Inhoudsopgave
Advertenties
5.4.2.
Inleiding
Ref..
A.
Logische inputs
B.
DIP-switches voor moduleconfiguratie
C.
DIP-switches voor relaisconfiguratie
D.
Voeding en RS485-netwerk
E.
Programmeerbare relais (4 of 8)
F.
Visuele indicatoren voor relaisstatus
G.
Relaisaansluitingen
A – Logische invoerterminals
Elk van deze twee terminals kan worden aangesloten op een spanningsvrij contact volgens
Afbeelding 29
B – DIP-switches moduleconfiguratie
Deze DIP-switches worden ingesteld overeenkomstig de volgende tabel.
Term
Slave-number
Zie details in de paragraaf
nammer slaaf
Frame filling
Fabrieksinstellingen. Niet aanpassen.
frame opvulling
Delay
Fabrieksinstellingen. Niet aanpassen.
Vertraging
E.O.L-resistor
Zie details in paragraaf
EOL weerstand
C – DIP-switches voor relaisconfiguratie
De DIP-switches maken het mogelijk om te kiezen tussen normaal geactiveerd relais (de spoel is
geactiveerd bij geen alarm) of normaal gedeactiveerd relais (de spoel is geactiveerd bij een
alarm). Stel de schakelaar op ON voor geactiveerd relais of op OUT voor gedeactiveerd relais.
Elke schakelaar stuurt het relais met hetzelfde nummer aan (schakelaar #1 werkt op relais #1).
De contacten worden weergegeven wanner er geen stroom is en er geen alarmen zijn.
Betreffende de module met 4 relais, zijn alleen schakelaars #1 tot #4 actief.
NP32V2NL
Revision F.0
Omschrijving
Weerstand aan einde van lijn,
Relaismodule
Tabel 6:
configuratie DIP-switches
ANALOGE EN DIGITALE CONTROLLER
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Afbeelding 15: Module met 8 relais
Symbool
Module-adres
op pagina 23.
MX32v2
op pagina 24.
25
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
