Afbeelding 4 - Aansluitschema
gezorgd. Onvoldoende luchttoevoer kan
leiden tot brand, explosie of verstikking.
Raadpleeg de landelijke en plaatselijke
voorschriften.
2.1.1 Installatie
De installatie dient te geschieden
overeenkomstig de algemeen en
plaatselijk geldende voorschriften
van gas- en waterleidingbedrijven en
brandweer, door een erkend installateur.
2.1.2 Wateraansluiting
De maximaal toegestane bedrijfsdruk
van het toestel bedraagt 8 bar.
Koudwaterzijdig moet het voorraadtoestel
van een afsluitkraan en een
goedgekeurde inlaatcombinatie voorzien
zijn. Tevens moet er een goedgekeurd
reduceertoestel geplaatst worden bij een
waterleidingdruk van meer dan 8 bar. De
overdrukzijde van de inlaatcombinatie
moet op een open waterafvoerleiding
aangesloten worden (zie afbeelding 4).
Isolatie van lange leidingen voorkomt
onnodige energieverspilling.
1) Gaskraan
2) Overstortventiel
3) T&P ventiel
4) Terugslagklep
5) Terugslagklep
6) Circulatiepomp
7) Aftapkraan
8) Drukreduceer
9) Overstortventiel
A) Gasleiding
B) Warmwaterafvoer
C) Koudwatertoevoer
D) Aftappunt
AOS 1002
11
13