Externe reset
Reset via
toetsen
H
Reset via
het menu
CompactFlash-
kaart
2.5.3 Gedrag bij omconfiguratie van het instrument
H
U kunt voor alle 6 tellers/integratoren een gemeenschappelijk stuursignaal
configureren, welke een terugzetten van de tellers/integratoren op 0 ver-
oorzaakt, zonder dat de bestaande waarden opgeslagen worden. De tij-
druimte voor de teller-/integrator-berekening wordt op dit tijdstip opnieuw ge-
start. Hierdoor kan bijv. na het proefdraaien van een installatie de registratie
opnieuw gestart worden; de niet benodigde waarden van het proefdraaien
worden gewist.
v Zie blz. 68 „Reset-veroorzakers"
Een andere mogelijkheid voor het terugzetten van de teller-/integrator-waarde
wordt in het parameter-niveau geboden. Na ingave van een wachtwoord kunt
u alle 6 kanalen een waarde geven, waarop de teller/integrator gezet moet
worden. Bij de overname van een waarde na een wijziging wordt een melding
met de nieuwe en de oude tellerstand in de niveaulijst geregistreerd.
De tijdruimte voor de teller/integrator-berekening wordt niet opnieuw gestart.
De bestaande teller-/integrator-waarden worden niet opgeslagen.
Indien u toch wilt dat de teller-/integrator-waarden opgeslagen
worden, kunt u voor het terugzetten in het menu CompactFlash-
kaart de functie „CF akt. inkl. Zähler ..." uitvoeren.
Op dezelfde manier kan eveneens bijv. na een proefdraai van een installatie de
registratie van aparte tellers/integratoren opnieuw gestart worden; de niet
benodigde waarden van een proefdraai worden zo gewist.
Als wachtwoord kan een andere dan voor de toegang voor configuratie inge-
steld worden. De instelling van het wachtwoord geschiedt in Configuratie
Instrumentdata
Code-nr.(wachtwoord)
Als in het menu CompactFlash-kaart de functie CF actualiseren incl. teller
wordt uitgevoerd, dan volgt er eveneens een opslag en terugzetting van de tel-
lerstand.
v Zie "CompactFlash-kaart" op blz. 48.
De lopende teller-/integrator-registratietijdruimte wordt niet beïnvloed door
een omconfiguratie van het instrument. Noch de teller-/integrator-waarde
wordt op 0 teruggezet, noch de registratieruimte wordt opnieuw gestart.
Een beoogd terugzetten van de waarde is via het menu
Parametrering mogelijk.
2 Instrumentbeschrijving
Teller-/Int.-reset.
19