11. Identificeer de Sluitknop (53). Verwijder de band
van het eind van de buis. Zorg ervoor dat de
mouw over het aangegeven gat zit en dat de
Veerslotknop (54) in het aangegeven gat vast
zit. Trek aan de mouw om er zeker van te zijn
dat deze in de goede stand vast zit.
12. Til het Onderstel (56) in de getoonde stand.
Laat een tweede persoon het Onderstel tij-
dens deze stap vasthouden.
Sluitknop (53) zodanig dat de grote buis en het
Veerslotknop (54) in de getoonde stand zitten.
Maak de Veerslotbeugel (14) en het Sluitknop
(53) vast aan de Basis (83) met twee 3/8" x 2"
Bouten (4) en twee 3/8" Moeren (8).
Maak het boveneind van het Sluitknop (53) vast
aan de houder op het Onderstel (56) met een
3/8" x 2" Bout (4) en een 3/8" Moeren (8).
Opmerking: het kan nodig zijn het onderstel
naar voren en naar achter te bewegen om het
boveneind van het Slot aan de houder vast te
maken.
Laat het Onderstel (56) (raadpleeg DE LOOP-
BAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
op pagina 21).
13. Druk het Linker Accessoirehouder (99) en het
Rechter Accessoirehouder (106) in de Basis van
het Bedieningspaneel (91).
14. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien
aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om
uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de
meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loop-
band bij te stellen (zie pagina 23–24).
11
Buis
Grendelhuls
12
56
8
54
13
91
10
54
Gat
53
4
53
Grote
Buis
14
83
8
4
99
106