4 Configuratieparameter
4.2.12 Configuratie - Fijne afstelling
Afstelstatus
Werkelijke aanvang Configuratie
Geplande aanvang
Werkelijke eind-
waarde
Geplande eind-
waarde
H
74
Parameter
Configuratie
Fijne afstelling
Analoge ingang 1 ... 6
Afsteltatus
Fijne afstelling
Analoge ingang 1 ... 6
Werk. aanvang
Configuratie
Fijne afstelling
Analoge ingang 1 ... 6
Geplande aanvang
Configuratie
Fijne afstelling
Analoge ingang 1 ... 6
Werk. eindwaarde
Configuratie
Fijne afstelling
Analoge ingang 1 ... 6
Gepl. eindwaarde
Met behulp van de fijnafstelling kunnen systematische foutmeldin-
gen - bijv. door een ongunstige sensorinbouw - opgeheven wor-
den.
Voorbeeld:
Een sensor geeft een temperatuur aan van 200 ... 300°C.
Deze is in een tunneloven zo ongunstig ingebouwd, dat er steeds
10°C te weinig temperatuur van de te verwarmen waren aangeeft.
Door de fijnafstelling kan de foutieve meting gecorrigeerd worden.
Werk. waarde aanvang: 200°C
Gepl. waarde aanvang: 210°C
Werkelijke eindwaarde: 300°C
Geplande eindwaarde : 310°C
Waarde/selectie
Aus,
Ein
-99999 ... 0 ... +99999
-99999 ... 0 ... +99999
-99999 ... 1000 ... +99999 Eindwaarde van werkelijke
-99999 ... 1000 ... +99999 Eindwaarde van de geplan-
Omschrijving
Hier kan een afstelling (cor-
rectie) van de analoge
meetwaarde worden geac-
tiveerd. Voor correctie zie
onderstaand rekenvoor-
beeld.
Aanvangswaarde van de
werkelijke rechte.
Alleen actief indien de af-
stelstatus = Aan.
Aanvangswaarde van de
geplande rechte.
Alleen actief indien de af-
stelstatus = Aan.
rechte.
Alleen actief indien de af-
stelstatus = Aan.
de rechte.
Alleen actief indien de af-
stelstatus = Aan.