BUITENBEDRIJFSTELLING
6
Buitenbedrijfstelling
6.1
Voorlopige buitenbedrijfstelling
⚠
WAARSCHUWING
Letselgevaar door omkantelend werktuig!
Als het werktuig niet op de juiste positie staat, die een veilig neerzetten mogelijk maakt, kan het werktuig
kantelen. Daardoor kunnen personen gewond raken.
Neem de instructies voor het neerzetten van het werktuig in het betreffende hoofdstuk van het
werktuig in acht.
Stabiliteit van het werktuig verzekeren.
Werktuigen neerleggen:
(1) Breng de frontlader naar beneden tot vlak bij
de bodem en plaats het werktuig horizontaal
op de bodem of een stevige ondergrond.
De frontlader niet volledig op de bodem
neerlaten.
(2) Tractor uitschakelen.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de motor af.
(3) Open de werktuig-vergrendeling (zie de
gebruiksaanwijzing van de frontlader).
(4) Tractor inschakelen.
(5) Werktuig tot op de bodem neerlaten.
(6) Wisselframe uit de werktuighaak uithaken.
Storten-functie gebruiken tot de bovenste
dwarsbalk onder de werktuighaak ligt.
(7) Tractor langzaam achteruit wegrijden.
(8) Controleer de stabiele stand van het
werktuig.
(9) Werktuig evt. afdekken met een zeil.
Het werktuig is neergelegd.
B57WZ5 0000000159 NL 002
Fig. 104 Werktuigvergrendeling openen
Fig. 105 Wisselframe loshaken
Fig. 106 Wegrijden
B08C
B07T
B07U
76