4
Elektrische aansluiting
4.1
Installatie-instructies
- Bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie en bij de elektrische aansluiting van het
instrument moeten de voorschriften van de VDE 0100 "Bestimmungen über das Errichten
von Starkstromanlagen mit Nennspannungen unter 1000 V" resp. de geldende nationale
voorschriften worden aangehouden.
- De elektrische aansluiting mag alleen door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
- Het instrument moet met twee polen van het net worden gescheiden wanneer tijdens werk-
zaamheden contact kan worden gemaakt met onderdelen die onder spanning staan.
- Een stroombegrenzingsweerstand onderbreekt bij kortsluiting het voedingscircuit. Een extra
externe zekering van de voedingsspanning mag geen hogere waarde hebben dan 1A (traag).
Om in geval van een kortsluiting in het belastingcircuit, vastlassen van het uitgangsrelais te
voorkomen, moet deze zijn beveiligd op de maximale relaisstroom.
- De elektromagnetische compatibiliteit voldoet aan de normen en voorschriften zoals ge-
noemd in de technische specificaties.
- De ingangs- uitgangs- en voedingskabels moeten ruimtelijk worden gescheiden en niet pa-
rallel t.o.v. elkaar worden gelegd.
8