Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting - Wilo MAXO Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
7.2

Elektrische aansluiting

7.2.1
Stroom
24
Installatie en elektrische aansluiting
VOORZICHTIG
Elektrisch defect!
Stijgend condensaat in de motor kan tot een elektrisch defect leiden.
ƒ
Het pomphuis alleen tot de scheidingsvoeg met de motor isoleren!
ƒ
Condensaatopeningen vrijlaten, zodat in de motor ontstaan condensaat ongehin-
derd kan uitstromen!
ƒ
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur moet werk-
zaamheden aan de elektrische installatie uitvoeren.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor alle werkzaamheden de voedingsspanning uitschakelen en beveiligen tegen
opnieuw inschakelen.
Nooit de regelmodule (Fig. I pos. 5) openen en nooit bedieningselementen verwijde-
ren.
Vanwege de nog aanwezige aanraakspanning die een gevaar vormt voor personen,
mogen werkzaamheden aan de pomp pas na 5 minuten worden uitgevoerd.
Controleer of alle aansluitingen (ook potentiaalvrije contacten) spanningsvrij zijn.
Bij beschadigde regelmodule/kabel de pomp niet in bedrijf nemen.
Bij niet-toegestane verwijdering van instel- en bedieningselementen van de regel-
module bestaat het gevaar voor een elektrische schok bij aanraking van interne
elektrische onderdelen.
VOORZICHTIG
Materiële schade door ondeskundige elektrische aansluiting!
Bij toepassen van een verkeerde spanning kan de regelmodule worden beschadigd!
ƒ
Het stroomtype en de spanning van de netaansluiting dienen overeen te stemmen
met de gegevens op het typeplaatje!
ƒ
Aansturing via Triacs/halfgeleiderrelais zijn niet toegestaan!
ƒ
Als de isolatie gecontroleerd wordt bij een hoogspanningsgenerator, moet de
pomp in de schakelkast van de installatie aan alle polen van het net worden ge-
haald.
ƒ
Pomp alleen met sinusvormige wisselspanning gebruiken.
ƒ
Het ter plaatse aanbrengen van een motorbeveiligingsschakelaar is niet nodig.
ƒ
Als er een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) wordt toegepast, wordt aanbe-
volen om een RCD-type A (pulsstroomsensitief) te gebruiken. Controleer daarbij of
de regels voor de coördinatie van elektrische apparatuur in de elektrische installatie
in acht worden genomen en pas de RCD hier indien nodig op aan.
ƒ
Bij het ontwerp van de lekstroom-veiligheidsschakelaar het aantal aangesloten
pompen en hun nominale motorstroom in acht nemen.
ƒ
Neem per pomp een lekstroom I
ƒ
Als een uitschakeling plaatsvindt door middel van het lokale netrelais, dient aan de
volgende minimumeisen te worden voldaan:
Nominale stroom ≥ 8 A
Nominale spanning: 250 V wisselstroom
ƒ
Rekening houden met schakelfrequentie:
In-/uitschakelingen via netspanning ≤ 100/24 h
≤ 20/h bij een schakelfrequentie van 1 min. tussen in-/uitschakelingen via net-
spanning
≤ 3,5 mA in acht.
eff
WILO SE 2022-04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Maxo-gMaxo-rMaxo-z

Inhoudsopgave