Pagina 1
Gebruikersgids (voor WEB) Inleiding GPS fietscomputer Initiële instelling SGX-CA600 Basisbediening Training De waarschuwingsfunctie gebruiken De Strava Live segmentfunctie gebruiken De live partnerfunctie gebruiken Loggegevens analyseren Navigatie Trapopvolging Fiets- en sensorinstellingen Geavanceerde instellingen Verbinden met externe diensten Vaak gestelde vragen Bijlage...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inleiding ......6 Initiële instelling ....38 • Accessoires controleren..... 6 • De initiële instelling uitvoeren • Namen en functies van onderdelen ..7 door het apparaat te gebruiken 39 – Vooraanzicht ......7 • De instellingen in de app configure- – Achteraanzicht ......9 ren ..........
Pagina 3
• Loggegevens uploaden .... 75 – Het instellen van het MMP ... 132 – Over Cyclo-Sphere ....75 • Automatisch schakelen naar het – Uploaden via Wi-Fi ....76 scherm dat overeenkomt met het – Uploaden met behulp van een PC ..87 trainingsmenu ......
Pagina 4
De live partnerfunctie – Overbrengen vanuit een Smartphone-app ....205 gebruiken .......171 – Koersbestanden overbrengen • Coach- en partnerconfiguratiepa- met behulp van een PC ..206 tronen ........171 • Een koers selecteren ..... 207 – Communicatieafstand tussen – Selecteren uit de overdracht- coach en partner ....
Pagina 5
Vaak gestelde vragen ..359 • Instellingen van de ANT+- vermogenstransmissiefunctie ..279 • V: Hoe kan ik de taalin- • Instellingen voor Bluetooth- stelling terugplaatsen naar vermogenstransmissiefunctie ..282 Nederlands? ......359 • Instelling van Di2 schakeling op • V: De vectoren van de trapgrafiek afstand ........
Pagina 6
Inleiding Accessoires controleren Dit product bevat de volgende onderdelen. ! Hoofdeenheid ! Beugel...
Pagina 7
! USB-kabel ! Riem ! Veiligheidsmaatregelen ! Garantiekaart Namen en functies van onderdelen ■Vooraanzicht ① ④ ② ③ ⑥ ⑤ 1 Display 2 [Traject]-knop Druk op deze knop tijdens het loggen om een lap te registreren. Druk op deze knop en houd deze 2 seconden of langer ingedrukt terwijl het loggen is gestopt om naar het scherm te gaan om de loggegevens op te slaan.
Pagina 8
Druk op deze knop om het loggen te starten of te stoppen. 4 [Menu]-knop Druk op deze knop om het hoofdmenuscherm te tonen. ! Druk op deze knop wanneer het hoofdmenuscherm wordt getoond om terug te keren naar het vorige scherm. ! Druk op deze knop wanneer een gegevensveld vergroot wordt getoond om terug te keren naar het meterscherm.
Pagina 9
■Achteraanzicht ② ① ⑤ ③ ④ 1 USB-connectordeksel Sluit het USB-connectordeksel stevig wanneer u het apparaat niet oplaadt of niet aansluit op uw PC. 2 USB-connector Sluit de USB-connector aan om het apparaat op te laden en gegevens over te brengen naar uw PC. 3 Luidspreker Geeft een buzzergeluid wanneer er een waarschuwing of knopbewer- king is.
Pagina 10
■Hoofdmenuscherm Dit is het hoofscherm van het apparaat om verschillende menu's te tonen. Het hoofdmenuscherm gebruiken...
Pagina 11
Werking van de knoppen op elk scherm en schermhiërarchie ■[←]/[→]-knoppen, [Bevestigen]-knop, [Menu]-knop De functies van de hoofdeenheidsknoppen verschillen afhankelijk van het getoonde scherm Werking in het menuscherm ④ ① ② ③ ① [←]-knop Selecteert een item of waarde. ② [→]-knop ③...
Pagina 12
Werking in het meterscherm ④ ① ② ③ ① [←]-knop Verandert de pagina. ② [→]-knop Vergroot of schakelt het gegevensveld. Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om het sta- tusscherm weer te geven. ③ [Bevestigen]-knop Druk op deze knop en houd deze ingedrukt tijdens de vergrote weergave om het gegevensveld van het instel- lingenscherm weer te geven.
Pagina 13
① ② Tijdens het loggen: Registreert het traject. ① [Traject]-knop Wanneer logging is gestopt: Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt om de logginggegevens op te slaan. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld: Druk op de knop en houd de knop ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
Pagina 14
Bekijken van het meterscherm Het meterscherm bestaat uit gegevensvelden om verschillende meetgegevens en pagina's weer te geven om de gegevensvelden in te delen en weer te geven. ① ② De gegevens die moeten worden weergegeven, kunnen ① Gegevensveld worden aangepast. ■Het weergavetype van een gegevensveld veranderen Het aantal gegevensvelden die moeten worden weer- gegeven op een pagina en de indeling kunnen worden...
Pagina 15
! Voor details over het meterscherm, zie het volgende. Het meterscherm gebruiken Installatie Pioneer biedt geen garantie voor het gebruik van beugels of montagehulpmiddelen van andere bedrijven. Verzamel de nodige informatie bij de fabrikant van de beugel of montagehulpmiddelen. ■Het apparaat installeren Het apparaat op uw fiets monteren.
Pagina 16
1 Zeskantsleutel Zorg ervoor dat u de verwijderde bout niet verliest. Monteer de beugel op het stuur van uw fiets. Let op ! Zorg ervoor dat uw vinger niet gekneld zit tijdens de montage van de beugel op de fiets. Maak de beugel vast met de bout.
Pagina 17
Maak de riem vast aan het apparaat. Steek de riem door de riemgaten van het apparaat. Maak het apparaat vast aan de beugel. Bevestig de riem aan het stuur, oriënteer het apparaat zoals getoond op de figuur, en breng de twee uitstekende delen van de beugelinstalla- tiegleuf aan de achterkant van het apparaat op een lijn met de groeven in de beugel.
Pagina 18
Breng de uitstekende delen van de beugelinstallatiegleuf Beugelgroeven op een lijn met de Uitstekende delen van groeven in de beugel. beugelinstallatiegleuf ブラケット取り Breng de uitstekende delen van de 付け口のツメと beugelinstallatiegleuf ブラケットの溝 op een lijn met de を合わせます。 groeven in de beugel. Wanneer de uitstekende delen op een lijn liggen met de groeven, zal het apparaat in de hoek staan zoals is getoond op de onderstaande figuur.
Pagina 19
Let op ! Controleer of de voorste en achterste uitstekende delen goed zijn inge- bracht. Het kan soms gebeuren dat er slechts één is ingebracht. Als er slechts één is ingebracht, zal de hoofdeenheid niet stevig zijn vastgemaakt waardoor er een risico bestaat dat de uitstekende delen beschadigd geraken of de hoofdeenheid los komt te zitten.
Pagina 20
Vooraanzicht Zijaanzicht ■Het apparaat verwijderen Draai het apparaat tegen de wijzers van de klok in tot het apparaat stopt met draaien. Draai het apparaat volledig tot het zich bevindt zoals op de ondersta- ande figuur is getoond en til het dan langzaam op.
Pagina 21
Let op ! Verwijder het apparaat in de toestand waarin het tegen de wijzers van de klok in is gedraaid tot het niet langer draait zodat de uitstekende delen van beugelinstallatiegleuf op een lijn liggen met de groeven in de beugel. Als u probeert het apparaat te verwijderen wanneer het gedeeltelijk weg- gedraaid is, bestaat het risico dat de uitstekende delen van beugelinstal- latiegleuf of de beugel beschadigd geraken.
Pagina 22
Opladen De interne batterij van het apparaat is niet opgeladen bij aankoop. Laad het apparaat op met de meegeleverde USB-kabel alvorens het te gebruiken. ■Het apparaat opladen Open het USB-connectordeksel. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de USB-connector van het apparaat. Schakel uw PC in en sluit de USB-kabel aan op een open USB-poort op uw PC.
Pagina 23
! Wanneer het apparaat ingeschakeld is Druk op de [Aan/Uit]-knop en houd deze 2 seconden of langer inge- drukt om het apparaat in of uit te schakelen tijdens het opladen. De oplaadtijd is korter als het apparaat uitgeschakeld is. Oplaadpictogrammen...
Pagina 24
Bezig met opladen Volledig opgeladen Nota ! Het duurt ongeveer 4 uur tot het apparaat volledig opgeladen is (wanneer het apparaat uitgeschakeld is of tijdens normaal opladen). ! Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, wordt het scherm na 5 seconden zwart. Om de oplaadstatus en het batterijniveau te controleren drukt u op de [Aan/Uit]-knop.
Pagina 25
■Het batterijniveau controleren U kunt het batterijniveau controleren op het batterijniveaupictogram dat is weerge- geven op de statusbalk van het hoofdmenuscherm. Nota ! Wanneer het batterijniveau laag wordt, verschijnt de boodschap "Batterijniveau neemt af". Als het batterijniveau nog lager mag worden, zal het apparaat automa- tisch worden uitgeschakeld.
Pagina 26
! Als de mogelijke werkingsduur na opladen abnormaal kort is, moet de batterij mogelijk worden vervangen. Surf naar onze website voor meer details. http://www.pioneerelectronics.com http://www.pioneerelectronics.ca www.pioneer-car.eu Automatisch in-/uitschakelen ■Inschakelen Druk op de [Aan/Uit]-knop en houd de knop 2 seconden of langer ingedrukt.
Pagina 28
■Uitschakelen Druk op de [Aan/Uit]-knop en houd de knop 2 seconden of langer ingedrukt. Druk op de [Bevestigen]-knop. Er verschijnt een uitschakelbericht en het apparaat wordt uitgeschakeld.
Pagina 29
■Automatisch uitschakelen als het apparaat gedu- rende een ingestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt het apparaat instellen om automatisch te worden uitgeschakeld wanneer het gedurende een ingestelde periode niet wordt gebruikt. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 30
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Apparaat] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Automatisch Uitschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 31
Druk op de [Bevestigen]-knop om het [Inschakelen]-vakje te selecteren. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Uitschakeltijd] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 32
Druk op de [←]/[→]-knoppen en [Bevestigen]-knop om de tijd in te stellen om te wachten tot het apparaat wordt uitgeschakeld. Druk op de [Bevestigen]-knop. ■Naar slaapmodus schakelen Wanneer het apparaat naar de slaapstatus wordt geschakeld, wordt het scherm uitgeschakeld om het batterijstroomverbruik te minimaliseren. U kunt onmiddellijk terugkeren naar de status Aan door op eender welke andere knop dan de [←]/[→]-knoppen te drukken.
Pagina 33
Druk op de [Aan/Uit]-knop en houd de knop 2 seconden of langer ingedrukt. Druk op de [←]-knop. Er wordt een bericht getoond en het apparaat schakelt naar de slaapstatus.
Pagina 34
■Automatisch naar de slaapstatus schakelen als het apparaat niet wordt gebruikt gedurende een ingestelde periode U kunt het apparaat instellen om automatisch naar de slaapstatus te gaan als het gedurende een ingestelde periode niet wordt gebruikt. Dit is standaard ingesteld op [30 min]. Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 35
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Apparaat] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Slapen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 36
Druk op de [Bevestigen]-knop om het [Inschakelen]-vakje te selecteren. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Slaaptijd] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 37
Druk op de [←]/[→]-knoppen en [Bevestigen]-knop om de tijd in te stellen om te wachten tot automatisch naar de slaapstatus wordt geschakeld. Druk op de [Bevestigen]-knop. Nota ! Het toestel zal niet in de slaapstatus gaan tijdens het loggen, zelfs als het verder niet gebruikt wordt.
Pagina 38
Initiële instelling Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt na de aankoop ervan, wordt het initiële instelscherm getoond. Eerst wordt er een QR-code getoond waardoor u wordt gevraagd naar de downloadsite te gaan voor de Cyclo-Sphere Control App, die een app is voor smartphones.
Pagina 39
De initiële instelling uitvoeren door het apparaat te gebruiken Stel de gewenste weergavetaal voor het apparaat in. De volgende talen kunnen worden geselecteerd. English/日本語/Français/Español/繁體中文/Nederlands/Deutsch/Italiano De taal is standaard ingesteld op [Nederlands]. Druk op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 40
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om een taal te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De geselecteerde taal wordt bevestigd. Druk op de [→]-knop om naar het volgende scherm te gaan. Druk op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 41
De volgende items kunnen worden ingesteld. Item instellen Beschrijving Tijdzone Een tijdszone selecteren. Date De datum ingeven. Het uur ingeven. Geef het uur in het 24-uur formaat Tijd in voor de tijdsinstelling ongeacht of het [24-uurs klok gebruiken]-vakje al dan niet geselecteerd is. Vink het vakje af om het uur in 24-uur formaat weer te 24-uurs klok gebruiken geven.
Pagina 42
Druk op de [Bevestigen]-knop. De volgende items kunnen worden ingesteld. Item instellen Beschrijving De eenheidssysteemindicaties instellen op kilometer, km, kg, ℃ kilogram, en Celsius. De eenheidssysteemindicaties instellen op mijl/voet, mi/ft, lb, ℉ pond, en Fahrenheit. Dit is standaard ingesteld op [mi/ft, lb, ℉]. Druk op de [→]-knop.
Pagina 43
De instellingen op het apparaat configureren De instellingen kunnen ook worden geconfigureerd vanuit het hoofdmenu van het apparaat zonder de Cyclo-Sphere Control App te gebruiken, die een app voor smartphones is. We raden aan de volgende instellingen te configureren alvorens het apparaat te gebruiken.
Pagina 44
Basisbediening In dit deel wordt beschreven hoe u het meterscherm, wat het hoofd- scherm van het apparaat is, bekijkt en gebruikt en hoe u logging uitvoert om informatie te registreren zoals de verstreken tijd, ver- schillende sensorinformatie, en GPS-positie-informatie. Het meterscherm gebruiken Het meterscherm is het hoofdscherm van het apparaat voor het weergeven van trajectgegevens.
Pagina 45
Een gegevensveld toont het label, sublabel, eenheid en andere details van de weergegeven informatie. De inhoud die in een gegevensveld moet worden getoond, kan worden geselecteerd uit de gegevenscategorieën van grafiekdelen en nume- rieke waardedelen afhankelijk van de grootte van het gegevensveld. Verder is aanpassing mogelijk afhankelijk van het gegevenstype en weergavetype.
Pagina 46
■De weergave van een gegevensveld vergroten De weergave van een gegevensveld vergroten dat wordt getoond op een pagina. Druk op de [Bevestigen]-knop. Het gegevensveld wordt vergroot weergegeven.
Pagina 47
Wanneer u een gegevensveld vergroot weergeeft, zal er gedurende de eerste 2 seconden een miniatuur van de indeling worden getoond links bovenaan. De plaats aangeduid in rood is het gegevensveld dat op dit ogenblik vergroot wordt weergegeven. Werking tijdens vergrote weergave is als volgt.
Pagina 48
Als u op de knop [Bevestigen]/[Vergroten] in het getoonde gegevensveld drukt wanneer “Volgende” onderaan de pagina wordt ingedrukt, blijft de vergrote weergave en wordt het volgende gegevensveld getoond. Als u op de knop [←]/[→] in het getoonde gegevensveld drukt wanneer “-”/”+”...
Pagina 49
Druk op de [Bevestigen]-knop tot het gegevensveld waar- voor u het weergavetype wilt veranderen, verschijnt en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop en houd deze knop ingedrukt.
Pagina 50
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het gewenste weergavetype te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Wanneer de instellingen voltooid zijn, druk dan op de [Menu]-knop om terug te keren naar het meterscherm. ■De status weergeven In de statusweergave kunt u de helderheid van het scherm en GPS-instellingen instellen.
Pagina 51
Druk op de [Bevestigen]-knop en houd de knop 2 seconden of langer ingedrukt. Het statusscherm verschijnt.
Pagina 52
Het hoofdmenuscherm gebruiken U kunt verschillende instellingen van het apparaat in het hoofdmenuscherm configureren. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om een hoofdmenu-item te selecteren en houd de [Bevestigen]-knop ingedrukt. Het instellingenscherm voor het geselecteerde hoofdmenu-item verschijnt. De fiets selecteren die moet worden gebruikt en verschil- Fiets- lende instellingen voor de fiets configureren.
Pagina 53
Instellingen configureren en bewerkingen uitvoeren met betrekking tot training zoals het aanmaken van een trai- Training ningsmenu en het starten van de training. Zie " " voor details. Verschillende instellingen met betrekking tot Wi-Fi, Cyclo-Sphere, en het apparaat configureren. Zie Geavanceerde instellingen "...
Pagina 54
1 Status loggen Geen icoon: Voordat het loggen start of nadat de loggegevens zijn opgeslagen : Logging : Logging onderbroken : Logging gestopt 2 Sprintdetectiestatus 3 ANT+/Bluetooth®-vermogenstransmissiestatus “ANT +” wanneer ANT + vermogenstransmissie is ingeschakeld, “BT” wanneer Bluetooth-vermogenstransmissie is ingeschakeld, “ANT + BT”...
Pagina 55
Werking in het Spinscherm Een scherm voor het selecteren van de huidige waarde op basis van vooraf bepaalde items zoals data, wordt een spinscherm genoemd. (Bijvoorbeeld: Instelscherm van de datum) Telkens op de [←]/[→]-knoppen wordt gedrukt, verandert de waarde van het gese- lecteerde item, en telkens op de [Bevestigen]-knop wordt gedrukt, verandert het geselecteerde item.
Pagina 56
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het karaktertype te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. (Bijvoorbeeld: Invoerscherm van fietsnaam) A: Toont een scherm met een lijst van de letters van het alfabet (hoofdletters). a: Toont een scherm met een lijst van de letters van het alfabet (kleine letters).
Pagina 57
SP: Voert een spatie in. BS: Wist één teken tegelijkertijd. <: Verplaatst de positie van de tekstinvoercursor naar links. >: Verplaatst de positie van de tekstinvoercursor naar rechts. [Reeks]: Slaat de ingevoerde tekst op en eindigt de tekstinvoer. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om tekst te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 58
Loggen uitvoeren Het registreren van informatie zoals de verstreken tijd, verschillende sensorinfor- matie, en GPS-positie-informatie wordt "loggen" genoemd. Training Timer Resetten Lap1 Lap2 Lap3 Lap3 Lap4 Lap5 [Start] [Start] [Lap] [Lap] [Lap] (2 sec.) [Lap] [Lap] [Stop] [Stop] Druk op de [Logging]-knop. [Logging gestart] wordt getoond en het loggen start.
Pagina 59
Als u op de [Bevestigen]-knop drukt, worden de loggegevens opgesla- gen en verschijnt het meterscherm opnieuw. Als u op de [←]-knop drukt, sluit het bericht en verschijnt het meter- scherm opnieuw terwijl het loggen in de gestopte status blijft. Wanneer u wilt beginnen met loggen, druk u nogmaals op de [Logging]-knop.
Pagina 60
Als het interval is ingesteld op [Auto], wordt het loggingsinterval korter wanneer de rijsnelheid van de fiets stijgt en langer wanneer de rijsnelheid daalt. *: Standaard fabrieksinstelling Nota ! De maximum bestandsgrootte voor loggegevens die kunnen worden geanalyseerd in Cyclo-Sphere bedraagt 16 MB. De bestandsgrootte voor één uur loggegevens bedraagt bij benadering 1 De grootte verschilt afhankelijk van de verbonden sensoren en instellingen.
Pagina 61
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Logging] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Loggingsinterval] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 62
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Druk op de [Menu]-knop. De instelling is klaar. ■Loggen automatisch pauzeren en hervatten U kunt de Auto Pauzeren/Hervatten-functie gebruiken om het loggen automatisch te pauzeren/hervatten wanneer een bepaalde snelheid wordt bereikt tijdens het loggen.
Pagina 63
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Logging] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 64
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Pauzeren/Hervatten] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Inschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 65
Het "Inschakelen"-vakje is geselecteerd en de Auto Pauzeren/ Hervatten-functie is ingeschakeld. Om het uit te schakelen, drukt u nogmaals op de [Bevestigen]-knop om de selectie van het vakje te annuleren. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Drempel trigger] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 66
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de snelheid in te stellen waarbij de functie Automatisch pauzeren werkt en druk ver- volgens op de [Bevestigen]-knop. Druk op de [Menu]-knop. De instelling is klaar. Nota ! Het is mogelijk dat de functie Automatisch pauzeren niet goed werkt wan- neer GPS-snelheid wordt gebruikt terwijl u rollers gebruikt of wanneer er geen snelheidssensor is.
Pagina 67
Nota ! De herinneringsfunctie herinnert u hieraan niet enkel voordat de log- ging start, maar ook wanneer u uw tocht hervat vanuit de status logging gestopt. ! De herinneringsfunctie bepaalt dat u rijdt door één van de waarden van snelheid, cadans, of vermogen. Het werkt mogelijk niet afhankelijk van de GPS-snelheidsinstelling, of de condities van de sensorverbinding of GPS-ontvangst.
Pagina 68
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Logging] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Herinnering] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 69
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Inschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het "Inschakelen"-vakje is geselecteerd en de Herinnering-functie is ingeschakeld. Om het uit te schakelen, drukt u nogmaals op de [Bevestigen]-knop om de selectie van het vakje te annuleren.
Pagina 70
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Herinneringsinterval] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het werkingsinterval van de herinneringsfunctie te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 71
Druk op de [Menu]-knop. De instelling is klaar. Autom. traject instellingen De functie Autom. Traject tekent automatisch een traject op zonder dat daartoe de [Traject]-toets moet worden ingedrukt, telkens wanneer een vooringestelde tijd, afstand of punt wordt bereikt. Nota ! De functie Autom. Traject werkt alleen terwijl het optekenen aan de gang is.
Pagina 72
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Logging] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Traject] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 73
Item instellen Beschrijving Inschakelen Schakel de functie in of uit* Auto Traject. Gebruik de procedure hieronder om de voorwaarden (trigger auto traject) vast te leggen waarbij de functie Trigger Auto Traject Autom. Traject een traject optekent. U kunt [Locatie], [Afstand] of [uur] selecteren als trigger auto traject.
Pagina 74
Trigger Auto Traject Item instellen Beschrijving Registreert een punt als een Locatie autom. traject waar de [Traject]-toets wordt ingedrukt terwijl het optekenen aan de gang is, en vanaf de volgende Locatie traject keer wanneer dicht bij een locatie autom. traject wordt gepasseerd, wordt een traject automatisch opgetekend.
Pagina 75
Tekent een traject op wanneer een [Tijd] Intervaltijd vooringestelde tijd traject wordt bereikt. Nota ! U kunt tot 10 locaties autom. traject registreren met behulp van de knop [Logging] of [Traject]. ! U kunt slechts 1 locatie autom. traject registreren met behulp van [Locatie registreren].
Pagina 76
Aanbevolen webbrowsers Windows ! Google Chrome ! Mozilla Firefox Macintosh ! Google Chrome ! Mozilla Firefox ! Apple Safari Aanbevolen webbrowsers voor de pagina ontworpen voor smartphones iPhone 7/iPhone 7 Plus ! Safari Toepassing voor iPhone Cyclo-Sphere Analysis App ■Uploaden via Wi-Fi Een Cyclo-Sphere-account aanmaken Registreren vanuit de volgende URL.
Pagina 77
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 78
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Account] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [E-mailadres] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 79
Gebruik de [←]/[→]/[Bevestigen]-knoppen om een e-mail- adres in te geven. Selecteer de "Reeks"-toets op het toetsenbord en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om terug te keren naar het vorige scherm. Werking in het tekstinvoerscherm Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Wachtwoord] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 80
Gebruik de [←]/[→]/[Bevestigen]-knoppen om een wacht- woord in te geven. Selecteer de "Reeks"-toets op het toetsenbord en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om terug te keren naar het vorige scherm. Werking in het tekstinvoerscherm Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Login] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 81
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 82
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Manueel uploaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de loggegevens te selecte- ren die u wilt uploaden en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 83
Herhaal stap 5 om vinkjes toe te voegen aan alle loggegevens die u wilt uploaden. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Uploaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Er wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht via Wi-Fi en het uploaden start. Wanneer het uploaden voltooid is, wordt de Wi-Fi- verbinding verbroken.
Pagina 84
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 85
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Differentieel uploaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Er wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht via Wi-Fi en het uploaden start. Wanneer het uploaden voltooid is, wordt de Wi-Fi- verbinding verbroken. De loggegevens automatisch uploaden Het apparaat kan automatisch een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen en de loggegevens uploaden naar Cyclo-Sphere wanneer het loggen stopt en de loggegevens opgeslagen zijn.
Pagina 86
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 87
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Automatisch uploaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het vakje is geselecteerd en het automatisch uploaden is ingeschakeld. ■Uploaden met behulp van een PC Een Cyclo-Sphere-account aanmaken Registreren vanuit de volgende URL. cyclo-sphere.com Uploaden De loggegevens kunnen als volgt geüpload worden met behulp van een PC.
Pagina 88
Selecteer de loggegevens waarvan u een back-up wilt maken en sla ze op eender welke locatie op de PC op. De loggegevens worden opgeslagen in de map "/CA600/Interne opslag/ Pioneer/Log". De bestandsnaam van de loggegevens is de datum en het tijdstip waarop de log is gestart.
Pagina 89
Gebruik de Cyclo-Sphere Control App om uw apparaat van [Een nieuw apparaat toevoegen] weer te geven en configureer vervolgens de verbindingsinstelling. Selecteer het volgende in volgorde in de Cyclo-Sphere Control App. [SGX-CA600] > [Instellingen upload loggegevens] Klik op [Upload via smartphone] in de Cyclo-Sphere Control App.
Pagina 90
Controleer of authenticatie gereed is voor [Accountinstelling Cyclo-Sphere] in de Cyclo-Sphere Control App. Als authenticatie niet gereed is, configureer dan de accountinstellingen. Nota ! Als er loggegevens zijn die niet overgebracht zijn via Wi-Fi voor de start van de logging of na het opslaan van de loggegevens terwijl het apparaat en de Cyclo-Sphere Control App verbonden zijn, worden de loggege- vens automatisch overgebracht naar de Cyclo-Sphere Control App via Bluetooth.
Pagina 91
Training Overzicht van de training De doelstellingen voor een fietstraining op de weg verschillen afhankelijk van de persoon. U kunt uw ritten objectiever monitoren en analyseren als u een fietscomputer gebruikt voor uw regelmatige training omdat een fietscomputer een doeltreffend trainingshulpmiddel is.
Pagina 92
Fietsers willen het goed doen in wedstrijden. De sleutel is de gebieden te verduidelijken die u wilt verbeteren rekening houdend met de wedstrijden waaraan u gaat deelnemen, doelstellingen vastleggen en dan een trainingsmenu opstellen. Trainingen die uw lichaam gewoon straffen, zijn niet nodig om u sneller te laten gaan.
Pagina 93
Origineel menu Dit is een eenvoudig trainingsmenu dat kan worden aangemaakt en bewerkt op het apparaat. FTP 20-minuut test Dit is een trainingsmenu waarin u 20 minuten rijdt en uw functioneel drempelver- mogen (FTP - functional threshold power) meet.
Pagina 94
MMP-uitdaging Dit is een trainingsmenu gebaseerd op uw gemiddeld maximaal vermogen (MMP - mean maximal power)-gegevens. U kunt het beoogde FTP en beoogde vermogen voor de FTP 20-minuut test en MMP-uitdagingstrainingsmenu's aanpassen. ■Laps Training om tegen een gemiddelde snelheid te rijden en training met explosieve sprints werken op verschillende gebieden en vereisen dus een verschillende trainingsmethode.
Pagina 95
Nauwkeurige analyse van elk intervalsegment kan later worden uitgevoerd door de verzamelde gegevens per lap correct te scheiden. Lap1 Lap2 Lap3 Opwarmen Cadansfocus Trapfocus Herstel Training start Trainingsstop Indien niet gescheiden door lap... Gegevens waarvan een algemeen gemiddelde is bepaald, worden verzameld waardoor er later geen goede analyse kan worden uitgevoerd.
Pagina 96
■Het trainingsmenu van trainingshulp downloaden ! Download het trainingsmenu via Wi-Fi met behulp van het apparaat. ■Een trainingsmenu aanmaken In dit deel wordt beschreven hoe u een trainingsmenu aanmaakt met behulp van de trainingshulp van de Cyclo-Sphere Analysis App (voor iPhone). Voor een trainingsmenu dat is aangemaakt met trainingshulp worden de laps automatisch toegevoegd op de gepaste posities, en worden de pagina-instellingen automatisch geschakeld naar de lay-out die is aanbevolen voor de trainingdetails.
Pagina 97
Druk op [OK]. ■Het apparaat via Wi-Fi verbinden Lees het volgende over hoe u het apparaat via Wi-Fi kunt verbinden. Wi-Fi-instellingen ■Een trainingsmenu importeren In dit deel wordt beschreven hoe u een trainingsmenu dat is aangemaakt in de Cyclo-Sphere Analysis App kunt importeren in het apparaat zodat u het kunt weer- geven als een trainingsmenu op het apparaat.
Pagina 98
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer dat het vakje is afgevinkt voor [Sync trainingsmenu].
Pagina 99
Als het vakje niet is afgevinkt, gebruik dan de [←]/[→]-knoppen om [Sync trainingsmenu] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Nu Sync] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Wacht tot de synchronisatie voltooid is. Wanneer de synchronisatie voltooid is, druk dan op de [Menu]-knop om terug te keren naar het hoofdmenuscherm.
Pagina 100
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 101
De naam van het huidig geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Ondersteuning Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 102
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het trainingsitem te selec- teren dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer de trainingsdetails en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 103
De naam van het geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item. Een trainingsmenu starten/beëindigen Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 104
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Start Training] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De startboodschap van het trainingsmenu verschijnt.
Pagina 105
Als u op de [Bevestigen]-knop drukt, verschijnt het meterscherm opnieuw en start het trainingsmenu. Start de training in overeenstemming met de instructies op het scherm. Nota ! Als logging reeds is gestart, zal het trainingsmenu gescheiden worden door laps en zal het eerste intervalsegment starten. Als logging nog niet is gestart, zal logging tegelijkertijd met de start van het trainingsmenu starten.
Pagina 106
Als u op de [Bevestigen]-knop drukt, worden de loggegevens gewist en verschijnt het scherm dat werd getoond voordat u de logging startte, opnieuw. Nota ! U kunt de loggegevens ook opslaan door op de [Traject]-knop te drukken en deze knop 2 seconden of langer ingedrukt te houden in de status logging gestopt.
Pagina 107
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Stop Training] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 108
Nota ! Aangezien de loggegevens verder verworven zullen worden zelfs nadat het trainingsmenu eindigt, drukt u op de [Logging]-knop om de logging te stoppen en controleert u vervolgens het bericht ter bevestiging van het opslaan en slaat u de loggegevens op. ■Een trainingsmenu wissen U kunt een trainingsmenu wissen dat was geïmporteerd op het apparaat of een trainingsmenu dat was aangemaakt op het apparaat.
Pagina 109
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het trainingsitem te selec- teren dat u wilt wissen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 110
■Een geïmporteerd trainingsmenu selecteren Raadpleeg " " en selecteer vervolgens het trainingsmenu dat u wilt wissen. Controleer of het trainingsmenu dat u wilt wissen, wordt weergegeven en druk vervolgens op de [→]-knop. Druk op de [Bevestigen]-knop. Het trainingsmenu is gewist.
Pagina 111
Een verbindingsmenu gebruiken U kunt een trainingsmenu (workout) dat is aangemaakt met behulp van TrainingPeaks overbrengen naar het apparaat via de Cyclo-Sphere Control App. Maak een account voor TrainingPeaks aan en maak vervol- gens een trainingsmenu aan. Voorbereiding door het aanmaken van een account op de website van TrainingPeaks of in de app van TrainingPeaks is vereist.
Pagina 112
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 113
De naam van het huidig geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Gekoppeld menu] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 114
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het trainingsitem te selec- teren dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer de trainingsdetails en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 115
De naam van het geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item. Nota ! Als u op de [←]-knop drukt, wordt de bewerking geannuleerd en ver- schijnt het vorige scherm opnieuw zonder dat het weergegeven trainings- menu is geselecteerd. Een origineel menu gebruiken U kunt een trainingsmenu aanmaken dat enkel werkt op het apparaat, en het dan gebruiken voor training.
Pagina 116
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 117
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Origineel menu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om een menu te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 118
Druk op de [Bevestigen]-knop. Het geselecteerde originele menu wordt ingesteld als het trainingsmenu, en het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw. ■Een origineel menu bewerken Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 119
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Bewerken] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 120
Controleer of de naam van een origineel menu wordt weergegeven in [Trainingsmenu]. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om elk item te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Itemdetails instellen...
Pagina 121
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Opslaan] of [Nieuwe toe- voegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het bewerkte trainingsmenu wordt opgeslagen of gekopieerd naar de fietscomputer en ingesteld als het trainingsmenu om te gebruiken. Nota ! Als u [Nieuwe toevoegen] selecteert, wordt "_copy" automatisch toege- voegd aan het einde van de menunaam.
Pagina 122
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Aanmaken] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 123
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om elk item te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Itemdetails instellen Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Opslaan] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 124
Het aangemaakte trainingsmenu wordt opgeslagen naar het apparaat en ingesteld als het trainingsmenu om te gebruiken. Itemdetails instellen Item instellen Beschrijving Trainingsnaam Geef de naam van dit trainingsmenu in. Opwarmen Stel de opwarmingstijd in. Stel de tijd in om een interval uit te voeren na de Intervaltijd opwarming.
Pagina 125
Nota ! De waarde die is ingesteld in [Instellingen] > [Gebruikersinstellingen] > [FTP] of de waarde van het analyseresultaat van Cyclo-Sphere wordt ingesteld als de initiële waarde voor het FTP. Figuur van FTP 20-minuut testtrainingsmenu FTP (20 min) Vermogen max. 5 min. 1 min.
Pagina 126
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De naam van het huidig geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [FTP 20 min Test] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 127
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Doel-FTP] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de beoogde FTP-waarde in te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Pas de beoogde FTP-waarde aan zoals noodzakelijk.
Pagina 128
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Reeks] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. "FTP 20 min Test" wordt weergegeven voor het [Trainingsmenu]-item. Nota ! Een numerieke waarde die bij benadering 5% hoger is dan de beoogde FTP wordt het beoogde vermogen.
Pagina 129
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Start Training] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Druk op de [Bevestigen]-knop. De opwarming start.
Pagina 130
De instructies voor het eerste intervalsegment worden weergegeven. Wanneer het tijd wordt voor het volgende intervalsegment, worden de instructies voor dat segment weergegeven. Dit proces wordt herhaald. Wanneer alle intervalsegmenten voltooid zijn, eindigt het trainingsmenu automatisch en verschijnt het voltooide bericht op het scherm.
Pagina 131
Het bijwerken van het FTP-meetresultaat in de gebruikersinstellingen zal ertoe leiden dat er een bericht wordt getoond wanneer de loggege- vens opgeslagen worden. Wanneer u logging opnieuw wilt starten, drukt u nogmaals op de [Logging]-knop. Als u op de [→]-knop drukt, verschijnt het bericht ter bevestiging van het wissen van de loggegevens.
Pagina 132
■Types van MMP Uitdaging Er zijn de tijden van 1 minuut, 3 minuten, 5 minuten, 10 minuten, 20 minuten, en 60 minuten, en u kunt training uitvoeren met de vermogenswaarde van 102% van het MMP voor de geselecteerde tijd als uw doelstelling. De MMP-training van 60 minuten is hetzelfde als het meten van uw FTP-waarde, het meetresultaat kan dus worden weergegeven als het meetresultaat van uw FTP.
Pagina 133
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Cyclo-Sphere] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 134
Controleer dat het [Param. Synchr.]-vakje is afgevinkt, gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Nu Sync] te selecteren, en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Wacht tot de synchronisatie voltooid is. Wanneer de synchronisatie voltooid is, worden de MMP-gegevens voor de meest recente drie maanden in Cyclo-Sphere weergegeven op het apparaat.
Pagina 135
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Gebruikersinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 136
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [MMP] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het item te selecteren om te gebruiken voor training en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 137
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de numerieke waarde te selecteren die u wilt instellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt gaat de cursor naar de vol- gende digit daaronder. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst, wordt de numerieke waarde bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Pagina 138
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Trainingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De naam van het huidig geselecteerde trainingsmenu wordt getoond in het [Trainingsmenu]-item.
Pagina 139
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [MMP Uitdaging] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Uitdagingsmenu] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 140
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het item te selecteren dat u wilt instellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Doel Vermogen] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 141
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het beoogde vermogen in te geven dat u wilt instellen als een doelstelling en druk ver- volgens op de [Bevestigen]-knop. Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt gaat de cursor naar de vol- gende digit daaronder. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst, wordt de numerieke waarde bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Pagina 142
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Reeks] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De waarde die is geselecteerd in stap 6 wordt weergegeven voor het [Trainingsmenu]-item. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Start Training] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 143
Druk op de [Bevestigen]-knop. De opwarming start. De rij-instructies voor het eerste intervalsegment worden weergegeven. Wanneer het tijd wordt voor het volgende intervalsegment, worden de rij-instructies voor dat segment weergegeven. Dit proces wordt herhaald. Wanneer alle intervalsegmenten voltooid zijn, eindigt het trainingsmenu automatisch en verschijnt het voltooide bericht op het scherm.
Pagina 144
Als u op de [Bevestigen]-knop drukt, worden de loggegevens opgeslagen. Als u op de [←]-knop drukt, wordt het bericht gesloten en verschijnt het vorige scherm opnieuw terwijl logging in de gestopte status blijft. Wanneer u logging opnieuw wilt starten, drukt u nogmaals op de [Logging]-knop.
Pagina 145
Automatisch schakelen naar het scherm dat overeenkomt met het trainingsmenu Als het [Auto Pagina Overgang]-vakje afgevinkt is, zal de weergave van het gege- vensveld automatisch schakelen naar de lay-out die is aanbevolen voor het trai- ningsmenu wanneer het trainingsmenu start. Nota ! U kunt de gegevensvelden bewerken zelfs als de lay-out de aanbevolen lay-out is.
Pagina 146
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Pagina Overgang] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Wanneer het vakje is afgevinkt, wordt de functie Automatische Paginaovergang ingeschakeld. De Afteltimer instellen Terwijl een trainingsmenu bezig is, wordt een afteller tot het volgende interval weergegeven om u ertoe aan te zetten zich voor te bereiden voor het volgende interval.
Pagina 147
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Aftellen Seconden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Er wordt afgeteld met het geselecteerde aantal seconden.
Pagina 148
Selecteer de afteltijd uit [3 sec], [5 sec]*, en [10 sec]. *: Standaard fabrieksinstelling Nota ! Als [10 sec] is geselecteerd en de huidige intervaltijd is minder dan 10 sec, zal er worden afgeteld vanaf een intervaltijd die minder is dan 10 sec.
Pagina 149
De waarschuwingsfunctie gebruiken Dit is een functie om u te waarschuwen wanneer de waarde hoger of lager is dan een ingestelde waarde tijdens de logging. Nota ! De waarschuwingsfunctie werkt enkel tijdens de logging. Het werkt niet wanneer de logging is gestopt. De basisinstellingen van waarschuwingen configureren ■Het bericht en geluid instellen...
Pagina 150
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Waarsch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Item instellen Beschrijving Vink dit vakje af om een bericht weer te geven wanneer er een melding is. Bericht Verwijder de selectie van dit vakje om geen bericht weer te geven.
Pagina 151
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Waarsch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 152
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Vermogenswaarsch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Item instellen Beschrijving Vink dit vakje af om gewaarschuwd te worden wanneer Waarsch Max. het vermogen de bovengrens overschrijdt. Verwijder de Vermogen Inschakelen selectie van dit vakje om niet gewaarschuwd te worden.
Pagina 153
Wanneer het vermogen de hier ingestelde waarde over- Waarsch Max. schrijdt, zult u op de hoogte gebracht worden met een Vermogen vermogenswaarschuwing. Vink dit vakje af om gewaarschuwd te worden wanneer Waarsch Min. het vermogen onder de ondergrens gaat. Verwijder de Vermogen Inschakelen selectie van dit vakje om niet gewaarschuwd te worden.
Pagina 154
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Waarsch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 155
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Automatische Doel Waarschuwing] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 156
Item instellen Beschrijving Vink dit vakje af om waarschuwingen in te schakelen. Vermogen Verwijder de selectie van dit vakje om niet gewaar- schuwd te worden. Wanneer het vermogen boven of onder het bereik gaat dat hier is ingesteld met betrekking tot de waarde die is Doel Vermogen ingesteld voor het beoogde vermogen van het overeen- komstige trainingsmenu, zult u worden gewaarschuwd.
Pagina 157
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Training] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Waarsch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 158
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Intensiteitswaarschuwing] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 159
Item instellen Beschrijving Vink het vakje af om de overeenkomstige drempel- Drempel1 Inschakelen, waarde in te schakelen. Drempel2 Inschakelen, Verwijder de selectie van dit vakje om niet gewaar- Drempel3 Inschakelen schuwd te worden. Drempel1, Drempel2, Waarschuwen wanneer de intensiteit de hier ingestelde Drempel3 waarden overschrijdt.
Pagina 160
De Strava Live segmentfunctie gebruiken Over Strava Live Segment Met de Live Segment-functie kunt u automatisch een segment dat u of anderen in Strava hebt aangemaakt, overbrengen naar het toestel met behulp van de Cyclo- Sphere Control App waardoor u uw huidige rit met uw resultaten of de resultaten van anderen in het verleden kunt vergelijken, logging begint wanneer u in het over- gebrachte segment komt.
Pagina 161
Voer authenticatie uit in overeenstemming met de instruc- ties op het scherm in de Cyclo-Sphere Control App. Wanneer Strava-authenticatie voltooid is met "Cyclo-Sphere Control App", worden de segmenten die registreerd zijn als favorieten in Strava overgebracht naar het toestel. De segmenten die automatisch zijn overgebracht, kunnen ook wor- den gecontroleerd in [Menu] - [Instellingen] - [Strava Live Segment] - [Segmentlijst].
Pagina 162
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Strava Live Segment] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Inschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om het vakje af te vinken.
Pagina 163
Druk op de [Menu]-knop om terug te keren naar de pagina van het meterscherm. ■Rijden naar het startpunt van één van de segmenten De weergave verandert in fases naarmate u dichter komt bij het segment. De weergave wordt bijvoorbeeld als volgt wanneer u zich binnen 1 km van het segment en verder dan 200 m bevindt.
Pagina 164
Nota ! Een tijdstip om aan te geven dat u zich voor of achter bevindt vergeleken met de King of the Mountains (KOM) of uw persoonlijk record (PR) kan ook worden weergegeven in real time terwijl u in een segment rijdt. ■Het weergavetype van een gegevensveld veranderen U kunt rijden terwijl u dit als een doel gebruikt om een gelijkmatig tempo aan te houden.
Pagina 165
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Strava Live Segment] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 166
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Inschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om de selectie van het vakje te verwijderen. Wanneer de selectie van het vakje verwijderd is, zal de live segment- functie worden uitgeschakeld. Automatisch schakelen naar het scherm dat overeenkomt met het segment Als het vakje [Auto Pagina Overgang] is afgevinkt, zal de pagina automatisch scha- kelen naar een pagina met gegevensvelden omvattende het segment wanneer u...
Pagina 167
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Strava Live Segment] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 168
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Auto Pagina Overgang] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om het vakje af te vinken. Wanneer het vakje is afgevinkt, zal de functie voor automatische pagi- naovergang ingeschakeld zijn. De segmentwaarschuwingsfunctie gebruiken Als het vakje [Segmentwaarschuwing] afgevinkt is, zult u op de hoogte worden gebracht van de afstand tot een segment of van de start en het einde van een segment op het volgende tijdstip.
Pagina 169
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Strava Live Segment] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 170
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Segmentwaarschuwing] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om het vakje af te vinken. Wanneer het vakje afgevinkt is, is de segmentwaarschuwingsfunctie ingeschakeld.
Pagina 171
De live partnerfunctie gebruiken Met deze functie kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen tussen twee fietscomputers die de live partnerfunctie ondersteunen en dan één daarvan instellen als de coach (ontvangt meetwaarden van de andere partij) en de andere als partner (verzendt meetwaar- den naar de andere partij) voor het in real time ontvangen en verzen- den van meetgegevens.
Pagina 172
■Communicatieafstand tussen coach en partner De maximum communicatieafstand bedraagt ongeveer 30 m. Als een partij buiten het communicatiebereik gaat, wordt er een bericht getoond om te waarschuwen dat de fietser buiten het bereik is gegaan. Als de fietser daarna dichter komt, verschijnt er een bericht om te waarschuwen dat de fietser in bereik is gekomen.
Pagina 173
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om één van [CH1]/[CH2]/[CH3] te selecteren en druk veervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 174
Nota ! In [Bluetooth-instellingen] schakelt u het kanaal in dat moet worden gebruikt. Bluetooth-instelling ! Als er geen beschikbaar kanaal is, raadpleeg dan het volgende en wis vervolgens een geregistreerde partner of coach. ■Een partner of coach wissen Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Toevoegen Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 175
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de partner te selecteren die u wilt registreren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Nota ! Als de partner die u wilt toevoegen, niet wordt weergegeven in de lijst, keer dan terug naar het vorige scherm en selecteer [Toevoegen Partner] nogmaals.
Pagina 176
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Een verzoek voor goedkeuring van de verbinding wordt verzonden naar de partner en het bericht "Toevoegen Partner Toelating bevestigen om partner toe te voegen." verschijnt. Als er een aanvullende goedkeuring is gegeven door de partner, ver- schijnt het bericht "Apparaatnummer:Gebruikersnaam Toegevoegd aan partner".
Pagina 177
! Als de goedkeuring van de verbinding geannuleerd is door de partner, is de verbinding niet toegelaten. Druk op de [Bevestigen]-knop en controleer vervolgens de status die is weergegeven voor de partner die is toege- voegd aan het gespecificeerde kanaalnummer. ■Een coach toevoegen Een coach kan worden toegevoegd door een partner.
Pagina 178
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om één van [CH1]/[CH2]/[CH3] te selecteren en druk veervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 179
Nota ! In [Bluetooth-instellingen] schakelt u het kanaal in dat moet worden gebruikt. Bluetooth-instelling ! Als er geen beschikbaar kanaal is, raadpleeg dan het volgende en wis vervolgens een geregistreerde partner of coach. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Coach toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 180
Druk op de [Bevestigen]-knop. Als de toelating is gegeven voor het verzoek voor goedkeuring van de toevoeging door de partner, verschijnt het bericht "Toegevoegd aan partner" samen met de apparaatinformatie van de partner op de fiets- computer van de coach en is de verbinding toegelaten. Het bericht "Toegevoegd aan coach."...
Pagina 181
Controleer de status die is weergegeven voor de coach die is toegevoegd aan het gespecificeerde kanaalnummer. Nota ! De partnerzijde zal in de wachtstatus staan tot er een antwoord op de verzonden toelating van de verbinding is ontvangen. Als één minuut ver- strijkt of als op de [Menu]-knop wordt gedrukt in de wachtstatus, wordt het verbindingsproces geannuleerd.
Pagina 182
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het kanaalnummer van de geregistreerde partner te bekijken waarvoor u het informa- tiescherm wilt bekijken en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het partnernummer, de verbindingsstatus, het apparaatnummer, en de gebruikersnaam worden weergegeven voor het overeenkomstige kanaal.
Pagina 183
U kunt de volgende items controleren met behulp van de [←]/[→]-knop- pen om het item te schakelen. ! Status ! Apparaatnummer ! Gebruikersnaam ! 3-seconden gemiddeld vermogen ! Gemiddeld vermogen per lap...
Pagina 184
! TSS ! Intensiteit ! Hartslag ! Verbruikte calorieën Als de numerieke waarden niet kunnen worden weergegeven om rede- nen zoals dat de verbindingen van de vermogensmeter en trapopvolging aan de zijde van de partner niet ingeschakeld zijn of dat het apparaat zoekt naar de partner omdat deze zich, bijvoorbeeld, buiten bereik bevindt, wordt "- -"...
Pagina 185
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het kanaalnummer te selecteren waarop de partner of coach is geregistreerd en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 186
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Druk op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 187
De coach of partner is gewist. Als u een coach of partner wist die ver- bonden was, wordt er een bericht met melding van het wissen getoond aan de zijde van de andere partner. Als u een coach of partner wist die niet verbonden was, wordt er een bericht van het wissen getoond op dit apparaat, maar niet aan de zijde van de andere partner.
Pagina 188
Nota ! Druk op de [Bevestigen]-knop om het gegevensveld dat u wilt weerge- ven voor de partner vergroot weer te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop en houd deze knop ingedrukt. Selecteer de grafiek voor het gegevensveldtype en selecteer de partner voor de gegevenscategorie.
Pagina 189
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 190
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het kanaalnummer te selecteren waarop de partner of coach was geregistreerd en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Veranderen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 191
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om een partnernummer te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het partnernummer is veranderd. ■Optie-instellingen van de live partnerfunctie Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 192
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Live Partner] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 193
Item instellen Beschrijving Vink dit vakje af om gewaarschuwd te worden wanneer de afstand tussen de andere partij en uw fiets groter wordt en de andere partij buiten het communicatiebereik gaat. Verwijder de selectie van dit vakje om niet Waarschuwing afstand gewaarschuwd te worden.
Pagina 194
Loggegevens analyseren Loggegevens weergeven De loggegevens uit het verleden of laploggegevens uit het verleden kunnen wor- den geanalyseerd op het apparaat. Nota ! Opgeslagen loggegevens worden automatisch weergegeven nadat ze zijn opgeslagen. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Historiek] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 195
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de loggegevens te selecte- ren die u wilt weergeven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 196
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Traject] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het interval tussen laps te selecteren die u wilt weergeven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 197
De loggegevens voor het geselecteerde interval tussen laps worden geselecteerd. Wanneer [Alle] is geselecteerd, worden de loggegevens van alle inter- vallen weergegeven. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het item te selecteren dat u wilt bekijken. Loggegevens bewerken U kunt sommige loggegevens op het apparaat bewerken. ■De datum en het tijdstip van loggegevens bewerken Toon de loggegevens die u wilt bewerken.
Pagina 198
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Date] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de datum in te geven die u wilt instellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 199
Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt, wordt de cursor verplaatst in de volgorde van jaar, maand en dag. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst naar dag, wordt de datum bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 200
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Opslaan] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De veranderingen aan de datum en het tijdstip worden bevestigd en het vorige scherm verschijnt opnieuw. ■Loggegevens wissen Toon de loggegevens die u wilt bewerken. Loggegevens weergeven...
Pagina 201
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Druk op de [Bevestigen]-knop. De geselecteerde loggegevens worden gewist. Als u op de [←]-knop drukt, wordt het wissen geannuleerd.
Pagina 202
Voor hoe u het scherm kunt bekijken en gebruiken, raadpleeg de helppagina van Cyclo-Sphere. https://cyclo-sphere.com/help Naast het bovenstaande biedt de Pioneer cyclesports-website verschillende inhoud om hints te geven over het gebruik en het verbeteren van de vaardigheden waaronder video's over hoe u topatleten kunt analyseren en onderzoeken.
Pagina 203
Analyse uitvoeren met behulp van Strava Strava is een webdienst/app om lopen, fietsen en andere activiteiten te registreren. Voor meer details over Strava, zie de volgende URL. https://www.strava.com/features Nota ! U moet zich registreren voor een Strava-account. Selecteer het volgende in volgorde in de Cyclo-Sphere Analysis App.
Pagina 204
Analyse uitvoeren met behulp van TrainingPeaks U kunt uw activiteiten analyseren met behulp van TrainingPeaks. Voorbereiding zoals het aanmaken van een account op de TrainingPeaks-website of in de app van TrainingPeaks is vereist. Voor details, raadpleeg de TrainingPeaks-website. https://www.trainingpeaks.com/ Selecteer het volgende in volgorde in de Cyclo-Sphere Analysis App.
Pagina 205
Navigatie Koersen overbrengen U kunt Koersen die u in een dienst zoals Rijden met GPS en Strava aanmaakt, overbrengen naar het toestel. Voor meer informatie over hoe u koersen aanmaakt, klikt u op de help of andere informatie van de overeenkomstige dienst. ■Instelling van rijden met GPS Open de "https://ridewithgps.com/"...
Pagina 206
Wanneer u uw activiteiten vanuit elk van de sites exporteert, sla ze dan op in het TCX- of FIT-formaat. Sla de koersbestanden die u naar de PC hebt gedownload, op in het apparaat. Sla de koersbestanden rechtstreeks op onder "/CA600/Interne opslag/ Pioneer/Course".
Pagina 207
(sdcard) (Pioneer) (Course) Course01.tcx Course02.fit Nota ! Voor MTP-verbinding met Macintosh, raadpleegt u bijvoorbeeld de vol- gende URL. https://www.android.com/filetransfer/ Een koers selecteren Selecteer een koersbestand dat u hebt overgedragen vanuit uw PC, iPhone of Android-toestel naar dit apparaat als een koers.
Pagina 208
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers Select] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 209
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koersmap] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Een lijst van de koersen die naar het apparaat zijn overdragen, verschijnt.
Pagina 210
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de naam van de koers te selecteren die u wilt instellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer de koersdetails. [Afstand]: De afgelegde afstand van de koers wordt getoond.
Pagina 211
[Koersprofiel]: Toont de niveau-informatie voor de koers. Druk op de [Bevestigen]-knop. De koers is ingesteld. Als u op de [←]-knop drukt, wordt de instelling geannuleerd en verschijnt het scherm met de koerslijst opnieuw. ■Selecteren uit loggegevens uit het verleden Selecteer loggegevens die in het verleden werden opgeslagen op het apparaat als een koers.
Pagina 212
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers Select] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Map loggegevens] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 213
Er verschijnt een lijst van de koersen van de loggegevens die op het apparaat werden opgeslagen. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de loggegevens te selecte- ren die u wilt instellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer de koersdetails.
Pagina 214
[Afstand]: De afgelegde afstand van de koers wordt getoond. [Koersprofiel]: Toont de niveau-informatie voor de koers. Druk op de [Bevestigen]-knop. De koers is ingesteld. Als u op de [←]-knop drukt, wordt de instelling geannuleerd en verschijnt het scherm met de koerslijst opnieuw. ■Een koers controleren U kunt de informatie van de geselecteerde koers controleren.
Pagina 215
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Aanwijzingsblad] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Koersprofiel Toon de niveaugrafiek voor de geselecteerde koers. Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 216
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koersprofiel] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 217
De koers annuleren Wis de ingestelde koers. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 218
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers wissen] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Navigatie-instellingen U kunt de koersnavigatie-informatie instellen. Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 219
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 220
Item instellen Beschrijving Vink dit vakje af om te worden gewaarschuwd door een Waarschuwing buiten bericht of geluid wanneer u van de koers afwijkt. koers Verwijder de selectie van dit vakje om geen bericht weer te geven. Vink dit vakje af om te worden gewaarschuwd door een bericht of geluid wanneer u een draaipunt naar links of Gids bocht na bocht recht nadert.
Pagina 221
Navigatie starten en stoppen U kunt navigatie voor de ingestelde koers starten en stoppen. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 222
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Start Navigatie] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het meterscherm verschijnt opnieuw en de navigatie start. Nota ! [Stop Navigatie] wordt weergegeven tijdens navigatie. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om navigatie te stoppen.
Pagina 223
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Schakel [Koerslink] in in de sensorinformatie van de slimme trainer.
Pagina 224
■Starten en stoppen U kunt simulatie voor de ingestelde koers starten en stoppen. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 225
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Start Simulatie] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het meterscherm verschijnt opnieuw en de simulatie start. Nota ! [Stop Simulatie] wordt weergegeven tijdens simulatie. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop om simulatie te stoppen.
Pagina 226
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Simulatiespeler] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 227
Controleer de simulatieomstandigheden. Telkens op de [→]-knop wordt gedrukt, wordt er verdergegaan met een afstand van 10%, en telkens op de [Bevestigen]-knop wordt gedrukt, wordt er teruggegaan met een afstand van 5%. Om terug te keren naar het startpunt, drukt u op de [←]-knop. Kaart downloaden Download kaartgegevens vanuit een kaartgegevensserver via Wi-Fi.
Pagina 228
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Kaart downloaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 229
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Kaart toevoegen] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←/[→]-knoppen om de zone van de kaart te selecteren dat u wilt toevoegen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 230
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het gebied van de kaart te selecteren dat u wilt toevoegen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Wanneer de geselecteerde kaart groter is dan de vrije ruimte van het toestel, wordt "Flash-geheugen is vol." getoond. Druk op de [Bevestigen]-knop. Het toevoegen van de kaart start.
Pagina 231
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Koers] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Kaart downloaden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 232
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de naam van een opgesla- gen kaart te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Toont de versie en bestandsgrootte van de kaart. [Bijwerken]: Start het bijwerken van het kaartbestand.
Pagina 233
Als er geen informatie is om bij te werken, kan dit niet worden geselecteerd. [Wissen]: Toont het scherm ter bevestiging van het wissen. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt in het scherm ter bevestiging van het wissen, wordt de geselecteerde kaart gewist en start het apparaat opnieuw. Het apparaat start het systeem opnieuw nadat een update is voltooid.
Pagina 234
Trapopvolging Initiële instelling In dit deel wordt beschreven hoe u een trapopvolging verbindt, hoe u verschillende instellingen configureert, en hoe u nulpuntkalibratie uitvoert. ■Verbinden Verbind de sensoren voor trapopvolging met het apparaat. Draai ten minste drie keer aan het kettingblad van de fiets om de linker en rechter zenders te starten.
Pagina 235
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 236
Er wordt gezocht naar sensoren in de buurt die kunnen worden verbon- den en de gevonden sensoren worden opgenomen in een lijst. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de sensoren die moeten worden toegevoegd te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Vink de vakjes voor de linker trapopvolging en rechter trapopvolging af.
Pagina 237
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. De linker trapopvolging en rechter trapopvolging waarvoor de vakjes afgevinkt zijn, worden toegevoegd aan de sensorlijst. ■Configureer de instellingen met behulp van Cyclo- Sphere Control App U kunt de instellingen van de sensoren voor trapopvolging configureren met behulp van Cyclo-Sphere Control App.
Pagina 238
1 Modus voor trapopvolging In deze modus kunt u bijvoorbeeld trapefficiëntie en cadans meten, en kunt u het maximum halen uit de functies van dit product. 2 Modus met dubbele vermogensmeter Gebruik deze modus om een verbinding te maken als het dubbele model van de ANT+-vermogensmeter.
Pagina 239
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Pedaalinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 240
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Modus Schakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Controleer dat de apparaatnummers deze zijn van de sensoren voor trapopvolging die zijn gebruikt. Als ze verschillen, geef ze dan opnieuw in. Wis enige sensor waarvoor de modus niet moet worden veranderd. Bij verandering naar dubbel vermogen, vinkt u de vakjes af voor zowel de linker als rechter sensoren.
Pagina 241
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Apparaatnummer] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de apparaatnummers in te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 242
Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt gaat de cursor naar de vol- gende digit daaronder. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst, wordt de numerieke waarde bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw. Draai ten minste drie keer aan het kettingblad van de fiets om de linker en rechter zenders te starten.
Pagina 243
Het zoeken naar een sensor wordt gestart. Het zoeken kan langer dan één minuut duren. Controleer dat "Succes" wordt getoond op het scherm van het apparaat en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Als u de modus naar de modus met trapopvolging veranderd hebt, wor- den de sensoren toegevoegd aan de sensorlijst en start het maken van een verbinding.
Pagina 244
! De batterij is leeg: Het batterijvermogen is opgebruikt. Verwijder de batterij en vervang deze door een nieuwe. Magneetkalibratie Magneetkalibratie is een belangrijke taak om ervoor te zorgen dat de sensoren voor trapopvolging de magneetposities kunnen detecteren en nauwkeurig kunnen meten.
Pagina 245
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Pedaalinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 246
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Magneetkalibratie] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Draai langzaam aan het kettingblad in de normale richting en controleer of de teller wordt verhoogd met één bij elke draai, door één telling tegelijkertijd.
Pagina 247
Als de teller niet wordt verhoogd, pas de magneetpositie dan opnieuw aan. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Nulpuntkalibratie] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 248
Draai langzaam aan het kettingblad in de normale richting met een snelheid van ongeveer 30 tpm tot de teller 5/5 bereikt. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Opslaan] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 249
Controleer dat "Succes" wordt weergegeven en druk ver- volgens op de [Bevestigen]-knop. Trappen kopiëren Dit is enkel ingeschakeld in de modus voor trapopvolging. Als bijvoorbeeld een van de sensoren een storing heeft of als de batterij leeg is, kunnen waarden op het apparaat worden weergegeven en geregistreerd als logge- gevens door de waarden van de trapopvolging aan de andere zijde te kopiëren.
Pagina 250
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 251
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Pedaalinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Kopie Pedaal] te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 252
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de kopieermethode te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Selecteer uit [Auto]*, [Kopieer L naar R], [Kopieer R naar L], en [Uitschakelen]. Als [Auto] is geselecteerd, worden de vermogenswaarden van de zijde waarvoor de verbinding ingeschakeld is, automatisch weergegeven als de vermogenswaarden aan de zijde waarvoor de verbinding verbroken *: Standaard fabrieksinstelling...
Pagina 253
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [L : R Balans] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de linker/rechter balans (%) in te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 254
Wees voorzichtig want een juiste vermogenswaarde kan niet mogelijk zijn als u de linker en rechter balans verwisselt bij de instelling hiervan. ■Automatische nulpuntkalibratie U kunt nulpuntkalibratie instellen om automatisch te worden uitgevoerd voordat het apparaat in de slaapmodus gaat wanneer de krukas verticaal is geplaatst ten opzichte van de grond nadat er gedurende ten minste 20 minuten op de fiets is gereden in een omgeving met een stabiele temperatuur alvorens te stoppen.
Pagina 255
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→-knoppen om de sensornaam te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 256
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Automatisch Nul] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Als het vakje is geselecteerd, is de functie voor automatische nulpuntka- libratie ingeschakeld. ■Torsieassistentie U kunt de torsiewaarde die is gemeten met de sensoren voor trapopvolging nauw- keurig aanpassen.
Pagina 257
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 258
Gebruik de [←]/[→-knoppen om de sensornaam te selecte- ren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Afstelling van het koppel] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 259
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de torsieaanpassings- waarde in te stellen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Aanpassing binnen het bereik van -10% tot +10% is mogelijk. Controleer de torsieaanpassingswaarde. ■Sprintdetectie Als u sprintdetectie inschakelt, zal sprinten worden gedetecteerd wanneer de intensiteit van MMP 10 seconden of MMP 30 seconden 90% overschrijdt, en zal het apparaat beginnen rijgegevens te registreren gedurende 1 minuut daarvoor en daarna met een interval van 0,5 seconden, hetgeen het dubbele is van de normale...
Pagina 260
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Logging] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 261
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sprint Detectie] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Inschakelen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 262
Controleer het bericht en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Sprintdetectie is ingeschakeld. Om gewaarschuwd te worden wanneer sprinten wordt gedetecteerd, vinkt u het vakje [Geluid] en/of het vakje [Bericht] af.
Pagina 263
Nota ! Als de firmware van de sensor voor trapopvolging van de SGY-PM910- reeks niet up to date is, verschijnt het bericht “De software van onder- steunt deze functie niet. Werk de sensoren bij.”. De firmware-update van de sensor voor trapopvolging van de SGY- PM910-reeks kan niet worden uitgevoerd op het apparaat.
Pagina 264
Stop de krukas in de verticale positie. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Kalibrering] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 265
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Nulpuntkalibratie LR], [Links nulpuntkalibratie] of [rechts nulpuntkalibratie] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Kalibratie start. Als u [Nulpuntkalibratie LR] selecteert, wordt kalibratie uitgevoerd voor zowel de linker als rechter sensoren voor trapopvolging. Kalibratie wordt uitgevoerd zelfs als slechts één van de linker- en rech- terzijden is verbonden.
Pagina 266
Controleer dat "Succes" wordt weergegeven en druk ver- volgens op de [Bevestigen]-knop. Als "Mislukt" wordt weergegevens, kan kalibratie uitgevoerd zijn wan- neer de krukas zich in een onstabiele status bevindt zoals wanneer deze beweegt. Voer nulpuntkalibratie opnieuw uit wanneer de krukas stilstaat.
Pagina 267
Controleer de kalibratieresultaten. Tangentiële kracht: Controleer of de kracht valt binnen het bereik van 0 ±3 N. Radiale kracht: Controleer of de kracht valt binnen het bereik van 0 ±3 N. Batterij: Controleer het niveau en de status van de batterij. Nieuw: Nieuwe batterij Goed: Goede staat OK: Normaal...
Pagina 268
Fiets- en sensorinstellingen De fiets veranderen Verander de fiets die moet worden gebruikt. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 269
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets selecteren] te selec- teren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Item instellen Beschrijving Schakel de functie in of uit* om de fietsselectie automa- Auto Select tisch te veranderen.
Pagina 270
Selecteer de fiets die moet worden gebruikt. Er kunnen Fiets 1 tot Fiets 6 maximum zes fietsen worden geregistreerd. Nota ! Als u automatische selectie inschakelt, zoekt het apparaat naar de sen- soren voor trapopvolging, vermogensmeters en slimme trainers die zijn geregistreerd op meerdere fietsen, en verandert het de fiets automatisch naar de fiets met de meeste sensoren die kunnen worden verbonden.
Pagina 271
Nota ! Wanneer u de optionele ANT+-snelheidssensor of ANT+-snelheids- & cadanssensor gebruikt, stel de bandomtrek dan in. De bandomtrek kan worden veranderd in [Menu] - [Fiets] - [Wielomtrek]. Het staat standaard ingesteld op 2,096 mm. ! Om de Bluetooth-hartslagsensor te verbinden, is configuratie van de Bluetooth-instellingen op het apparaat vereist.
Pagina 272
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het bericht "Zoeken" verschijnt en dan verschijnt er een lijst van senso- ren die kunnen worden verbonden.
Pagina 273
Wanneer de Bluetooth-hartslagsensor is verbonden, wordt de verbin- ding van de Bluetooth-hartslagsensor tijdelijk verbroken. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het vakje van de sensor die u wilt verbinden, af te vinken. De sensoren met vakjes die afgevinkt zijn, worden toegevoegd aan de sensorlijst.
Pagina 274
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Nota ! Slechts één van elk type sensor kan worden toegevoegd. ! ANT+S&C (snelheid en cadans) -sensor kan niet worden verbonden wanneer ANT+-snelheidssensor of ANT+-cadanssensor is verbonden. ! Als er een Bluetooth-hartslagsensor is verbonden, kunt u geen ANT+- hartslagsensor verbinden.
Pagina 275
! Wanneer er naar een sensor wordt gezocht, kan dit langer dan één minuut duren. ! Als een ANT+-vermogensmeter wordt toegevoegd of ingeschakeld wanneer de ANT+-vermogenstransmissiefunctie is ingeschakeld, verschijnt het bericht "Wanneer deze functie is ingeschakeld, zal de ANT+ vermogensmeter worden uitgeschakeld. OK?" en wordt de ANT+- vermogenstransmissiefunctie uitgeschakeld.
Pagina 276
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Sensor] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de naam van de sensor te selecteren waarvoor u de instellingen wilt controleren of die u wilt wissen en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 277
Item instellen Beschrijving Inschakelen Schakel de sensor in of uit. Sensornaam Geef de sensornaam in. Status Toon de zoek-, verbonden en uitgeschakelde statussen. Apparaatnummer Toon het apparaatnummer van de sensor. Toont de spanningswaarde of batterijstatus. ! Nieuw: Nieuwe batterij ! Goed: Goede staat ! OK: Normaal ! Laag: Laag Battery...
Pagina 278
Vink dit vakje af om de balansinstellingen in te schakelen. Geef de linker-/rechterbalans in. Selecteer de linkersen- Balansinstelling sor of rechtersensor voor het sensortype. Een vermogenswaarde die het dubbele is aan de sen- sorzijde wordt gecorrigeerd op basis van de ingevoerde linker-/rechterbalans en het sensortype.
Pagina 279
Vink dit vakje af om de beoogde vermogenswaarde Traininglink tijdens de training te koppelen met de belasting van de ANT+-slimme trainer. Vink dit vakje af om de huidige gradiënt tijdens koers- Simulatie Link simulatie te koppelen met de belasting van de ANT+- slimme trainer.
Pagina 280
Dit laat toe vermogenswaarden of cadanswaarden te versturen naar, bijvoorbeeld, de ZWIFT PC-toepassing of een andere fietscomputer van de fabrikant. Als u deze functie inschakelt, zal de verbinding van een ANT+-vermogensmeter worden uitgeschakeld. Wanneer dit apparaat verbonden wordt met ZWIFT met behulp van ANT+ vermo- genstransmissie, verbind het dan met het apparaatnummer van dit apparaat als een ANT+ vermogensmeter in het sensorverbindingsscherm van ZWIFT.
Pagina 281
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Verzenden van ANT+] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 282
Item instellen Beschrijving Inschakelen Schakel de ANT+-vermogenstransmissiefunctie in of uit. Genereer het apparaatnummer van de ANT+- Apparaatnummer vermogensmeter om te versturen vanuit het serienum- mer van dit apparaat. Instellingen voor Bluetooth-vermogenstransmissiefunctie Schakel deze functie in om de ontvangen vermogenswaarden van de sensoren voor trapopvolging of de vermogenswaarden van de ANT+-vermogensmeter te verzenden als vermogenswaarden van de Bluetooth-vermogensmeter.
Pagina 283
Het apparaat dat begint met Pioneer-R***** *** of Pioneer-L***** *** in de appa- raatlijst die is weergegeven bij het zoeken is de Bluetooth vermogensmeter van de sensor voor trapopvolging. De vermogenswaarde zal 0 W zijn tijdens werking in de modus voor trapopvolging.
Pagina 284
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Verzenden van Bluetooth] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 285
Item instellen Beschrijving Schakel de Bluetooth-vermogenstransmissiefunctie in Inschakelen of uit. Genereer de apparaatnaam van het Bluetooth-vermogen Apparaatnaam om te versturen vanuit het serienummer van dit apparaat. Instelling van Di2 schakeling op afstand Wanneer componenten die compatibel zijn met de remote schakelaars van Shimano Di2 D-FLY verbonden zijn, wijst u de werking van de linker en rech- ter remote schakelaars toe aan de functies van dit apparaat of een externe sensorcontrole.
Pagina 286
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 287
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Di2 Remote Switch] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 288
Item instellen Beschrijving Eenmaal klikken Selecteer uit [Loggen Starten/Stoppen], [Traject], Rechts/Eenmaal [Scrollen naar de rechterpagina], [Scrollen naar de lin- klikken Links/Lang kerpagina], [Drukken Menuknop], [Ingedrukt Houden Indrukken Rechts/Lang Menuknop], [Nulpuntkalibratie], [Opvangen], en Indrukken Links [Uitschakelen]. Nota ! Nulpuntkalibratie wordt uitgevoerd voor de verbonden sensoren voor trapopvolging of ANT+-vermogensmeter.
Pagina 289
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tools] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 290
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Snelheidsprioriteit] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om één van [Snelheidsprioriteit1] tot [Snelheidsprioriteit4] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 291
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om het item te selecteren dat u wilt instellen voor het snelheidsprioriteitsniveau en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. GPS instelling Configureer de instellingen die gerelateerd zijn aan de GPS-functie. De instellingen worden opgeslagen gekoppeld met de geselecteerde fiets. Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 292
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [GPS] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 293
Item instellen Beschrijving Schakel de GPS-functie in of uit*. U kunt GPS ook inschakelen in de statusweergave Inschakelen door op de [Bevestigen]-knop te drukken en deze knop 2 seconden of langer ingedrukt te houden vanuit het meterscherm. Schakel de GPS-snelheidsfunctie in of uit*. Vink dit vakje af om de snelheid weer te geven waarmee de GPS-informatie werd verkregen.
Pagina 294
Weergave-instellingen Configureer de instellingen die gerelateerd zijn aan de weergave. De instellingen worden opgeslagen gekoppeld met de geselecteerde fiets. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 295
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Scherm] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 296
Item instellen Beschrijving Pas de helderheid aan voor wanneer de achtergrondver- lichting aan is op enige van 11 niveaus (3*). U kunt de helderheid van het scherm ook instellen in de Helderheid statusweergave door op de [Bevestigen]-knop te drukken en deze 2 seconden of langer ingedrukt te houden vanuit het meterscherm.
Pagina 297
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Geluid] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 298
Item instellen Beschrijving Pas het volume van de luidspreker van het apparaat aan Geluidsvolume op enige van 6 niveaus (3*). Schakel het geluid in of uit* dat wordt uitgezonden wan- Selectie met geluid neer er op een knop wordt gedrukt. *: Standaard fabrieksinstelling Tandwiel Instellingen Configureer de instellingen die gerelateerd zijn aan Tandwiel.
Pagina 299
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Tandwiel] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 300
Item instellen Beschrijving Model Kettingwiel Selecteer SModel Kettingwiel. Wanneer Buitenzijde van Type Kettingblad is geselect- eerd, zal Binnenzijde automatisch worden geselecteerd. Type Kettingblad Om deze instellingen te wijzigen, past u het aantal tan- den voor elke versnelling van Versnellingscombinaties aan. Selecteer het aantal tanden voor Boven en Onder van Type Kettingwiel Type Kettingwiel.
Pagina 301
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Fiets] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Totale afstand fietsen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 302
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de totale fietsafstand in te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt gaat de cursor naar de vol- gende digit daaronder. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst, wordt de numerieke waarde bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Pagina 303
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Totale tijd fietsen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om de totale fietstijd in te geven en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 304
Telkens u op de [Bevestigen]-knop drukt gaat de cursor naar de vol- gende digit daaronder. Als u op de [Bevestigen]-knop drukt nadat de cursor is verplaatst, wordt de numerieke waarde bevestigd en verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Pagina 305
Geavanceerde instellingen Nota ! Configuratie van de instellingen is eenvoudiger als u de Cyclo-Sphere Control App gebruikt, die een app voor smartphones is. De instellingen kunnen automatisch worden gesynchroniseerd met het apparaat. Zie de volgende website voor details. https://cyclo-sphere.com/app/ Gegevensvelden instellen Stel de weergave-inhoud van de gegevensvelden in die worden weergegeven op elke pagina.
Pagina 306
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Gegevensvelden] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 307
Item instellen Beschrijving Selecteer de paginareeks waarnaar u wilt schakelen Paginareeks selecteren vanuit de lijst met paginareeksen. Selecteer de pagina waarvoor u de lay-out wilt verande- ren van pagina's 1 tot 10 en selecteer vervolgens uit 17 lay-outtypes. Om de pagina te verbergen, selecteert u [OFF]. Lay-out De lay-out die op dat ogenblik is geselecteerd, zal wor- den aangeduid met een rode randlijn daarrond.
Pagina 308
■Lijst met lay-outpatronen U kunt een "numerieke waarde"-type instellen in witte gegevensvelden, "nume- rieke waarde"- en "grafiek"-types in de lichtgrijze gegevensvelden, en "numerieke waarde"-, "grafiek"- en "koers"-types in de donkergrijze gegevensvelden. 1 Aantal gegevensvelden: 3 2 Aantal gegevensvelden: 4 3 Aantal gegevensvelden: 5 4 Aantal gegevensvelden: 6...
Pagina 309
5 Aantal gegevensvelden: 7 6 Aantal gegevensvelden: 8 7 Aantal gegevensvelden: 9 8 Aantal gegevensvelden: 10...
Pagina 310
9 Aantal gegevensvelden: 11 a Aantal gegevensvelden: 15 ■Details van gegevenveldinstelling Numeriek type De volgende items kunnen worden ingesteld voor een gegevensveld van het numerieke type. ! Gegevenscategorie Specificeert de categorie van de weergavegegevens. ! Gegevenstype Specificeert het gegevenstype, zoals een gemiddelde waarde of maxi- mum waarde, enz.
Pagina 311
Clock Time ・hh:mm:ss ― Clock Time Clock Huidige tijd ・hh:mm ・hh:mm:ss ― Timer Time Time Huidige rijtijd ・hh:mm Time Lap Tijdtijd per lap ・Auto Last Lap hh:mm:ss Rijtijd van laatste lap Time ― Fastest Lap BestLap Snelste rijtijd uit de rijtijden voor individuele laps ・hh:mm:ss ―...
Pagina 312
― Cadence Cadence Aantal omwentelingen van de krukas per minuut Cadence Gemiddeld aantal omwentelingen van de krukas Cadence LapAv Gemiddeld aantal omwentelingen Lap Avg van de krukas per lap ・3 s. Avg Cadence n Gemiddeld aantal omwentelingen ・5 s. Avg sec Avg van de krukas gedurende een vaste ・10 s.
Pagina 313
“Auto” toont de periode ・20 min waarin de verhouding het hoogst is. ・IF™ en TSS™ worden niet correct weergegeven als [FTP] niet correct is ingegeven op de SGX-CA600. ・De FTP-waarde moet worden ingesteld voor elk van de SGX-CA600 en Cyclo-Sphere.
Pagina 314
De waarde wordt hoger in overeenstemming met de duur, en wordt 100% wanneer het MMP is bijgewerkt. ・Om deze functie te gebruiken, hebt u een sensor voor trapopvolging van Pioneer of ANT+-vermogensmeter nodig. Stel elke tijd van [Instellingen] > [Gebruikersinstellingen] >...
Pagina 315
Power Max ・Watt Maximum uitgang ・%FTP Power Lap LapMx Maximum uitgang per lap ・%CP ・LEVEL Power Last LstAv Gemiddelde uitgang van laatste lap ・W/ kg Lap Avg Power Last LstMx Maximum uitgang van laatste lap Lap Max ― Total Work Work Totale werkhoeveelheid Amount...
Pagina 316
Torque L LapAv Gemiddelde torsie per lap voor Lap Avg linkerzijde ・3 s. Avg Torque L n Gemiddelde torsie van vaste periode ・5 s. Avg sec Avg voor linkerzijde ・10 s. Avg ・30 s. Avg ・60 s. Avg Torque L N·m Maximum torsie voor linkerzijde Torque L...
Pagina 317
Torque R LstMx Maximum torsie voor laatste lap voor Last Lap rechterzijde ― Torque LR Torque LR N·m Huidige torsie voor linker- en rech- terzijden Dit geeft de huidige torsie voor de linker- en rechterzijden van de ANT+-vermogensmeter of slimme trainer aan.
Pagina 318
― Afkorting voor Gross Power Absor- bed, wat de negatieve vermogens- waarde is die is berekend op basis van de positieve torsie en cadans van de rotatierichting (tangentiële richting). Waarde die het resultaat is van het aftrekken van het GPR van de huidige vermogenswaarde.
Pagina 319
Power L Watt Maximum vermogen van de trapop- volging aan de linkerzijde Power L LapMx Maximum uitgang per lap voor de Lap Max trapopvolging aan de linkerzijde Power L LstAv Gemiddelde uitgang van laatste lap Last Lap voor de trapopvolging aan de linker- zijde Power L LstMx...
Pagina 320
Loss L Lap LapAv Gemiddeld verliespercentage per lap voor de trapopvolging aan de linkerzijde ・3 s. Avg Loss L n Gemiddeld verliespercentage ・5 s. Avg sec Avg gedurende vaste periode voor de ・10 s. Avg trapopvolging aan de linkerzijde ・30 s. Avg ・60 s.
Pagina 321
Efficiency LapAv Gemiddelde trapefficiëntie per lap R Lap Avg voor de trapopvolging aan de rech- terzijde ・3 s. Avg Pedaling Gemiddelde trapefficiëntie geduren- ・5 s. Avg Efficiency R de vaste periode voor de trapopvol- ・10 s. Avg n sec Avg ging aan de rechterzijde ・30 s.
Pagina 322
Power LR LapMx Maximum uitgang per lap voor de Lap Max trapopvolging aan de linker- en rechterzijden Power LR LstAv Gemiddelde uitgang van laatste lap Last Lap voor de trapopvolging aan de linker- en rechterzijden Power LR LstMx Maximum uitgang van laatste lap Last Lap voor de trapopvolging aan de linker- en rechterzijden...
Pagina 323
― Pedaling Pedaling Verhouding van de totale som van Efficiency Efficiency de kracht in de rotatierichting ten opzichte van de totale som van de resulterende kracht van de kracht in de rotatierichting (tangentiële richting) en de kracht in de verticale richting (normale richting) in de rota- tierichting voor één omwenteling van de krukas voor de trapopvolging aan...
Pagina 324
― Pedaling Loss Verhouding van de totale som van de Loss LR kracht in de rotatierichting en vertica- le richting ten opzichte van de totale som van de resulterende kracht van de kracht in de rotatierichting (tan- gentiële richting) en de kracht in de verticale richting (normale richting) in de rotatierichting voor één omwente- ling van de krukas voor de trapopvol-...
Pagina 325
― Longitude Lengte van huidige positie Front/Rear ・Gear Gear Gear Toont versnelling en aantal tanden Position voor voor- en achteruit ・Teeth ・Gear Front Toont versnelling en aantal tanden Position voor vooruit ・Position/ ・Teeth ・Gear Rear Toont versnelling en aantal tanden Position voor achteruit ・Position/...
Pagina 326
・3 s. Avg Vibration n Gemiddeld aantal vibraties geduren- ・5 s. Avg sec Avg de vaste periode ・10 s. Avg ・30 s. Avg ・60 s. Avg Vibration Maximum aantal vibraties Vibration LapMx Maximum aantal vibraties per lap Lap Max Vibration LstAv Gemiddeld aantal vibraties van Last Lap...
Pagina 327
Guidance NextTxt Tekstinformatieweergave van gelei- Point Mes- dingspunt sage ― Strava Live Distance to km of mijl DistS Afstand tot het startpunt van het Segment Start Point segment ― Elevation m of ft SegEleG Niveaustijging van het segment Gain ― Auto KOM-tijd voor het segment ―...
Pagina 328
Tekenmodus Tekenzijde Gegevenstype Weergavetype Vermogen Watt ・3 s. Gem Vermogen n sec ・5 s. Gem ・Links ・10 s. Gem ・Vectorweergave ・Rechts ・Torsieweergave Trapefficiëntie ・Links en rechts ・3 s. Gem Trapefficiëntie n ・5 s. Gem sec Gem ・10 s. Gem Versnellingsgrafiek Tekenmodus Weergavetype ・Voor...
Pagina 329
Training Tekenmodus Weergavetype 5 min 10 min Training Timer 20 min 60 min TSS™ Tekenmodus Weergavetype ― ―...
Pagina 333
Profiel Tekenmodus Weergavetype ・1,0 km ・5 km ・10 km ・50 km ・100 km ・200 km ・500 km Afstand ・0.6 mi ・3 mi ・6 mi ・30 mi ・60 mi ・120 mi ・300 mi...
Pagina 335
Strava Live segment Tekenmodus Weergavetype ・KOM Doel ・PR Segmentprofiel Tekenmodus Weergavetype ― ―...
Pagina 336
Gebruikersinstellingen Registreer en stel de gebruikersinformatie in. Stel de gebruikersinformatie correct in om ervoor te zorgen dat nauwkeurige gege- vens kunnen worden verkregen. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 337
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Gebruikersinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Item instellen Beschrijving Gebruikersnaam Geef de gebruikersnaam in. Gewicht Geef uw gewicht in.
Pagina 338
Geef uw FTP-waarde in. Geef MMP-gegevens in voor elk van 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 3 minuten, 5 minuten, 10 minuten en 20 minuten. Controleer uw vermogensniveau (L1 tot L7) gebaseerd Vermogensniveau op de FTP-waarde. Max. Hartslag Geef uw maximum hartslag in. Min.
Pagina 339
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Gemiddelde Gegevens] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 340
Stel elk item in. De fabrieksinstelling is als volgt. Gemiddeld Vermogen : Met nulwaarde Gemiddelde Cadans : Zonder nulwaarde Gemiddelde Snelheid : Met nulwaarde Systeeminstellingen Configureer instellingen die gerelateerd zijn aan het algemene systeem van het apparaat. Druk op de [Menu]-knop.
Pagina 341
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Systeem] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 342
Item instellen Beschrijving Stel de weergavetaal voor het apparaat (English*/日本 語/Francais/Espariol/繁體中文/Nederlands/Deutsch/ Taal Italiano) in. Stel de tijdszone en de huidige datum en uur in. Als u het vakje [24-uurs klok gebruiken] selecteert, wordt Datum en tijd de tijd weergegeven in 24-uur formaat. U kunt de weer- gavevolgorde voor de datum ook instellen.
Pagina 343
Als dit ingeschakeld, druk dan op de [Traject]-knop en houd de knop ingedrukt om het scherm vast te leggen en de gegevens op te slaan naar een PNG-bestand in het interne geheugen van het apparaat (/CA600/Pioneer/ Capture/). De bestandsnaam zal “CAPTURE_YYYY_ Opvangen MM_DD_hh_mm_ss.png”...
Pagina 344
! Terwijl het apparaat verbonden is met een PC, kan de inhoud van het geheugen mogelijk niet weergegeven of bijgewerkt worden. Bijwerken gebeurt als u de USB-kabel loskoppelt en vervolgens opnieuw aansluit. ! Als dit apparaat logging uitvoert, stop dan de logging en sla de loggege- vens op.
Pagina 345
Sla de loggegevens op in het opslagmedium van een afzonderlijke PC of ander apparaat. ■Herstel uitvoeren U kunt een herstel van back-upgegevens uitvoeren (/CA600/Pioneer/Setting/ Backup.zip) door [Initialiseren / Back-Up] → [Herstellen] te selecteren in de systee- minstellingen die beschreven staan in het vorige deel.
Pagina 346
Wi-Fi-instellingen Apparaatinstellingen Controleer de batterijstatus en configureer de instellingen van het apparaat. Druk op de [Menu]-knop. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 347
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Apparaat] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Item instellen Beschrijving Battery U kunt het batterijniveau controleren.
Pagina 348
Schakel de energiebesparende modus in* of uit en stel een batterijdrempelwaarde in. Wanneer de energiebesparende modus is ingeschakeld, als het resterende batterijniveau later is dan de drempel- waarde, verschijnt er een bericht en schakelt het appa- raat naar de energiebesparende modus na ongeveer 10 seconden.
Pagina 349
Schakel automatisch uitschakelen in* of uit en stel de tijd tot automatisch uitschakelen in. Wanneer automatisch uitschakelen is ingeschakeld, Automatisch als er geen knoppen worden bediend of er niet gereden Uitschakelen wordt binnen de ingestelde tijd, verschijnt er een bericht en wordt het apparaat uitgeschakeld na ongeveer 1 minuut.
Pagina 350
! Wanneer de GPS 3D positioneringsinformatie ontvangt voordat de logging start, tijdens automatisch pauzeren en nadat loggegevens zijn opgeslagen, vergelijkt de functie automatische GPS-hoogtecorrectie- informatie de hoogtewaarde die is verkregen van de GPS automatisch met de huidige hoogte en corrigeert het de hoogte als het verschil groot Dit laat toe hoogtefouten omwille van, bijvoorbeeld, klimaatsveranderin- gen automatisch te corrigeren.
Pagina 351
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 352
Item instellen Beschrijving Inschakelen Schakel de Wi-Fi-verbindingen in of uit*. Toon en lijst van de toegangspunten die het apparaat kan detecteren. Gebruik de [←]/[→]-knoppen om een verbindings- bestemming te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop. Het bericht “Bewerking selecteren.” verschijnt. Om een verbinding te maken drukt u op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 353
Nota ! ・Als een verbinding met een smartphone niet mogelijk of onstabiel is, controleer dan het volgende. - Update de firmware van het apparaat naar de laatste versie en update de Cyclo-Sphere Control-App naar de laatste versie. - Toont de Cyclo-Sphere Control-App op de voorgrond terwijl het appa- raat draait en controleer of het apparaat verbonden wordt.
Pagina 354
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 355
Gebruik de [←]/[→]-knoppen om [Bluetooth-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [Bevestigen]-knop.
Pagina 356
Item instellen Beschrijving Schakel de items (functies) in of uit die moeten wor- Smartphone verbinden/ den gebruikt. Er kunnen maximum vier items worden Vermogensoverdracht/ ingeschakeld. HS-sensor/Live Partner [Smartphone verbinden], [HS-sensor] zijn standaard CH1/Live Partner CH2/ ingeschakeld.De instelling van [Smartphone verbinden] Live Partner CH3 is altijd geldig en kan niet worden veranderd.
Pagina 357
Verbinden met externe diensten Strava U kunt de routes en segmenten die u in Strava hebt aangemaakt, synchroniseren met de Cyclo-Sphere Control App op uw iPhone of Android-toestel en ze dan voor gebruik importeren op het apparaat. U kunt de functie voor het automatisch overbrengen van loggegevens gebruiken met behulp van de Cyclo-Sphere Analysis App of Cyclo-Sphere van de webdienst.
Pagina 358
Meldingsfunctie op smartphone Het apparaat communiceert met de Cyclo-Sphere Control App op uw iPhone of Android-toestel en toont dan de meldingsinformatie die is ontvangen van de smartphone. Dit laat u toe meldingen voor ontvangen iBericht en andere berichten, binnenko- mende oproepen, ontvangen berichten gerelateerd aan sociale media, planning- sevents, en ontvangen e-mails te zien.
Pagina 359
Vaak gestelde vragen Hieronder vindt u antwoorden op vragen die vaak gesteld worden door klanten. V: Hoe kan ik de taalinstelling terugplaatsen naar Nederlands? A: U kunt de taal veranderen in [Taal] van de systeeminstellingen. Systeeminstellingen V: De vectoren van de trapgrafiek worden niet weergegeven.
Pagina 360
2 Sluit het apparaat aan op uw PC en upload dan via de uploadknop van Cyclo-Sphere. 3 Gebruik de Cyclo-Sphere Control App op uw iPhone of Android-toestel om de loggegevens over te brengen vanuit uw apparaat met behulp van Bluetooth en de loggegevens vervolgens te uploaden met behulp van uw telefoonlijn of Wi-Fi.
Pagina 361
Bijlage Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot zorg, opslag en verwijdering ■Zorg en opslag Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u het reinigt. ! Wanneer u vuil van de display veegt, gebruik dan een reinigende doek die in de handel verkrijgbaar is om voorzichtig over de display te vegen. ! Gebruik een zachte droge doek of een doek die vochtig gemaakt is en wring deze uit om het apparaat of de beugel schoon te vegen.
Pagina 362
Verwijder de lithium-ionbatterij door de volgende procedure. Let op ! Wanneer u de batterij uit het apparaat verwijdert, zorg er dan voor dat u zichzelf niet verwondt met een instrument, enz. Probeer het apparaat nooit om andere redenen dan het verwijderen van de batterij te demonteren.
Pagina 363
De garantieperiode van het product bedraagt één jaar na de datum van aankoop. Herstellingen tijdens de garantieperiode Indien er een storing optreedt, zal Pioneer het product herstellen in overeen- stemming met de garantiebepalingen van Pioneer die beschreven zijn op de...
Pagina 364
Minimum bewaarperiode van prestatieonderdelen voor herstel Pioneer bewaart prestatieonderdelen voor herstelling van het apparaat gedurende een minimum van zes jaar na de stopzetting van de productie. (Prestatieonderdelen zijn onderdelen die vereist zijn voor het behouden van de functies van het product.)