6
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Herinneringsinterval] te
selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
7
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het werkingsinterval van
de herinneringsfunctie te selecteren en druk vervolgens op
de [Bevestigen]-knop.
70