Inhoudsopgave
Advertenties
5 Setup-programma
Setupdata-info
5.8.3 Datatransfer
Verbinding
opbouwen
Verbinding ver-
breken
Datatransfer
naar instrument
Datatransfer
van het instru-
ment
Data-export
op CF-kaart
Data-import
van CF-Karte
5.8.4 Extra's
H
Vrij beheer van
programma-
opties
96
De functie verschijnt met een dubbelklik met een linker muisknop op een van
de volgende functies in het dialoogvenster.
De functie bouwt een verbinding met een instrument op. Een verbinding met
een instrument is een vereiste, dat een instelling (setup) via een interface (se-
riëel of Ethernet) naar en/of van een instrument overgedragen kan worden.
Verbreekt een bestaande verbinding. Een verbinding met een instrument moet
verbroken worden, pas dan kan een verbinding met een ander instrument tot
stand gebracht worden.
Zendt een instelling (setup) naar het instrument.
Het inlezen van een instelling uit een instrument. Is er geen verbinding, dan
probeert het programma automatisch het standaard instrument aan te spre-
ken.
De instelling wordt op de CompactFlash-kaart opgeslagen. De CompactFlash-
kaart kan in het instrument ingelezen worden.
Leest een instelling van CompactFlash-kaart en geeft deze in het werkbereik
weer.
Alle functies in het menu Extra's, die toegang tot het instrument
nodig hebben, moeten verbinding met het instrument hebben. Is er
geen verbinding, dan probeert het setup-programma het stan-
daard instrument uit de instrumentenlijst aan te spreken. Als er
geen standaard instrument is bepaald, wordt de instrumentenlijst
uitgeschakeld en moet de gebruiker de verbinding handmatig tot
stand brengen.
Indien er bij de installatie van het programma geen geldig serienummer opge-
geven is, werkt het programma alleen in de 30-dagen-test of demo-modus.
Met deze functie kan men het programma achteraf registreren en hiermee
volledig maken.
Advertenties
Inhoudsopgave
