Voorkeursinstellingen aanpassen
Het scherm voor de navigatie-
instellingen weergeven
Druk op de HOME toets om het "Top
1
Menu" scherm weer te geven.
2
Tip [Instellingen] aan.
Het "Menu-instellingen" scherm verschijnt.
p Dit kan ook worden gedaan via het "Snel-
koppelingenmenu" scherm.
3
Tip [Instellingen navig.] aan.
Het "Instellingen navig." menu verschijnt.
4
Tip het item aan waarvan u de instel-
ling wilt veranderen.
# Als u
aantipt, wordt er teruggekeerd naar
het vorige scherm.
De aansluiting van de
kabels controleren
Controleer of de kabels tussen het navigatie-
systeem en het voertuig goed zijn aangesloten.
Controleer eveneens of ze op de juiste plaat-
sen zijn aangesloten.
Geef het "Instellingen navig." scherm
1
weer.
= Zie Het scherm voor de navigatie-instellingen
weergeven op deze bladzijde voor details.
2
Tip [Aan-sluitingen] aan.
Het "Aansluitingen" scherm verschijnt.
1
2
3
4
5
6
1 Snelheidspuls
De waarde van de door het navigatiesys-
teem gedetecteerde snelheidspulsen wordt
getoond. "0" wordt getoond wanneer het
voertuig stil staat.
2 GPS-antenne
Hier worden de verbindingsstatus van de
GPS-antenne, de ontvangstgevoeligheid en
het aantal satellieten waarvan het signaal
wordt ontvangen aangegeven.
Signaalcom-
Kleur
municatie
Oranje
Ja
Geel
Ja
p Wanneer de GPS-antenne op dit naviga-
tiesysteem is aangesloten, wordt "OK"
aangegeven.
Wanneer de GPS-antenne niet op dit na-
vigatiesysteem is aangesloten, wordt " -
" aangegeven.
p Als de ontvangst slecht is, moet u de in-
stallatiepositie van de GPS-antenne ver-
anderen.
3 Handrem
Wanneer de handrem wordt ingeschakeld,
wordt "Aan" aangegeven. Wanneer de
handrem wordt aangetrokken, wordt "Uit"
aangegeven.
Hoofdstuk
26
Wordt ge-
bruikt voor
plaatsbepa-
ling
Ja
Nee
143
Nl