14
Instellen van de freesspindel
14
W
K1
17
Figuur 20: Handwielen voor hoogte- / zwenkverstelling
14.1 Hoogteverstelling
•
Draai de klemschroef (K2) los.
•
Hoogte aanpassen met handwiel (15) volgens analoge meter (H).
•
Draai de klemschroef (K2) na de afstelling weer vast.
Let op: Om de speling van de spindel tijdens de hoogteverstelling te compenseren, moet
de positie altijd van achteren worden benaderd (lus). Beweeg daartoe enkele millimeters
voorbij de doelpositie en ga pas daarna terug naar de gewenste positie.
14.2 Zwenkverstelling
•
Draai de klemschroef (K1) los.
•
Hoogte aanpassen met handwiel (14) volgens analoge meter (W).
Opmerking: Voor een hoek < 0° moet de nul graden vergrendeling (17) naar links worden gedraaid.
•
Draai de klemschroef (K1) na de afstelling weer vast.
De spindel voor de zwenkverstelling is voorgespannen met een gasveer. Handmatige
spelingcompensatie (zoals bij de hoogteverstelling) is niet nodig voor de afstelling.
14.3 Nul graden vergrendeling
De nul graden vergrendeling (17) wordt gebruikt om de freesspil nauwkeurig terug te draaien van de schuine
positie naar de verticale positie (hoek = 0°).
•
Draai de stergreep (17) volledig naar rechts en houd hem in deze positie.
•
Draai het handwiel (14) met de klok mee (in de richting van -5°) tot aan de aanslag.
BA_PH_245-10_NL_06-23.docx
De positionering van de gereedschapshoogte en de spindel-
zwenking gebeurt via de twee handwielen aan de voorzijde,
elk voorzien van een analoge meter.
•
Handwiel links → Hoekaanpassing in graden
Schaalverdeling: 1,0°
•
Handwiel rechts → Hoogteaanpassing in millimeter
Schaalverdeling: 0,1 mm
K2
H
15
40