"), dan zal de bewaking niet in de programmeerlijst van
de fasen verschijnen.
6.8.3. Bewaking maximale relatieve geleidendheid
Ter bewaking van de relatieve geleidendheid kan de maximale grenswaarde van 0,1 tot 100,0 %
ingegeven worden.
Verder kan er een vertraging worden ingevoerd (1-9999 sec). De berekende waarde dient gedurende
deze vertraging boven de grenswaarde te liggen voordat een alarm wordt gegeven of de installatie
eventueel wordt uitgeschakeld.
Of de installatie daadwerkelijk wordt uitgeschakeld, kan worden ingesteld ("Uitschakelen").
Is de bewaking niet ingeschakeld ("Bewaking"), dan zal de bewaking niet in de programmeerlijst van
de fasen verschijnen.
Componenten
De relatieve geleidendheid is de verhouding tussen de geleidendheid van het
inkomende water (feed) en de geleidendheid van het permeaat water. De
relatieve geleidendheid wordt berekend volgens de formule : (Geleidendheid
permeaat / Geleidendheid feed ) * 100%
Voor de relatieve geleidendheid bestaan uitgebreide
programmeermogelijkheden.
De instellingen van de relatieve geleidendheid zullen alleen verschijnen indien
e
de print met de 2
geleidendheid meter aanwezig is en zowel de
geleidendheid functie voor het inkomende water (feed) als voor het permeaat
zijn gekoppeld aan een geleidendheid meter.
In dit venster kan worden ingesteld of de relatieve
geleidendheid waarde dient te worden weergegeven in het
display.
35