•
Gegevens delen
Bluetooth
Uw telefoon is Bluetooth-compatibel, waardoor u verbinding kunt maken met
andere Bluetooth-ingeschakelde apparaten voor een draadloze
gegevensoverdracht. Bij het gebruik van Bluetooth dient u binnen 10 meter (33
voet) van andere Bluetooth-apparaten te blijven.
Bluetooth inschakelen
1. Op het startscherm tikt u op
2. Tik onder DRAADLOOS EN NETWERKEN op Bluetooth.
Wanneer Bluetooth ingeschakeld is, wordt de naam van uw telefoon
weergegeven bovenaan het Bluetooth scherm. Tik op de naam om de
zichtbaarheid van uw telefoon in te stellen.
Als u de naam van uw telefoon wilt wijzigen, tikt u op
de telefoon wijzig.. Wanneer u klaar bent, tikt u op Naam wijzigen om
de wijzigingen op te slaan.
Koppelen met andere Bluetooth-apparaten
Om gegevens uit te wisselen met een ander Bluetooth-apparaat, dient u
Bluetooth in te schakelen op beide apparaten en dient u de apparaten met elkaar
te koppelen.
1. In het startscherm tikt u op
2. Tik onder DRAADLOOS EN NETWERKEN op Bluetooth.
3. Uit de lijst met gedetecteerde Bluetooth-apparaten, tikt u op een apparaat en
volgt u de instructies op het scherm om met dit apparaat te koppelen.
Om de verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat te verbreken, tikt u
onder GEKOPPELDE APPARATEN op
Als er geen Bluetooth-verbinding kan worden gemaakt tussen uw telefoon
en een ander apparaat, kan het zijn dat ze incompatibel zijn.
en vervolgens op het tabblad Alles.
en vervolgens op het tabblad Alles.
>
Koppeling ongedaan maken.
58
Gegevens delen
>
Naam van