Pagina 1
Ops_Dutch_cover.ai Ops_Dutch_cover.ai 3/3/06 3/3/06 14:23:08 14:23:08 Pulsoxymeter Gebruiksaanwijzing...
Pagina 2
Nellcor of uw locale vertegenwoordiger. Aankoop van dit instrument verleent geen uitdrukkelijke of stilzwijgende licentie onder een Nellcor Puritan Bennett patent om het instrument te gebruiken met een sensor die niet geproduceerd of gelicenseerd is door Nellcor Puritan Bennett.
Pagina 4
Inhoud Sensorbericht ...................... 29 Het pulspieptoonvolume instellen ................ 30 Het alarmvolume instellen ................... 31 De alarmonderdrukkingsperiode instellen ............32 Bespreking ...................... 32 Procedure ....................... 33 Akoestische alarmen uitschakelen ..............34 Bespreking ...................... 34 Procedure ....................... 34 Controleren van patiëntinstellingen ..............35 Indicator Alarmgrenzen gewijzigd ................
Pagina 5
Inhoud De gegevenspoort gebruiken ........51 Overzicht ......................51 Aansluiten op de datapoort ..................51 Pin-outs datapoort ....................52 De datapoort instellen ..................54...
Pagina 6
Inhoud Gebruikersmenu ..........83 Storingen verhelpen .
Pagina 7
A f b e e l d i n g e n Afbeelding 1:Toetsen en symbolen op het voorpaneel ........... 7 Afbeelding 2:Symbolen op het achterpaneel ............8 Afbeelding 3:Lay-out van pin datapoort ..............53 Afbeelding 4:Uitdraai real-time gegevens .............. 63 Afbeelding 5:Uitdraai trendgegevens ..............
Pagina 8
T a b e l l e n Tabel 1: Pin-outs datapoort .................52 Tabel 2: Nellcor oxymetriesensormodellen en patiëntgewichten ......73 Tabel 3: Gebruikersmenu ..................83 Tabel 4: Foutcodes ....................86 Tabel 5: Standaard fabrieksinstelling ..............96 Tabel 6: Toondefinitie ..................108 Tabel 7: Kabelnormering ...................119 Tabel 8: Elektromagnetische emissies ..............121...
Ve i l i g h e i d s i n f o r m a t i e Waarschuwingen Waarschuwingen worden aangeduid door het symbool WAARSCHUWING, zoals hierboven getoond. Waarschuwingen maken de gebruiker attent op een mogelijk ernstig gevolg (dood, letsel of ongewenst voorval) voor de patiënt of de gebruiker.
Veiligheidsinformatie Aandachtspunten Aandachtspunten worden aangeduid door het symbool AANDACHTSPUNT, zoals hierboven getoond. Aandachtspunten maken de gebruiker erop attent dat hij/zij de nodige voorzorgsmaatregelen moet nemen voor een veilig en efficiënt gebruik van de N-560. OPGELET: Als u de N-560 op een ander instrument aansluit, moet u vóór het klinisch gebruik controleren of dat instrument goed functioneert.
Veiligheidsinformatie Opmerkingen Opmerkingen worden aangeduid door het symbool OPMERKING, zoals hierboven getoond. Opmerkingen verstrekken bijkomende nuttige informatie. Opmerking: De sensor LED lichtemissies vallen binnen Klasse 1, conform IEC 60825-1:2001. Er zijn geen speciale veiligheidsmaatregelen nodig. N-560 Gebruiksaanwijking...
Inleiding I n l e i d i n g WAARSCHUWING: De N-560 is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij de beoordeling van de patiënt. Dit apparaat moet worden gebruikt in combinatie met de klinische tekenen en symptomen. Maak geen klinische beoordelingen indien die enkel op de metingen van de pulsoxymeter zijn gebaseerd.
Inleiding Hoe gebruik ik deze handleiding Alle gebruikers moeten deze handleiding zorgvuldig lezen. Meer ervaren gebruikers van de N-560 kunnen direct naar de informatie gaan die ze nodig hebben. Deze handleiding is beschikbaar op internet via: http://www.mallinckrodt.com/respiratory/resp/Serv_Supp/ProductManuals.html...
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen B e s c h r i j v i n g v a n t o e t s e n , i n d i c a t o r e n e n s y m b o l e n Identificatie van toetsen en symbolen op het voorpaneel Afbeelding 1: Toetsen en symbolen op het voorpaneel...
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen Identificatie van componenten op het achterpaneel 1 — Datapoortconnector 3 — Netvoedingconnector 2 — Connector voor visueel 4 — Gelijkstroomaansluiting alarm (aarding) Afbeelding 2: Symbolen op het achterpaneel Symbolen N-560 De symbolen die zich op het achterpaneel van de N-560 bevinden, zijn de volgende: 1 —...
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen De symbolen op het voorpaneel van de N-560 zijn de volgende: 1 — Type BF aangebracht 6 — Puls zoeken onderdeel - niet defibrillatorbestendig 2 — Pulsfrequentie 7 — Data in sensor 3 — Interferentie 8 —...
Pagina 18
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen De toets Aan/uit wordt gebruikt om de N-560 aan of uit te zetten. De toets Alarmonderdrukking wordt gebruikt om tijdens de alarmonderdrukkingsperiode een actueel alarm te onderdrukken. Zodra een alarm is onderdrukt, kunt u het alarm opnieuw activeren of de alarmonderdrukking opheffen door nogmaals op de toets te drukken.
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen De toets SatSeconds -alarmgrens wordt gebruikt om de SatSeconds- alarmgrens te bekijken. Wanneer die wordt ingedrukt, worden de SatSeconds-alarmgrensopties geactiveerd. De toetsen Hoger instellen en Lager instellen worden gebruikt om de instellingen van de SatSeconds-alarmgrenzen te wijzigen.
Pagina 20
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen weergegeven als de waarde die het dichtst binnen het bereik valt. Indien de alarmgrenzen werden gewijzigd ten opzichte van de standaardinstellingen bij het aanzetten van het apparaat, verschijnt er een decimale punt (.) na de pulsfrequentiewaarde (112). De Netvoeding -indicator.
Pagina 21
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen De indicator Sensorbericht . Deze brandt wanneer de N-560 geen SpO of pulsfrequentiewaarde kan bepalen. De aanbevelingen voor Sensorbericht om het signaal te verbeteren zijn: • De sensor verplaatsen • De zelfklevende bevestiging controleren of vervangen •...
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen Uitleg interferentie Interferentie is een term die formeel werd geïntroduceerd in ISO9919:2005, “Medische elektrische hulpmiddelen — Speciale eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties van pulsoxymeterapparatuur voor medisch gebruik”. Interferentie kan een aantal oorzaken hebben, alleen of in combinatie, en de term verwijst naar invloed op de inkomende rode en IR-signalen veroorzaakt door fysiologische omstandigheden, medische procedures of externe agenten.
Pagina 23
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen • fysieke beweging, door de patiënt of opgelegde activiteit • veneuze pulsaties • disfunctionele hemoglobines • lage perfusie • intermitterende pulsatie of aritmie • elektromagnetische interferentie (EMI) • door een ventilator veroorzaakte drukveranderingen N-560 Gebruiksaanwijking...
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen Beschrijving van akoestische indicatoren Hieronder volgt de beschrijving van akoestische indicatoren op de N-560. Zelftest is gelukt Een signaal gedurende 1 seconde dat weergeeft dat de N-560 aanstaat en dat de zelftest is gelukt Druk op een Een kort signaal met een middelmatige geldige toets...
WAARSCHUWING: Koppel de N-560 en de Nellcor-sensor van de patiënt los tijdens een MRI-scan. Inductiestroom kan brandwonden veroorzaken. De N-560 kan het MRI-beeld beïnvloeden; het MRI- toestel kan de nauwkeurigheid van de pulsoxymetriemetingen beïnvloeden.
Sluit geen ander apparaat op de sensorconnector aan dan een Nellcor-goedgekeurde sensor. Lijst met componenten • N-560 pulsoxymeter • Nellcor-sensor of assortimentverpakking • DOC-10 pulsoxymetriekabel • N-560 gebruiksaanwijzing • Medisch goedgekeurd netsnoer of netsnoer dat geschikt is voor het land waar het wordt verkocht •...
N-560. Indien u een andere sensorkabel gebruikt, heeft dit een negatieve invloed op de werking. Steek geen kabels in de sensorpoort die bestemd zijn voor computergebruik. Sluit geen ander apparaat op de sensorconnector aan dan een Nellcor-goedgekeurde sensor. N-560 Gebruiksaanwijking...
Pagina 28
De N-560 installeren 1 — SpO -sensorpoort 1. Sluit een DOC-10 pulsoxymetriekabel aan op de SpO -sensorpoort (1) aan de voorkant van de N-560. 2. Sluit een SpO -sensor aan op het andere uiteinde van de DOC-10 pulsoxymetriekabel. Steek de sensorconnector goed in de DOC-10 pulsoxymetriekabel.
Werking met een batterij W e r k i n g m e t e e n b a t t e r i j WAARSCHUWING: Volg de lokale richtlijnen bij het wegwerpen van de loodbatterijen. Werking van de N 560 op batterijvoeding De N-560 heeft een interne batterij die kan worden gebruikt als voeding voor de N-560 tijdens vervoer of wanneer er geen netvoeding beschikbaar...
Werking met een batterij • Er werd geen puls waargenomen (bijvoorbeeld wanneer er geen patiënt op de sensor is aangesloten of wanneer de sensor werd losgekoppeld) • Er zijn geen alarmen (behalve het alarm voor Batterij bijna leeg of een niet-corrigeerbare fout) Indicator Batterij bijna leeg De indicator Batterij bijna leeg brandt en een alarm met lage prioriteit is hoorbaar wanneer er nog 15 minuten maar niet meer dan 20 minuten...
OPGELET: Indien een indicator of display niet brandt of indien de luidspreker niet werkt, mag de N-560 niet worden gebruikt. Neem dan contact op met bevoegd onderhoudspersoneel, uw lokale Nellcor-vertegenwoordiger of de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267. Opmerking: De N-560 moet de zelftest binnen 12 seconden hebben uitgevoerd.
De N-560 gebruiken Procedure 1. Zet de N-560 aan door de toets Aan/uit meer dan één seconde ingedrukt te houden. 2. De displays/akoestische signalen van de N-560: Akoestisch Display signaal 5 (in linkervenster pulsfrequentie) één pieptoon 6 (in middenvenster pulsfrequentie) één pieptoon 0 (in rechtervenster pulsfrequentie) één pieptoon...
Pagina 33
De apparaatversie identificeert de hardwareconfiguratie en de softwareversie. Apparaatversienummers zijn vaak vereist als u naar de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267, of uw lokale Nellcor-vertegenwoordiger belt voor technische hulp. Noteer de nummers en zorg dat u ze bij de hand hebt vóór u om technische hulp vraagt.
Pagina 34
De N-560 gebruiken 6. Indien de N-560 tijdens de zelftest een intern probleem waarneemt, hoort u een alarmsignaal en toont de N-560 een foutcode en het desbetreffende nummer. Zie Storingen verhelpen op pagina 85. 7. Als de zelftest is voltooid, laat de N-560 gedurende één seconde een signaal horen wat betekent dat de N-560 voor de test geslaagd is.
De N-560 gebruiken Sensor aangebracht De indicator Puls zoeken en de indicator Sensor off branden en de - en Pulsfrequentie -display terwijl N-560 toont streepjes in de %SpO de N-560 een geldige puls zoekt. Sensor Off Pulse Search(Puls 1 — 2 —...
De N-560 gebruiken Wanneer er een sensor wel op de N-560 is aangesloten maar niet op de patiënt is aangebracht, toont de display streepjes en de N-560 blijft dan in de modus Puls zoeken. Geen sensor aangebracht Wanneer de sensor niet is aangesloten, toont de N-560 streepjes (---) en brandt de indicator Puls zoeken niet, wat erop wijst dat de N-560 geen sensor heeft waargenomen.
De N-560 gebruiken Sensorbericht De functie sensorbericht wijst erop dat de positie of toepassingsplaats van de sensor moet worden bekeken. De indicator Sensorbericht brandt wanneer de N-560 geen waarde voor de SpO of pulsfrequentie kan bepalen. De aanbevelingen voor Sensorbericht om het signaal te verbeteren zijn: •...
De N-560 gebruiken Het pulspieptoonvolume instellen 1 — SpO -sensorpoort WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend Nellcor-goedgekeurde sensoren en sensorkabels. 1. Sluit een DOC-10 pulsoxymetriekabel aan op de SpO -sensorpoort (1) aan de voorkant van de N-560. 2. Sluit een SpO -sensor aan op het andere uiteinde van de DOC-10 pulsoxymetriekabel.
De N-560 gebruiken Het alarmvolume instellen Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1. Houd de toets Alarmonderdrukking ingedrukt totdat de alarmvolumedisplay verschijnt. 2. Terwijl u de toets Alarmonderdrukking ingedrukt houdt, drukt u op de toets Hoger instellen of Lager instellen om het alarmvolume te verhogen of te verlagen.
De N-560 gebruiken De alarmonderdrukkingsperiode instellen Bespreking WAARSCHUWING: U mag geen akoestisch alarm onderdrukken of het volume ervan verlagen indien hierdoor de veiligheid van de patiënt in gevaar kan komen. Alarmen kunnen gedurende een vooraf ingestelde periode, de zogenaamde alarmonderdrukkingsperiode, worden onderdrukt. Om de huidige instelling te bekijken, houdt u de toets Alarmonderdrukking ingedrukt tot 30 SEC, 60 SEC, 120 SEC of OFF (UIT) verschijnt.
De N-560 gebruiken Procedure Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1. Druk op de toets Alarmonderdrukking tot XX SEC verschijnt. De duur kan worden gekozen uit: OFF (UIT), 30, 60, 90 en 120 seconden. Opmerking: Voor stap 2 en 3 moet u op de toets Hoger instellen of Lager instellen drukken terwijl u op de toets Alarmonderdrukking drukt.
De N-560 gebruiken Akoestische alarmen uitschakelen Bespreking Als u de alarmonderdrukkingsperiode op OFF (UIT) instelt, betekent dit dat de N-560 geen akoestische alarmen zal laten horen. Visuele indicaties van een alarmconditie worden niet beïnvloed door het uitschakelen van akoestische alarmen. De mogelijkheid om de alarmonderdrukkingsperiode op OFF (UIT) in te stellen kan door bevoegd onderhoudspersoneel worden in- of uitgeschakeld, zoals beschreven in de onderhoudshandleiding.
De N-560 gebruiken 2. Terwijl u op de toets Alarmonderdrukking drukt, houdt u de toets Hoger instellen ingedrukt totdat OFF (UIT) verschijnt. Laat de toetsen los. 3. De indicator Alarmonderdrukking zal knipperen, wat erop wijst dat de akoestische alarmsignalen uitgeschakeld zijn. De N-560 laat ongeveer om de drie minuten drie pieptonen horen om de gebruiker te waarschuwen dat het alarmsignaal UIT is gezet.
Pagina 44
De N-560 gebruiken 2. De toets SpO -alarmgrens wordt gebruikt om de huidige %SpO onderalarmgrens te bekijken. 3. Druk op de toets Alarmgrens pulsfrequentie om de huidige bovenalarmgrens van de pulsfrequentie te bekijken. 4. Druk tweemaal op de toets Alarmgrens pulsfrequentie om de huidige onderalarmgrens van de pulsfrequentie te bekijken.
De N-560 gebruiken 5. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens om de huidige SatSeconds-instelling te bekijken. Opmerking: De indicator SatSeconds (helemaal bovenaan) brandt, wat erop wijst dat de SatSeconds-eenheden worden doorgenomen. De indicator SatSeconds (helemaal bovenaan) brandt voor alle SatSeconds, met uitzondering van OFF (UIT).
De N-560 gebruiken Instellen van alarmgrenzen Bespreking Alarmgrenzen bepalen het bovenste en onderste punt van patiëntgegevens waarbij de N-560 een alarm zal laten horen. Procedure Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1. Druk op de toets SpO -alarmgrens om de huidige %SpO bovenalarmgrens te bekijken.
Pagina 47
De N-560 gebruiken 2. Druk op de toets Hoger instellen of Lager instellen om de alarmgrensinstelling te verhogen of verlagen. Opmerking: Wanneer een alarmgrens wordt gewijzigd ten opzichte van de standaardinstelling bij het aanzetten, toont de N-560 een decimale punt (.) na de gewijzigde parameter. 3.
Pagina 48
De N-560 gebruiken 5. Druk op de toets Alarmgrens pulsfrequentie om de huidige bovenalarmgrens van de pulsfrequentie te bekijken. 6. Druk op de toets Hoger instellen of Lager instellen om de alarmgrensinstelling te verhogen of verlagen. 7. Druk tweemaal op de toets Alarmgrens pulsfrequentie om de huidige onderalarmgrens van de pulsfrequentie te bekijken.
De N-560 gebruiken Instellen van de SatSeconds-duur Bespreking Raadpleeg Beschrijving SatSeconds op pagina 98 voor een beschrijving van de SatSeconds-functie. Procedure Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens. De huidige SatSecondsinstelling verschijnt. Opmerking: De mogelijke instellingen voor SatSeconds zijn OFF (UIT), 10, 25, 50 en 100 SatSeconds.
De N-560 gebruiken De baudrate van de gegevenspoort instellen Bespreking De baudrate bepaalt de snelheid waarmee de N-560 gegevens naar de aangesloten apparatuur stuurt (printer of computer). De baudrate wordt bepaald door de mogelijkheden van de aangesloten apparatuur. Procedure Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1.
De N-560 gebruiken 3. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens. De huidige baudrate verschijnt. Druk op de toets Hoger instellen of Lager instellen om de gewenste baudrate te selecteren. Mogelijke instellingen zijn: • 24 (2.400 bps) • 96 (9.600 bps) •...
Pagina 52
De N-560 gebruiken 2. Druk op de toets Hoger instellen tot menu-optie 5 verschijnt. 3. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens. Het actuele protocol verschijnt. 4. Druk op de toets Hoger instellen of Lager instellen om het gewenste protocol te selecteren. Mogelijke instellingen zijn: 1 - ASCII 2 - Communicatie externe apparatuur.
De N-560 gebruiken Trendinformatie wissen Met de N-560 cm in de normale bewakingsmodus: 1. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de toets SpO alarmgrens en Alarmgrens pulsfrequentie . Optie 1 verschijnt. 2. Druk op de toets Hoger instellen om optie 2 te selecteren. 3.
N-560 trend N - 5 6 0 t r e n d Werking trendgegevens Vanaf de eerste meting bij een patiënt worden er om de 4 seconden trendgegevens (een datapunt) in het geheugen opgeslagen. Maximaal 50 alarmgrenswijzigingen kunnen ook in de trendgegevens worden opgeslagen.
N-560 trend Trendgegevens Trendgegevens kunnen worden opgezocht of gewist via de gegevenspoort van de N-560 met behulp van opties die beschikbaar zijn in een displaymenu. Om toegang te krijgen tot de menu-opties drukt u gelijktijdig op de toetsen SpO -alarmgrens en Alarmgrens pulsfrequentie tot optie 1 op de display verschijnt.
N-560 trend #4: Baudrate Hiermee kunnen verschillende printers worden verbonden. Raadpleeg De baudrate van de gegevenspoort instellen op pagina 42. De mogelijke baudrate-selecties zijn: • 24 (baudrate 2.400) • 96 (baudrate 9.600) • Standaard 192 (baudrate 19.200) #5: Uitdraai datapoort Mogelijke keuzes zijn: Optie 1 Uitdraai in ASCII-karakters.
De gegevenspoort gebruiken D e g e g e v e n s p o o r t g e b r u i k e n Overzicht Patiëntgegevens kunnen via de gegevenspoort op de achterkant van de N-560 worden verkregen door die op een PC of seriële printer aan te sluiten.
De gegevenspoort gebruiken De gebruikte kabel moet 100% afgeschermd zijn, bijvoorbeeld een Belden-kabel (Belden onderdeelnummer 9609) of een equivalent daarvan. De afscherming moet rondom de kabel volledig contact maken met de metalen behuizing van de DB-15 aansluiting van de N-560 en met de aansluiting van de PC of seriële printer.
Pagina 61
De gegevenspoort gebruiken Tabel 1: Pin-outs datapoort (Cont.) Signaalnaam TXD- (RS-422 negatieve output) Zusteroproepsysteem gemeenschappelijk De lay-outs van de pin (zoals gezien op het achterpaneel van de N-560) worden in Figure 3 getoond. De geleidende behuizing wordt geaard wanneer die op een PC of printer wordt aangesloten. Afbeelding 3: Lay-out van pin datapoort Pin 2, 3, 5 en 11 leveren gegevens in RS-232 format.
De gegevenspoort gebruiken De datapoort instellen Bespreking Gebruik de instelprocedure voor de gegevenspoort om de baudrate en het protocol van de gegevenspoort van de N-560 te configureren. Procedure Met de N-560 in de normale werkmodus: 1. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de toets SpO alarmgrens en Alarmgrens pulsfrequentie .
Pagina 63
De gegevenspoort gebruiken 3. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens om optie 4 te selecteren. De geselecteerde baudrate wordt getoond. Opmerking: De mogelijke selecties zijn: • 24 = 2400 baudrate • 96 = 9600 baudrate • 192 = 19.200 baudrate 4.
Pagina 64
De gegevenspoort gebruiken 6. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de toets SpO alarmgrens en Alarmgrens pulsfrequentie . Optie 1 verschijnt. 7. Druk op de toets Hoger instellen tot optie 5 verschijnt. 8. Druk op de toets SatSeconds -alarmgrens om optie 5 te selecteren. Het geselecteerde protocol wordt getoond.
De gegevenspoort gebruiken Opmerking: De mogelijke selecties zijn: • 1 = Real-time ASCII • 2 = Communicatie externe apparatuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe apparatuur voor de interface- instructies. 9. Druk op de toets Hoger instellen of Lager instellen om het gewenste protocol weer te geven.
Pagina 66
De gegevenspoort gebruiken Opgelet: De functie zusteroproep moet worden getest nadat het apparaat in uw werkomgeving is geïnstalleerd. De functie zusteroproep moet worden getest wanneer de N-560 pulsoxymeter op een plaats wordt geïnstalleerd die gebruik maakt van een zusteroproepsysteem. Indien een aangebrachte O -sensor bij de patiënt wordt losgekoppeld, blijft de N-560 enige tijd in de modus “...
De gegevenspoort gebruiken Opmerking: Wanneer het relaiscontact gesloten is, is er een weerstand van ongeveer 27 ohm. RS-232 polariteit instellen voor het zusteroproepsysteem De polariteit voor het zusteroproepsysteem kan op een hoog signaal of een laag signaal worden ingesteld voor een alarmconditie op de N-560. Raadpleeg de onderhoudshandleiding van de N-560 om de RS-232 polariteit voor het zusteroproepsysteem in te stellen.
Afdrukken A f d r u k k e n Real-time gegevens van de N-560 afdrukken Er worden voortdurend real-time gegevens naar de datapoort aan de achterkant van de N-560 gestuurd. Patiëntgegevens kunnen worden verkregen via de datapoort door een computer of seriële printer aan te sluiten.
Pagina 70
Afdrukken 1 — Datapoortconnector 1. Sluit de seriële printer aan op de gegevenspoortconnector (1) van de N-560. 2. Zet de printer aan. 3. Steek de N-560 in een elektrisch stopcontact voor wissselstroom. 4. Zet de N-560 aan. De printer begint de real-time trendgegevens af te drukken of de PC begint de real-time gegevens te tonen met een snelheid van één regel om de 2 seconden.
Afdrukken Afbeelding 4: Uitdraai real-time gegevens Uitdraai trendgegevens Bij een verzoek om een uitdraai van de trendgegevens is het formaat van de getoonde gegevens hetzelfde als dat van de real-time gegevens. Het verschil is dat “TREND” in de bovenste rij wordt getoond in plaats van het “CRC: XXXX”...
Afdrukken Afbeelding 5: Uitdraai trendgegevens Zodra een uitdraai van de trendgegevens gestart is, moet de N-560 worden afgezet en opnieuw aangezet vóór u nieuwe trendgegevens kunt afdrukken. Kolomkopteksten Om de 25 regels of indien één van de waarden in de kolomkoptekst werd gewijzigd, worden de kolomkopteksten getoond of afgedrukt.
Afdrukken Bron gegevens De gegevens in het hierboven gemarkeerde vakje staan voor het modelnummer van de N-560 pulsoxymeter, in dit geval de N-560. Revisieniveau apparaat/software Het volgende gegevensveld geeft de gebruiker informatie over het niveau van de software (versie 1.00.00) en een softwareverificatienummer (CRC: XXXX).
Afdrukken Alarmgrenzen Het laatste gegevensveld in de bovenste regel toont de boven- en onderalarmgrens voor %SpO en voor de pulsfrequentie, evenals de instelling van het SatSeconds-alarm (OFF- UIT). De SatSeconds-instelling kan OFF (UIT), 10, 25, 50 of 100 zijn, afhankelijk van de instellling van het SatSeconds-alarm.
Afdrukken Gegevens kolomkopteksten In de derde rij van de kolomkoptekstregel vindt u de feitelijke kolomkopteksten. De in het diagram afgedrukte patiëntgegevens zijn (van links naar rechts): het tijdstip waarop de patiëntgegevens op de rij waren verkregen, de huidige gemeten %SpO -waarde, de huidige pulsfrequentie in slagen per minuut (bpm), de huidige pulsamplitude (PA) en de functioneringsstatus van de N-560.
Afdrukken Patiëntgegevens De patiëntgegevens worden in bovenstaande display weergegeven. De parameterwaarden worden direct onder de koptekst van elke parameter weergegeven. In dit voorbeeld bedraagt het %SpO 100 en de pulsfrequentie 190 slagen per minuut. Een asterisk geeft aan dat de parameter de ingestelde grenzen overschrijdt.
Pagina 77
Afdrukken Code Betekenis Alarm Off Alarm Silence Low Battery Loss of Pulse w/Interference (Verlies van puls met interferentie) Loss of Pulse Interferentie waargenomen Pulse Rate Upper Limit Alarm (Bovenalarmgrens voor pulsfrequentie) Pulse Rate Lower Limit Alarm (Onderalarmgrens voor pulsfrequentie) Pulse Search Saturation Upper Limit Alarm (Saturatie bovenalarmgrens) Saturation Lower Limit Alarm...
WAARSCHUWING: Gebruik geen beschadigde sensor of pulsoxymetriekabel. Gebruik geen sensor met onbedekte optische onderdelen. WAARSCHUWING: Gebruik enkel Nellcor-sensoren en pulsoxymetriekabels met de N-560. Andere sensoren of pulsoxymetriekabels kunnen leiden tot een onjuiste werking van de N-560. WAARSCHUWING: Gebruik slechts één pulsoxymetriekabel om de sensor te verlengen.
Pagina 80
Voor meer informatie kunt u Table 2 raadplegen of contact opnemen met uw locale Nellcor-vertegenwoordiger. Voor een volledige en up-to-date lijst van alle sensoren die met de N-560 kunnen worden gebruikt, kunt u het overzicht Sensornauwkeurigheid op het internet raadplegen op: http://www.mallinckrodt.com/respiratory/resp/Serv_Supp/ProductManuals.html...
Sensoren en accessoires Volg de sterilisatieprocedures voor de sensor in de gebruiksinstructies van de desbetreffende sensor. Tabel 2: Nellcor oxymetriesensormodellen en patiëntgewichten Gewicht van de patiënt -sensor Model >=meer dan <=minder dan >10 kg FAST zelfklevende FAST voorhoofdsensor, patiëntgebonden Softcare niet-klevende sensor, SC-PR <1,5 kg...
Pagina 82
Sensoren en accessoires Tabel 2: Nellcor oxymetriesensormodellen en patiëntgewichten (Cont.) Gewicht van de patiënt -sensor Model >=meer dan <=minder dan OxiCliq niet-klevende sensor, OxiCliq P 10 tot 50 kg patiëntgebonden, voor kinderen, herbruikbare kabel OxiCliq niet-klevende sensor, OxiCliq I 3 tot 20 kg patiëntgebonden, voor zuigelingen,...
ISO 10993-1. Optionele accessoires Bij de N-560 worden verschillende optionele accessoires aangeboden. Neem contact op met de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267, of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor voor informatie over deze accessoires. •...
Sensoren en accessoires Indicator visueel alarm Er is een optionele indicator voor visueel alarm verkrijgbaar voor de N-560. De indicator voor visueel alarm wordt met behulp van dubbelzijdige tape bovenop de N-560 bevestigd. De indicator voor visueel alarm wordt op de achterkant van de N-560 aangesloten. OPGELET: De N-560 moet uitgeschakeld zijn om de indicator voor visueel alarm aan te sluiten of los te koppelen.
Sensoren en accessoires Bevestiging op infuusstandaard Er is een optionele bevestiging op infuusstandaard is verkrijgbaar voor de N-560. De bevestiging op infuusstandaard kan worden gebruikt om de N-560 aan een IV-standaard te bevestigen. De bevestiging op infuusstandaard wordt op de achterkant van de N-560 aangesloten. N-560 Gebruiksaanwijking...
Factoren die de werking kunnen beïnvloeden F a c t o r e n d i e d e w e r k i n g k u n n e n b e ï n v l o e d e n WAARSCHUWING: De pulsoxymetriemetingen en pulssignalen kunnen worden beïnvloed door bepaalde omgevingscondities, verkeerde bevestiging van de sensor en bepaalde patiëntgebonden...
Factoren die de werking kunnen beïnvloeden Disfunctionele hemoglobines Disfunctionele hemoglobines zoals carboxyhemoglobine, methemoglobine en sulfhemoglobine kunnen geen zuurstof transporteren. De SpO -metingen kunnen normaal lijken, maar een patiënt kan hypoxisch zijn omdat er minder hemoglobine beschikbaar is om zuurstof te transporteren. Het verdient aanbeveling ook andere beoordelingen uit te voeren dan alleen maar pulsoxymetrie.
• er bevindt zich een arteriële occlusie proximaal van de sensor Gebruik uitsluitend sensoren en sensorkabels van Nellcor. WAARSCHUWING: Het gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires, sensoren en kabels kan leiden tot verhoogde emissie en/of verminderde immuniteit en onnauwkeurige metingen van de N-560 pulsoxymeter.
Pagina 90
Factoren die de werking kunnen beïnvloeden Kies een geschikte sensor, bevestig dez e volgens de instructies en neem alle waarschuwingen en aandachtspunten in acht die worden vermeld in de gebruiksinstructies die met de sensor wordt meegeleverd. Reinig de plaats waar de sensor wordt aangebracht en verwijder eventuele substanties zoals nagellak.
Gebruikersmenu G e b r u i k e r s m e n u Dit gebruikersmenu dient als snelle referentie voor de functies op de N-560. De vet gedrukte functies zijn de standaardinstellingen. Tabel 3: Gebruikersmenu Sub- Paragraaf als Menu Functie menu...
Storingen verhelpen S t o r i n g e n v e r h e l p e n WAARSCHUWING: Als u aan de nauwkeurigheid van een meting twijfelt, controleer dan de vitale functies van de patiënt met andere hulpmiddelen en controleer vervolgens of de N-560 goed werkt.
Storingen verhelpen Wanneer de N-560 waarneemt dat een defecte sensor op de N-560 is aangesloten, verschijnt de foutcode “Sen Err” (Sensor fout) op de N-560. De sensor dient te worden vervangen en de N-560 moet opnieuw worden opgestart. Tabel 4: Foutcodes Foutcode Actie 1 —...
Oplossing Als zich problemen voordoen met het gebruik van de N-560 die u niet kunt verhelpen, neem dan contact op met de technische dienst van Nellcor of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor. De onderhoudshandleiding van de N-560 die bestemd is voor bevoegd onderhoudspersoneel biedt aanvullende informatie over het verhelpen van storingen.
Pagina 96
Neem contact op met bevoegd onderhoudspersoneel of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor. 4. De indicator Puls zoeken brandt langer dan 10 seconden terwijl de sensor bij de patiënt is aangebracht.
Pagina 97
Storingen verhelpen 5. De indicator Puls zoeken brandt nadat er geslaagde metingen zijn verricht. • Controleer de patiënt. • Het is mogelijk dat de perfusie te laag is waardoor de N-560 geen puls kan waarnemen. Probeer de N-560 op iemand anders uit. Bevestig de sensor op een andere plaats.
Indien de display de foutcode nogmaals weergeeft, noteer dan het nummer en geef die informatie door aan bevoegd onderhoudspersoneel of aan uw locale vertegenwoordiger van Nellcor. • De foutcode “EEE 513” verschijnt wanneer de batterij bijna geheel ontladen is.
Pagina 99
– is het mogelijk dat hij schadelijke interferentie veroorzaakt met andere apparaten in de nabijheid. Indien hulp vereist is, neem dan contact op met de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267, of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor. N-560 Gebruiksaanwijking...
N-560. Als u contact opneemt met de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267, of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor is het mogelijk dat men u vraagt het softwareversienummer van uw N-560 op te geven.
De N-560 terugsturen Neem contact op met de technische dienst van Nellcor, 1-800-635-5267, of uw locale vertegenwoordiger van Nellcor voor verzendinstructies, inclusief een nummer voor Returned Goods Authorization (RGA –...
Onderhoud Periodieke veiligheidstests Het wordt aanbevolen de volgende controles om de 24 maanden uit te voeren. • Controleer de apparatuur op mechanisch en functionele schade. • Controleer de leesbaarheid van de labels die voor de veiligheid van belang zijn. Reiniging OPGELET: U mag geen vloeistof spuiten, gieten of morsen op de N-560, de accessoires, connectoren, schakelaars of openingen in de behuizing ervan.
Technische informatie T e c h n i s c h e i n f o r m a t i e Beschrijving van alarmen De N-560 kent drie niveaus van akoestische alarmen. 1. Alarm met hoge prioriteit: Een snel pulserend signaal met een hoge toonhoogte dat verlies van puls zonder beweging van de patient weergeeft.
Technische informatie Fabrieksinstellingen De N-560 wordt verzonden met standaard fabrieksinstellingen. Bevoegd technisch personeel dat de procedures hanteert zoals beschreven in de onderhoudshandleiding van de N-560 kunnen de standaardinstellingen wijzigen. Tabel 5: Standaard fabrieksinstelling Standaard Parameter Bereik fabrieksinstelling %SpO Onderalarmgrens plus 100% bovenalarmgrens 1 tot 100%...
Dergelijke frequente alarmen kunnen verwarrend zijn. De N-560 gebruikt het SatSeconds-alarmbeheer van Nellcor. Met de SatSeconds-techniek worden de boven- en onderalarmgrens op dezelfde manier ingesteld als bij een gebruikelijk alarmbeheer. De arts stelt echter...
Pagina 107
Technische informatie In dit voorbeeld daalt het %SpO -niveau tot 88 (2 punten) en blijft daar gedurende 2 seconden (2 punten x 2 seconden = 4). Vervolgens daalt het %SpO tot 86 gedurende 3 seconden en daarna tot 84 gedurende 6 seconden.
Technische informatie Tijdens een dergelijke schommeling integreert de N-560 het aantal %SpO - punten, zowel positieve als negatieve, tot de SatSeconds-grens (SatSeconds-instelling) wordt bereikt of tot het %SpO -niveau opnieuw binnen het normale bereik komt en daar blijft. SatSeconds “veiligheidsnet” Het SatSeconds “veiligheidsnet”...
Werkingsprincipes W e r k i n g s p r i n c i p e s Oxymetrie-overzicht De N-560 maakt gebruik van pulsoxymetrie om de functionele zuurstofsaturatie van het bloed te meten. Bij pulsoxymetrie wordt een sensor aangebracht op een pulserend arterieel vaatbed, zoals een vinger of een teen.
Pagina 110
Werkingsprincipes Omdat oxyhemoglobine en deoxyhemoglobine verschillen in lichtabsorptie is er een verband tussen de door het bloed geabsorbeerde hoeveelheid rood en infrarood licht en de zuurstofsaturatie van hemoglobine. Om de zuurstofsaturatie van arteriële hemoglobine te kunnen bepalen, maakt de N-560 gebruik van het pulsatiele karakter van de arteriële bloedstroom.
Werkingsprincipes Automatische kalibratie Omdat de absorptie van licht door hemoglobine afhankelijk is van de golflengte en de gemiddelde golflengte van LED’s varieert, moet een pulsoxymeter de gemiddelde golflengte van de rode LED van de sensor kennen om de SpO nauwkeurig te kunnen meten. Tijdens de bewaking selecteert de software van de N-560 coëfficiënten die overeenkomen met de golflengte van de rode LED van elke individuële sensor;...
Werkingsprincipes Gemeten versus berekende saturatie Wanneer de saturatie wordt berekend aan de hand van de partiële druk van de in het bloedgas aanwezige zuurstof (PO ), kan de berekende waarde afwijken van de SpO -meting van een pulsoxymeter. Meestal gebeurt dit omdat de berekende saturatie niet voldoende gecorrigeerd werd met betrekking tot de invloed van de variabelen die leiden tot een verschuiving van de verhouding tussen PO en pH, temperatuur, de...
Veel functionele testers en patiëntsimulators zijn ontworpen om te worden gekoppeld aan de verwachte kalibratiecurves van de pulsoxymeter en zijn geschikt voor gebruik met monitoren en/of sensoren van Nellcor. Niet alle dergelijke apparaten zijn echter aangepast voor gebruik met het O digitale calibratiesysteem van Nellcor.
Specificaties S p e c i f i c a t i e s Prestaties Meetbereik SpO2 1 tot 100% Pulsfrequentie 0 en 20 slagen per minuut (bpm) tot 250 slagen/min Perfusiebereik 0,03% tot 20% Nauwkeurigheid en tolerantie van interferentie Saturatie 70 tot 100% ±...
Specificaties Nauwkeurigheid en tolerantie van interferentie (Cont.) De specificaties bij volwassenen worden getoond voor de MAX-A en MAX-N sensoren bij de N-560. De specificaties bij neonaten worden getoond voor de MAX-N-sensoren bij de N-560. De saturatienauwkeurigheid verschilt per sensortype. Raadpleeg het overzicht Sensornauwkeurigheid.
Specificaties Tabel 6: Toondefinitie (Cont.) Akoestische Parameter Waarde indicator Het volume instellen Volumeniveau Instelbaar alarmvolume Toonhoogte (± 30 Hz) 752 Hz Pulsbreedte (± 20 msec) Oneindig Herhalingsinterval puls Niet van (± 20 msec) (dubbele burst) toepassing Herhalingen Niet van toepassing Elektrische gegevens Instrument Voedingsvereisten...
Pagina 121
91/157/EEC overeenstemming Sensoren Elektrische/ De Nellcor pulsoxymeter bevat LED's die rood optische (~660NM) en infrarood (~900 nm) licht uitstralen met specificaties een totaal optisch vermogen van minder dan 15 mW. Deze informatie over het bereik van de sensorgolflente kan handig zijn voor artsen, vooral als ze fotodynamische therapie geven.
Specificaties Omgevingscondities Werking Temperatuur 10 tot 45 °C Hoogte/luchtdruk 390 m tot 3012 m 39.014,40 cm tot 301.203,36 cm 70 tot 106 kPa (20,6 in Hg tot 31,3 in. Hg) Relatieve vochtigheid 10 tot 95% zonder condensvorming, in overeenstemming met IEC 60601 paragraaf 44.5 Vervoer en opslag (niet in verzendverpakking) Temperatuur...
Specificaties Fysieke eigenschappen Gewicht 1,39 kg zonder bevestiging op infuusstandaard 2.95 " (H) × 9.06 " (W) × 5.04" (D) Afmetingen (75 mm (H) × 230 mm (W) × 128 mm (D) Normering Item Standaard Beschrijving Kwaliteits- EN ISO 13485: 2000, Kwaliteitssysteem —...
Pagina 125
Specificaties Item Standaard Beschrijving Bescherming EN 60601-1: IPX1 tegen water- klassificatie Klassificatie EN 60601-1: Voortdurende werking werkingswijze Mate van EN 60601-1: Apparatuur niet geschikt veiligheid in de buurt van brandbare anaesthetica Veiligheid ISO 9919: 2005(E) Speciale eisen voor de algemene veiligheid en essentiële prestatie van pulsoxymetrie-apparaatuur voor medisch gebruik.
Pagina 126
Specificaties Item Standaard Beschrijving Symbool EN 980 productiejaar Werking tijdens IEC 60068-2-27 fysieke schok Werking tijdens IEC 60068-2-6 en vibratie IEC 60068-2-34...
Specificaties Verklaring van de fabrikant Dit product is in overeenstemming met EN/IEC 60601-1-2:2001. WAARSCHUWING: Het gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires, sensoren en kabels kan leiden tot verhoogde emissie en/of onnauwkeurige metingen van de N-560 pulsoxymeter. Tabel 7: Kabelnormering In overeenstemming met: •...
Pagina 128
Specificaties Tabel 7: Kabelnormering (Cont.) In overeenstemming met: (Cont.) • RF-emissies, EN 55011, Klasse B/Groep 1 • EN 60601-1-2; 2001 Maximale Kabels en OxiMax-sensoren (Cont.) lengte MAX-I sensor 0,5 m MAX-N sensor 0,5 m MAX-P sensor 0,5 m MAX-R sensor 0,5 m SC-PR sensor 0,9 m...
Specificaties Tabel 8: Elektromagnetische emissies De N-560 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de N-560 moet garanderen dat deze in een dergelijk omgeving wordt gebruikt Elektromagnetische omgeving — Emissietest Normering Richtlijn RF emissies Groep 1 De N-560 maakt uitsluitend gebruik...
Specificaties Tabel 9: Elektromagnetische immuniteit De N-560 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de N-560 moet garanderen dat deze in een dergelijk omgeving wordt gebruikt Elektromagnetische IEC 60601 Normerings Immuniteitstest omgeving — testniveau niveau Richtlijn...
Pagina 131
Specificaties Tabel 9: Elektromagnetische immuniteit (Cont.) De N-560 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de N-560 moet garanderen dat deze in een dergelijk omgeving wordt gebruikt Elektromagnetische IEC 60601 Normerings Immuniteitstest omgeving —...
Pagina 132
Specificaties Tabel 9: Elektromagnetische immuniteit (Cont.) De N-560 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de N-560 moet garanderen dat deze in een dergelijk omgeving wordt gebruikt Elektromagnetische IEC 60601 Normerings Immuniteitstest omgeving —...
Pagina 133
Specificaties Tabel 9: Elektromagnetische immuniteit (Cont.) De N-560 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de N-560 moet garanderen dat deze in een dergelijk omgeving wordt gebruikt Elektromagnetische IEC 60601 Normerings Immuniteitstest omgeving —...
Specificaties Tabel 10: Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de N-560 De N-560 is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin radiale RF-verstoringen beheerst worden. De klant of gebruiker van de N-560 kan elektromagnetische intrferentie helpen voorkomen door een minimale afstand te behouden tussen draagbare en mobiel RF- communicatieapparatuur (zenders) en de N-560, zoals hieronder aanbevolen volgens de maximale uitgangsstroom van de...
I n d e x Symbolen %SpO2-display 11 Een klinische omgeving 5 Een sensor aansluiten 19 Elektromagnetische interferentie 90 EMI 90 Achterpaneel 8 Akoestische alarmen uitschakelen 34 Akoestische indicatoren 16 Alarm Off (Alarm uit) 69 Fabrieksinstellingen 96 Alarm Silence (Alarmonderdrukking) 69 Factoren die de werking kunnen beïnvloeden 79 Alarm Silence(Alarmonderdrukking)-indicator 12 Foutcodes 85...
Pagina 136
Index Kalibratie, automatisch 103 Patiëntinstellingen, controleren 35 PH 69 Pin-outs datapoort 52 PL 69 PS 69 LB 69 Pulsamplitude-indicator 11 Lijst met componenten 18 Pulsbalk 11 LM 69 Pulse Search (Puls zoeken) 69 Loss of Pulse (Verlies van puls) 69 Pulse Search(Puls zoeken)-indicator 12 Low Battery (Batterij bijna leeg) 69 Pulsfrequentie-display 11...