Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo MAXO Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

n/
1
/min
n
max
n
min
Off
1
2
3
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Para MAXO/-G/-R/-Z
Beschrijving en werking
Besturingsingang 'Analoog in 0 ... 10 V' zonder kabelbreukfunctie
De aansturing van de pomp gebeurt volgens een analoog signaal in het bereik van 0 ...
10 V. Gedrag bij kabelbreuk: Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv.
door een kabelbreuk, blijft de pomp stilstaan.
Ingang analoge signa-
lering (V)
< 1
1 ... 3 (bedrijf)
2 ... 3 (start)
3 ... 10
10
U/V
Verzamelstoringsmelding SSM
Storingen leiden altijd tot het activeren van de verzamelstoringsmelding 'SSM' via een
relais. Het contact van de verzamelstoringsmelding (potentiaalvrij verbreekcontact) kan
alleen voor het verkrijgen van ontstane foutmeldingen aan de installatie worden aange-
sloten.
Het interne contact is gesloten wanneer de pomp stroomloos is en er geen storing of
uitval van de regelmodule is opgetreden.
Het interne contact is geopend wanneer de pomp een storing herkent.
Het gedrag van de SSM-functie wordt gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk 'Sto-
ringen, oorzaken, oplossingen'.
LIN uitgebreid
De pomp beschikt over een interface LIN-bus zoals gespecificeerd in VDMA 24226,
aangevuld met exclusieve functies van Wilo. Deze maakt een bi-directionele communi-
catie tussen pomp en schakelkast mogelijk.
De pomp kan via de LIN met de volgende gewenste waarden worden aangestuurd:
ƒ
Toerental constant
ƒ
Δp-v
ƒ
Δp-c
De pomp levert de volgende informatie:
ƒ
Debiet (Q)
ƒ
Opvoerhoogte (H)
ƒ
Verbruik (P)
ƒ
Actueel toerental (n)
ƒ
Energieverbruik (E)
ƒ
Actuele bedrijfssituatie
ƒ
Pompstatus
ƒ
Foutinformatie (zie hoofdstuk 'Storingen, oorzaken, oplossingen')
Gedrag bij kabelbreuk: Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv. door
een kabelbreuk, activeert de pomp een alternatieve fallbackmodus, die via LIN kan wor-
den geconfigureerd.
Om meer informatie over de interface LIN Extended Bus te krijgen, moet u contact op-
nemen met de technische ondersteuning van Wilo.
Modbus
De pomp beschikt over een Modbus-RTU-interface. Deze voldoet aan de MODBUS AP-
PLICATION PROTOCOL SPECIFICATION V1.1 en aan het MODBUS SERIAL LINE PROTO-
COL V 1.02 in de overdrachtmodus RTU, beschikbaar onder www.modbus.org.
De pomp kan via de Modbus-interface met de volgende gewenste waarden worden
aangestuurd:
ƒ
Toerental constant
ƒ
Δp-v
ƒ
Δp-c
Reactie van de pomp
Pomp stopt.
Pomp draait bij minimaal toerental.
Pomp draait bij minimaal toerental.
Het toerental van de pomp stijgt lineair van n
nl
naar n
.
min
max
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Maxo-gMaxo-rMaxo-z

Inhoudsopgave