5.4.4 Behandeling van met tools
Gereedschap moet met zorg worden behandeld en gereedschapstransportmiddelen moeten zoveel moge-
lijk worden gebruikt.
5.4.5
Het opspannen van de gereedschappen
Gebruik geschikte hulpmiddelen, bijvoorbeeld instelmaten, om het gereedschap op te spannen wanneer
de machine stilstaat.
Om de spleet tussen de spindel en de tafel zo klein mogelijk te houden, moeten de bijbehorende tafelin-
zetringen worden gebruikt of moet de optionele tafelschuif (zie 17.2) correct worden ingesteld.
5.4.6 Instellen van de freesaanslag
Gebruik voor het frezen van rechte werkstukken altijd de freesaanslag om het werkstuk goed te geleiden.
Wanneer de bewerking het toelaat (ook voor proefstukken), moet een hulpaanslag worden gebruikt om
de afstand tussen het gereedschap en de aanslaglinialen zo klein mogelijk te houden.
Wanneer de bewerking het toelaat (ook voor proefstukken), moet een aanvoereenheid worden gebruikt.
Deze moet voorzien zijn van een aparte aan/uit-schakelaar.
Voor handmatige aanvoer bij de freesaanslag moet een duwstok worden gebruikt samen met de be-
schermkap om de aanvoer te ondersteunen.
Voor lange werkstukken moeten rolbokken of tafelverlengingen als steun worden gebruikt.
5.4.7 Draairichting
Het is belangrijk dat het gereedschap in de juiste draairichting wordt geklemd.
De veiliger bewerkingsmethode is het tegengesteld draaiende frezen. De gebruiker van de machine moet
ervoor zorgen dat het werkstuk tegen het gereedschap in tegen de draairichting van de spil in wordt ver-
plaatst.
Meelopend frezen met handvoeding houdt aanzienlijke gevaren in. Deze handeling is alleen toegestaan
met geschikte apparatuur en geschikt gereedschap. Bij het overschakelen naar "meelopend frezen" wordt
deze gevaarlijke handeling gesignaleerd door een signaallampje op het bedieningspaneel.
5.4.8 Selectie van de snelheid
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de juiste snelheid wordt gekozen voor het opgespannen gereed-
schap.
Zie voor de optimale snijsnelheid het diagram dat bij de machine is gevoegd.
5.4.9 Werking van de machine, selectie en afstelling van beveiligingsinrichtingen
Vanwege het grote aantal verschillende bewerkingen die op een tafelfreesmachine kunnen
worden uitgevoerd met behulp van verschillende freesspindels, gereedschappen en messen, is
het niet mogelijk voor alle bewerkingen slechts één beveiliging te gebruiken.
• Elke handeling moet afzonderlijk worden bekeken en de meest geschikte beschermingsmaatregelen moe-
ten voor die specifieke taak worden gekozen.
• Het type gereedschap, de uitsteek van het blad en de hoogte op de as bepalen de kleinst mogelijke tafel-
opening.
• Dit kan worden bereikt door de juiste tafelinzetringen te kiezen, waardoor het risico dat het werkstuk aan
de rand van de opening blijft haken, wordt verminderd.
• Het gereedschap moet worden afgedekt voor zover de desbetreffende operatie dat toelaat.
• Een op de freestafel bevestigd verwijderbaar aanvoersysteem, in combinatie met de freesaanslag, kan de
meest effectieve bescherming van het gereedschap bieden en is vaak de beste beschermingsmaatregel op
freestafels. Deze aanvoerinrichtingen moeten gemakkelijk kunnen worden aangepast aan de verschillende
afmetingen van het werkstuk en mogen zelf geen gevaar opleveren door naar binnen te trekken.
BA_PH_245-10_NL_06-23.docx
24