De NPB-290 reageert op alarmen zoals hieronder beschreven en
zoals getoond in afbeelding 7. Als de NPB-290 gedurende
10 seconden niet tenminste één geldige puls detecteert, schakelt
hij over op de pulsdetectiefunctie, de indicator Puls zoeken licht
op, de displays laten afwisselend gegevens en streepjes zien en de
gegevensevaluatieperiode begint.
Tijdens deze gegevensevaluatieperiode:
•
Als de patiënt niet beweegt (bijvoorbeeld vanwege hart-
stilstand, shock, verlamming, narcose) en gedurende
6 seconden geen geldige puls heeft, gaat onmiddellijk een
alarm met hoge prioriteit af, de indicator Puls zoeken knippert
en op de gegevensdisplays knipperen nullen.
•
Als de patiënt wel voortdurend beweegt, zoekt de NPB-290
gedurende 50 seconden naar geldige pulssignalen. Telkens
wanneer een geldige puls wordt gedetecteerd, zelfs tijdens
beweging, worden de gegevensdisplays bijgewerkt.
•
De NPB-290 keert terug naar de normale werking zodra
één van de volgende dingen worden gedetecteerd: drie
achtereenvolgende geldige pulsen (als er geen beweging is),
vijf achtereenvolgende geldige pulsen (als er wel beweging
is), of een totaal van tien geldige pulsen. Zo niet, dan
knipperen er nullen op de gegevensdisplays zodra de
gegevensevaluatieperiode is afgelopen en als er nog steeds
beweging is, gaat een alarm met lage prioriteit af; als er geen
beweging is, gaat een alarm met hoge prioriteit af.
•
Als gedurende de 50 seconden van de gegevensevaluatie-
periode de beweging ophoudt en er wordt gedurende
6 seconden geen geldige puls gevonden, gaat onmiddellijk
een alarm met hoge prioriteit af.
De reactie op alarm van de NPB-290 kan dus worden beschouwd
als een drietrapssysteem:
Inschakelen en bedienen
43