Kwaliteit
U kunt de camera instellen om foto's te nemen met een Quality-instelling (Kwa-
liteit) Good (Goed), Better (Beter) of Best. De kwaliteitsinstelling geeft aan hoe-
veel het beeld wordt gecomprimeerd om ruimte op de geheugenkaart te besparen.
Voor gevorderde gebruikers is er ook nog een Super-kwaliteit beschikbaar.
Tijdens het nemen van foto's kunt u naar wens heen en weer schakelen tussen de
drie instellingen. Het aantal foto's dat de camera kan opslaan is hiervan afhanke-
lijk. De gecombineerde kwaliteits- en resolutie-instellingen bepalen hoeveel
foto's er kunnen worden opgeslagen op de resterende geheugenkaartruimte.
De drie kwaliteitsinstellingen zijn:
Best—gebruiken wanneer de beeldkwaliteit zeer belangrijk is, met
name bij vergrotingen.
Better—gebruiken voor opnamen met een standaardbeeldkwaliteit.
Hiermee kan een groot aantal foto's worden opgeslagen.
Good—gebruiken om zoveel mogelijk foto's op te slaan op de
geheugenkaart en voor beelden die u van plan bent op de computer te
gebruiken.
Als u nog meer foto's wilt opslaan op de geheugenkaart, kunt u overwegen
een lagere resolutie (aantal beeldpunten) te gebruiken. Zie pagina 6-7.
Gevorderde gebruikers die gebruik willen maken van de superkwaliteit,
raadplegen "Script-instellingen (Scenario)" op pagina 3-15.
2-6